SAMENVATTING MODULE 1 ACCOUNTING 2022-2023
MODULE I: BOEKHOUDEN............................................................................................................. 3
HOOFDSTUK 7: VASTE ACTIVA ............................................................................................................ 3
A. MATERIËLE VASTE ACTIVA .......................................................................................................... 4
B. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA .................................................................................................... 11
C. LEASING ..................................................................................................................................... 16
HOOFDSTUK 8: SCHULDEN (VREEMD VERMOGEN) .......................................................................... 23
A. SCHULDEN OP KORTE TERMIJN................................................................................................. 23
B. SCHULDEN OP LANGE TERMIJN ................................................................................................ 27
HOOFDSTUK 10: VOORZIENINGEN/ONZEKERHEDEN ........................................................................ 37
10.1 BEGRIP ................................................................................................................................... 37
10.2 SOORTEN ............................................................................................................................... 37
10.3 BOEKHOUDKUNDIGE VERWERKING ...................................................................................... 38
10.3 FISCALITEIT ............................................................................................................................ 38
HOOFDSTUK 9: EVOLUTIE VAN HET EIGEN VERMOGEN ................................................................... 39
9.1 OPRICHTING VAN EEN NV ....................................................................................................... 39
9.2 GEDETAILLEERDE RESULTAATVERWERKING ........................................................................... 42
9.3 SAMENGEVAT .......................................................................................................................... 48
MODULE II: FINANCIËLE EN NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING ..................................................... 49
DEEL 1: NIET-FINANCIËLE RAPPORTERING → SUSTAINABILITY REPORTING .................................... 49
1.1 INLEIDING ................................................................................................................................ 49
1.2 EU GREEN DEAL & THE EU SUSTAINABLE FINANCE ACTION PLAN.......................................... 49
1.3 CRSD – WHO? .......................................................................................................................... 51
1.4 CORPORATE SUSTAINABILITY REPORTING DIRECTIVE (CRSD) ................................................ 52
1.5 REPORTING REQUIREMENTS ................................................................................................... 53
1.6 ASSURANCE REQUIREMENTS .................................................................................................. 57
1.7 EU TAXONOMY ........................................................................................................................ 58
1.8 CRSD & EU TAXONOMY – WHEN? ........................................................................................... 60
DEEL 2: FINANCIËLE RAPPORTERING → JAARREKENINGANALYSE ................................................... 61
1.1 INLEIDING ................................................................................................................................ 61
1.2 HORIZONTALE EN VERTICALE ANALYSE................................................................................... 66
1.3 RATIOANALYSE ........................................................................................................................ 77
1.4 KASSTROOMANALYSE.............................................................................................................. 97
