Geschiedenis van het publiekrecht en van de politiek
HOOFDSTUK 1: inleiding
1. DEFINITIE
Geschiedenis
Rechtsgeschiedenis
= metajuridica -> vraagt zich af waarom het paradigma zo is; beschouwend, kritisch,
reflecterend…
- Al onze regels worden bepaald door de context
- Rechtgeschiedenis kijkt in de geschiedenis en zoekt achter verklaringen waarom we
bepaalde paradigma’s hebben.
- Afstand van het positief recht
Het ‘ideale’ recht (ethische stroming) = ieder land eigen idee hierover
Het positieve recht = ponere (latijn), het recht dat hier en nu geldt; wat de rechtbanken
toepassen.
bv. België max 120km/h op snelweg, Duitsland op sommige plaatsen meer dan 120 km/h
paradigma = geheel vn veronderstellingen/aanvaarde principes waarbinnen een wetenschap
georganiseerd wordt
- Als we uit het paradigma stappen, zien we da het juridisch soms niet mogelijk is.
bv. aarde staat in het midden, aarder draait errond en alle stellingen werden daarop
gebaseerd. -> niet correct, dus nieuwe paradigma gecreëerd
Recht veranderd door evolutie en de hedendaagse techniek.
Link tss recht en religie? = ieder land eigen aanpak hiervoor
Religie heeft zijn invloed verloren in onze maatschappij, maar in andere maatschappijen wel
nog.
Rechteconomie (mooie voorbeelden gezien door covid pandemie)
- Economische benadering vn een probleem
Sanctie = reactie vh recht op een bepaald gegeven bv. boete, schadevergoeding
- Verbinden aan regels anders worden ze niet nageleefd
nemo censetur ignorare legem = niemand wordt geacht de wet niet te kennen
(iedereen wordt geacht de wet te kennen) -> is realistisch gezien niet mogelijk
Belgisch staatsblad -> geeft alle Belgische normen weer
‘Founding father’ vn de rechtsgeschiedenis Carl Friedrich von Savigny
Recht streeft nr objectiviteit, maar nooit 100% mogelijk.
,In het recht is het belangrijk om het standpunt vn een ander in te nemen
Vroeger in rechten twee faculteiten -> romeinse en katholieke
Als je goed recht wilt studeren, moet je de geschiedenis studeren.
Recht(swetenschap) en geschiedenis(wetenschap) dienen elkaar
Heuristiek = op welk moment moeten we welke wet toepassen; toepassing van de norm in
de gevraagde tijd
Probleem heuristiek? -> tijdlijn maken!!
Consolidering vn wetteksten = de nieuwe wetten consolideren in de oorspronkelijke
wetboeken zodat die “vernieuwd” blijft
Geconsolideerde wetgeving = de wetgeving zoals die hier en nu geldt, met alle wijzigingen
die zijn gemaakt sinds 1804
- Belangrijkste regels vn onze maatschappij staan in wetboeken
- In basiswetboeken worden er aanpassingen gedaan
Gemeenrecht = de normale regels; de regels die normaal gelden als er geen uitzondering
staat in het wetboek
- nu gepubliceerd, is 10 dagen later pas van toepassing
- vn dwingende wet kan je niet afwijken, vn een aanvullende wet kun je afwijken en
mag de oude wet blijven toegepast vr jou indien nodig
1831 -> herstructurering Belgische staat + ‘alle Belgen zijn gelijk voor de wet’
1993 -> staatshervorming
Coördinatie vn grondwet = alle mogelijke wetbepalingen die bestaan, behouden we zoals
die zijn maar gaan we opnieuw logisch ordenen en structureren.
We hebben nu een geconsolideerde versie van de gecoördineerde wetgeving.
IPR = internationaal privaat recht
privaat recht = verhoudingen tss privé personen
- privaatrechtelijk met een grensoverschrijdende dimensie (over de grens vn een land)
Welk recht gebruik je als je bv. Belg bent, woont in Italië, je bent samen met een Spaanse en
je trouwde in Marokko????????? PROBLEEM met internationale tentakels (≈ IPR)
- als je in een land een akte opmaakt en die is geldig volgens de regels vn het land, dan
is de vorm van de akte formeel. Wil je ermee naar een ander land, blijft geldig omdat
het geldig was in het ander land op het moment dat je het aanmaakte.