1.5 CASH IS KING ......................................................................................................................... 100
1.5 CASE STUDY: LOTUS BAKERIES BELGIUM .............................................................................. 101
1
Samenvatting Merel Van Mullem
,MODULE III: AUDITING ..............................................................................................................103
DEEL 1: GASTSPREKER GRANT THORNTON ..................................................................................... 103
1. HET AUDITBEROEP................................................................................................................... 103
2. HET CONTROLEPROCES ........................................................................................................... 113
DEEL 2: GASTSPREKER GRANT THRONTON ..................................................................................... 119
MODULE IV: MANAGEMENT ACCOUNTING ................................................................................135
DEEL I: INTRODUCTIE....................................................................................................................... 135
1. MANAGEMENT ACCOUNTING EN ORGANISATIESTRUCTUUR ................................................ 135
2. CLASSIFICATIE VAN KOSTEN .................................................................................................... 139
DEEL II: PRODUCT COSTING............................................................................................................. 153
1. KOSTENALLOCATIE .................................................................................................................. 153
2. ALLOCATIE VAN DEPARTEMENTSKOSTEN ............................................................................... 157
3. METHODE 1: JOB-ORDER COSTING ......................................................................................... 160
4. METHODE 2: ACTIVITY-BASED COSTING (ABC) ....................................................................... 176
DEEL III: BESLUITVORMING ............................................................................................................. 179
1. COST-VOLUME-PROFIT ANALYSE ............................................................................................ 179
DEEL IV: PLANNING EN CONTROLE ................................................................................................. 188
1. MASTER BUDGET ..................................................................................................................... 188
2
Samenvatting Merel Van Mullem
,Het vak ‘inleiding tot boekhouden en financiën’ uit het schakeljaar is basiskennis
Hoofdstuk 1: balans
Hoofdstuk 2: RR
Hoofdstuk 3: boekhoudkundige proces + resultaatsverwerking
Hoofdstuk 4: verkoopcyclus (omzet) + vorderingen
Hoofdstuk 5: aankoopcyclus (KVG) + voorraden
!! Hoofdstuk 6: overlopende rekeningen
Debet Credit
Bezittingen + -
Schulden + EV - +
Opbrengsten - +
Kosten + -
MODULE I: BOEKHOUDEN
HOOFDSTUK 7: VASTE ACTIVA
Vaste activa = bezittingen die de vennootschap DUURZAAM aanwendt voor de bedrijfsuitoefening
Vaste activa Vlottende activa
• Wordt op LT gebruikt • Zo snel mogelijk omgezet in cash
• Gebruikt • Verbruikt
In dit hoofdstuk bespreken we dit uitgebreider
3 soorten vaste activa
1. Materiële vaste activa: tastbaar van aard = niet-financiële vaste activa
2. Immateriële vaste activa: niet tastbaar van aard
3. Financiële vaste activa: duurzame beleggingen in aandelen of vastrentende effecten zoals
obligaties van andere ondernemingen
• Niet tastbaar van aard
• Dit behandelen wij NIET
Kenmerken niet-financiële vaste activa:
• In bezit voor lange periode (15-20 jaar)
• Ter ondersteuning van de productie en de verkoop van goederen en diensten
• !! Niet bestemd voor verkoop in het kader van normale bedrijfsactiviteit
→ Het kan worden verkocht na verloop van tijd, maar dit is niet het doel
!! Naast aard, beïnvloedt ook de bestemming de classificatie
Voorbeeld: vrachtwagen in transportbedrijf → vaste activa
vrachtwagen bij vrachtwagenproducent → voorraad
3
Samenvatting Merel Van Mullem
,A. MATERIËLE VASTE ACTIVA
1. OMSCHRIJVING
6 categorieën (22 → 27):
22: terreinen en gebouwen
23: installaties, machines en uitrusting
24: meubilair en rollend materieel
25: leasing en soortgelijke rechten
26: overige materiële vaste activa → vast actief dat de vennootschap niet zelf gebruikt
27: activa in aanbouw en vooruitbetalingen → gebruiken wij NIET
2. WAARDERING TEGEN AANSCHAFFINGSWAARDE (AW)
De aanschaffingswaarde kan 3 verschillende waardes aannemen:
AANSCHAFFINGSPRIJS
Wanneer? Bedrijf koopt MVA aan bij een derde
Wat? Aankoopprijs + kosten om goed bedrijfsklaar te maken (transport, installatie & importbelasting)
Dt 2300 Machine
Ct 4400 Handelsschulden
VERVAARDIGINGSPRIJS
Wanneer? Bedrijf maakt het MVA zelf (vb. zelfgemaakte loods)
Stap 2: vennootschap neemt het gemaakte MVA in gebruik
→ Kosten transfereren naar MVA door het boeken van een opbrengst
Dt 2210 Gebouwen
Ct 7200 Geproduceerde vaste activa
Keuze tussen integrale of variabele kostprijsmethode
A) Integrale vervaardigingsprijs (full costing): directe + indirecte productiekosten
B) Directe of variabele vervaardigingsprijs (direct costing): enkel directe productiekosten
Directe kosten = kosten die je kunt linken aan een product/dienst die je maakt
→ Materiaal + arbeid + algemeen (vb. kostprijs energie)
INBRENGWAARDE
Wanneer? Bedrijf verwerft MVA door een inbreng
Voorbeeld: aandeelhouder brengt een gebouw in (in plaats van geld) in ruil voor aandelen
Wat? Waarde waarin ingebrachte goed wordt geschat → onder toezicht bedrijfsrevisor
4
Samenvatting Merel Van Mullem
,3. AFSCHRIJVINGEN
Na verwerving: de waarde van MVA neemt af, dit kan:
• Geleidelijk: afschrijvingen → bespreken we nu
• Schoksgewijs: waardeverminderingen → puntje 5
MAAR waarde kan ook toenemen: herwaarderingen → puntje 6
= de periode waarin opbrengsten worden gerealiseerd
3.1 DEFINITIE
Toerekeningsaanpak (accrual basis) Kasaanpak (cash basis)
Kost (AW) uitspreiden over de GEBRUIKSDUUR Kijken naar geldstromen
→ Dit gebeurt via AFSCHRIJVINGEN → MVA in kost nemen in periode aanwerving
Voldoet aan overeenstemmingsprincipe MAAR probleem: overeenstemmingsprincipe
Eindejaarsboeking: op het einde van het = je mag kosten pas inboeken wanneer
boekjaar kijk je hoeveel je moet afschrijven overeenstemmende opbrengsten zijn
Vb. je koopt een vrachtwagen en boekt elk jaar Vb. je koopt een vrachtwagen, wat vervolgens
een deel in je resultatenrekening die volledig als kost wordt ingebracht
overeenkomt met een bepaalde opbrengst
!! Eindejaarsboekingen:
Btw-saldering (H4)
Afschrijvingen (H7)
Dubieuze debiteuren (H4)
Voorraden (H5)
Voorzieningen voor risico’s en kosten (H10) voor vakantiegeld en geraamde belastingen (H8)
Overlopende rekeningen (H6)
Leningen (H8)
Koersen (bekijken we niet)
Afschrijvingen:
• Enkel op MVA met beperkte gebruiksduur (onderhevig aan slijtage en/of veroudering)
(Terreinen hebben een onbeperkte gebruiksduur → schrijven we NIET af)
• Uitvoeren op AW: terugbrengen tot de restwaarde van het goed
• 2 functies:
1) Kostprijs spreiden over volledige gebruiksduur
2) Geleidelijke waarde-afname weergeven in de boekhouding
Invloed op belastingen: meer afschrijvingen → meer kosten → minder winst → minder belastingen
5
Samenvatting Merel Van Mullem
,Belangrijke begrippen:
Aanschaffingswaarde (AW) = AK-prijs + bijkomende kosten
Afschrijfbare bedrag (AB) = AW – RW
Restwaarde (RW) = bedrag dat vennootschap kan verkrijgen uit verkoop einde gebruiksduur
Gebruiksduur (n) = periode van afschrijving
Bedrag (A) = bedrag van afschrijving
Nettoboekwaarde (NBW) = AW – gecumuleerde afschrijvingen
3.2 AFSCHRIJVINGSMETHODES
→ Afschrijvingen dienen op SYSTEMATISCHE wijze te gebeuren
Indien een afschrijvingsmethode is gekozen, dienen ze zich hieraan te houden
2 doelen van afschrijvingen:
1. Je actief daalt in waarde over de tijd → waardevermindering
2. Je kunt de kosten van het actief in je RR brengen → kosten boeken
Stap 1: je plaatst de aankoop op je balans (vaste activa)
Dt 2400 Rollend materieel
Ct 4400 Leveranciers
Stap 2: je schrijft af via de resultatenrekening overheen de gebruiksduur
Dt 6302 Afschrijvingen
Ct 2409 Rollend materieel – gecumuleerde afschrijvingen
Rekening 2409 = CONTRAREKENING
• Contrarekening is ALTIJD verbonden met een andere rekening (hier bezitsrekening 2400)
• Contrarekeningen eindigen altijd op het cijfer 9
METHODE 1: LINEAIRE AFSCHRIJVING
= waarde neemt elk jaar af met hetzelfde bedrag (A)
• Afschrijvingen gelijk/identiek in elke periode