- De plaats regelt de vorm vd akte
Twee deelvragen
- Is het formeel geldig? Vorm
bv. het is geldig bij de pastoor dus ook bij de notaris
- Is het materieel geldig? Inhoud
,Het kan formeel geldig zijn en materieel ongeldig.
Testament
- ingevoerd in de middeleeuwen door de kerk
- vóór 1789: naar pastoor (niet naar notaris) om testament op te maken -> belangrijke
rol
- “vergeet niet om iets te geven aan de kerk”
- Franse revolutionairen hebben dit afgekapt en willen een notaris
3 mogelijke testamenten
1. notarieel testament = De “testator” dicteert zijn testament aan de notaris die er een
authentieke akte van opmaakt
2. holografisch testament = zelfgeschreven testament dat of uiterste wil die niet ten
overstaan van de notaris werd opgemaakt, maar wel bij hem is gedeponeerd.
3. geschreven tekst afgegeven aan de notaris
Interpretatie = het correct begrijpen vd normen in de gegeven tijd
-> veranderd doorheen de tijd
Wetshistorische interpretatie -> we gaan kijken naar het tot stand komen vn een recht
Rechtshistorische historie -> we gaan kijken hoe het volledig recht in zn context gewijzigd is
Verworven rechten = rechten waarvoor “gevochten” is adhv stakingen etc
(Historische) expertise zorgt voor verduidelijking vn de feiten.
Negationisme = het negeren vn de feiten (bv. holocaust negeren)
wetsONTWERP vs wetsVOORSTEL verschil kennen
Voorbereidende documenten van de (formele) wet
- WetsONTWERP of wetsVOORSTEL
- Memorie van toelichting of exposé des motifs = uiteenzetting vd redenenen wrm we
die wet maken
- Advies Afd.Wetgeving Raad van State
- Afdeling wetgeving = experten die de technisch juridisch advies geven
- Afdeling bestuursrechtzaak
- Verslag parlementaire commissie
- Amendementen
- Ontwerp goedgekeurd in één kamer
-> RATIO LEGIS = de reden vn de wet
Wnr een historicus een geschiedenis probeert samen te stellen zal hij zoveel mogelijk
bronnen verzamelen. -> historische bronnen (dagboeken, testamenten, jurdisiche
documenten…)
, Rechtsbronnen zijn bronnen waar het recht vandaan komt.
Materiele rechtsbronnen formele rechtsbronnen
bv. politiek, economie, klimaat, religie… => VORM
=> INHOUD
gewoonte
algemeen rechtsprincipe
wet rechtsspraak rechtsleer/doctrine
(alle mogelijke geschriften die
bestaan over het recht)
Rechtsleer is een goeie historische bron.
Gewoonte is niet goed, want het gewoontes zijn ongeschreven.
Continuïteit
Recht voor en na Franse revolutie helemaal anders.
Eerste fase vn revolutie is niet spectaculair; tweede koning dood -> republiek
De vorm vaak continu, maar de inhoud (materieel) is wel veranderd.
- Wettelijk land bv. er zijn schuttersgilden -> sommige bestaan sinds 16e-17e eeuw,
puur vorm niet veel verandert, maar inhoudelijk wel.
Pragmatisch conservatisme (EXAMEN!!!) : niet alles weggooien en met schone lei beginnen;
zoveel mogelijk houden maar wijzigen wat we niet goed vinden.
De puntjes dat we moeten verbeteren = pragmatisch
Conservatief : de bestaande wet kan je niet aanpassen, de bestaande wet pas je toe op
gevallen dat voorkomen.
Conservatief vs progressief
politieke partijen worden zo vooruitstrevend (beleid), het
genoemd als zij tegen snelle recht gebruiken om iets te
maatschappelijke beteren
veranderingen zijn en
traditionele normen en
waarden aanhangen. Verder
zijn conservatieve partijen in
het algemeen voorstander
van een kleine overheid,
met beperkte
bevoegdheden.