• NBW daalt op lineaire wijze
• Filosofie: vaste activa genereren in elke periode dezelfde opbrengsten
Toepassing:
AW = €30.000
RW = €5.000
n = 5 jaar
𝐴𝐵 𝐴𝑊−𝑅𝑊 €25.000
Mogelijkheid 1: op basis van gebruiksduur = 𝑛
= 𝑛
= 5
= €5.000
100% 100%
Mogelijkheid 2: Op basis van percentage = 𝑛
= 5 = 20% 𝑥 𝐴𝐵 = 20% 𝑥 €25.000 = €5.000
6
Samenvatting Merel Van Mullem
,METHODE 2: DEGRESSIEVE AFSCHRIJVING (DUBBEL DEGRESSIEVE METHODE)
= er wordt meer afgeschreven in het begin
• Afschrijvingen afnemend (in het begin schrijf je veel af, op het einde minder)
• MVA daalt het sterkst in waarde kort na de ingebruikneming
→ Het eerste gebruik veroorzaakt een grotere veroudering dan het latere gebruik
→ Grootste waardevermindering vindt plaats in het eerste jaar van gebruik
Voorbeeld: je rijdt een nieuwe wagen uit de garage & verliest enorm veel waarde
• Beter in lijn met bedrijfseconomische realiteit (dan bij lineaire afschrijving)
• Filosofie:
▪ Vaste activa genereren in de eerste periodes meer opbrengsten
▪ Compensatie voor hogere kosten van onderhoud en herstelling in latere periodes
→ Meer gelijkmatige druk op de RR
Wij bespreken 1 methode: double declining balance methode (DDB) = vaste % boekwaarde (VPB)
• Vast percentage = meestal DUBBELE van het lineaire afschrijvingspercentage
• Indien degressieve bedragen < lineaire bedragen = overschakelen naar lineaire bedragen
Als Adegressief ≥ Alineair: 2 x p x NBW
Als Adegressief < Alineair: p x AB
Toepassing:
AW = €30.000
Het dubbele percentage van de lineaire
RW = €5.000
n = 5 jaar
In jaar 3: Adegressief = €4.320 < Alineair = €5.000 → overschakelen op lineair
Voorlaatste jaar: restwaarde in rekening brengen (wordt in het begin genegeerd)
Laatste jaar: niet afschrijven
7
Samenvatting Merel Van Mullem
,3.3 FISCALE ASPECTEN
2017: zomerakkoord → vennootschapsbelasting gewijzigd in België
• Degressieve afschrijvingsmethode = fiscaal NIET meer toegelaten vanaf boekjaar 2020
• Enkel lineaire afschrijvingsmethode mag nog worden gebruikt
Oorzaak: bij versnelde afschrijvingen zijn de kosten in de eerste jaren hoger → minder belastingen
→ Degressieve afschrijvingsmethoden zorgen voor een SNELLER (maar niet meer!) belastingvoordeel
!! DUS er worden uiteindelijk bij beide methoden evenveel belastingen betaald
Stel: een bedrijf past de degressieve afschrijvingsmethode toe
Gevolg: bedrijfseconomische afschrijvingen > fiscaal toegestane afschrijvingen
→ Vennootschap wordt belast volgens wat fiscaal is toegestaan
Fiscus legt jaarlijkse toegestane afschrijvingspercentages op:
Kantoor-en handelsgebouwen: 3%
Nijverheidsgebouwen en garages: 5%
Rollend materieel: 20%
Meubilair, machines en materieel: 10%
Klein materieel: 33%
Fiscus legt minimale gebruiksduur op → indien sneller: versnelde afschrijvingskost verwerpen
Auto: minimum 5 jaar
Kantoorgebouwen: minimum 33 jaar
8
Samenvatting Merel Van Mullem
,3.4 AANPASSINGEN VAN HET AFSCHRIJVINGSSCHEMA
Als boekwaarde > gebruikswaarde (gewijzigde economische of technologische omstandigheden)
DAN verplichte aanvullende of niet-recurrente afschrijvingen
Toepassing: vrachtwagen uit ons voorbeeld is reeds 2 jaar lineair afgeschreven
De gebruikswaarde daalt tot €11.000 door een defect
Verplicht: aanvullende of niet-recurrente afschrijving boeken van €9.000
Als boekwaarde < gebruikswaarde → terugneming afschrijvingen
1) Verplicht bij niet-recurrente afschrijvingen
Dt 2X09 MVA-geboekte afschrijvingen 9.000
Ct 7601 Terugneming van afschrijvingen op MVA 9.000
2) Facultatief voor aanpassingen op oorspronkelijk afschrijvingsplan
Stel: je herschat de verwachte gebruiksduur op 8 jaar (ipv 5 jaar)
Dt 2X09 MVA-geboekte afschrijvingen 3.750
Ct 7601 Terugneming van afschrijvingen op MVA 3.750
Debet van een 6-rekening komt overeen
met een credit van een 7-rekening
→ Minder in kost nemen = hetzelfde als
meer opbrengst boeken
9
Samenvatting Merel Van Mullem
, 7. TOEPASSING (SMARTPHOTO)
NBW = AW – gecumuleerde afschrijvingen
942.000 – 603.011 = 338.989
960.353 – 650.410 = 309.943
Gecumuleerde
afschrijvingen
Toelichting
• Bestuursorgaan licht de waarderingsregels toe (met afschrijvingspercentages)
• Balansposten
10
Samenvatting Merel Van Mullem
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MerelVnmm. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.