Eric van Breda 2020 – 2021 Stofwisseling, energiebalans en inspanning
Menselijke fysiologie
Hoofdstuk 22: Metabolisme en energiebalans
22.1
De controle van voedselinname is een complex proces. Er zijn twee tegenstrijdige
gedragsmatige te beïnvloeden toestanden: eetlust en verzadiging. Deze worden door de
hypothalamus geregeld: voedingscentrum en verzadigingscentrum.
Er zijn twee verschillende theorieën om te verklaren hoe veel we eten:
- Glucostatische setpoint-theorie
Men eet om de bloedsuikerspiegel op peil te houden. Je eet dus wanneer je
suikerniveau daalt en stopt met eten wanneer je het weer op een normaal niveau
hebt gebracht.
- Lipostatische setpoint-theorie
Elke persoon heeft een bepaald streefniveau als het gaat om lichaamsvet. Men eet
dan om deze streefwaarde te herstellen.
Beide theorieën gaan heel hard uit van: het lichaam bepaalt wanneer we eten. Verder
hebben deze theorieën best wel wat beperkingen, ze houden namelijk geen rekening met de
invloed van smaak, opvoeding en sociale factoren (vb. lievelingseten).
De energie die binnenkomt in ons lichaam wordt gebaseerd op honger en verzadiging, maar
ook op sociale en fysiologische factoren. Het is dus niet enkel een fysiologisch proces, maar
ook sociaal en mentaal. De energie die buitengaat is veel meer fysiologisch, o.a. warmte en
arbeid.
Energiegebruik van de mens bestaat uit 3 blokken: rustmetabolisme, energie die nodig is
voor het verwerken van voedsel, energie nodig voor activiteiten.
22.2
Energiebalans is de balans tussen energie inname en het energiegebruik. De totale
lichaamsenergie bestaat uit de opgeslagen energie (vetten en suikers), de energie inname
en het energiegebruik. Het energiegebruik zelf bestaat uit arbeid en warmte. Er zijn drie
belangrijke oorzaken van energiegebruik door onze cellen: (1) transport over het
celmembraan, (2) mechanische arbeid, (3) chemische arbeid = synthese en opslag van
voeding en 90% hiervan gebeurt onbewust. We kunnen wel bewust meer/minder energie
gaan gebruiken of innemen.
Positieve energie balans: je neemt meer kJ in dan dat je gebruikt en je zal toenemen in
lichaamsgewicht. Negatieve energiebalans: je gebruikt meer kJ dan dat je inneemt.
Energie is de capaciteit van een systeem om licht, warmte of beweging te produceren. De
SI-eenheid is Joule. Dit geeft de mogelijkheid om arbeid te verrichten. De wet van behoud
van energie zegt dat de totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem blijft altijd gelijk.
ALTIJD ZEGGEN ENERGIEGEBRUIK IPV ENERGIEVERBRUIK!
Vermogen is de energie per tijdseenheid. Het wordt uitgedrukt in Watt (J/s).
, Eric van Breda 2020 – 2021 Stofwisseling, energiebalans en inspanning
Energiegebruik- wordt bepaald door lichaamsomvang en samenstelling, omgevingsfactoren
en gedrag. Verschil BMR en REE: basaal energiegebruik is de energie die je gebruikt vanaf
dat je gaat liggen en in slaap valt tot je wakker wordt. Rustenergiemetabolisme is in een lab
gemeten waarbij men dus al is opgestaan en naar daar gereden etc. Een groter lichaam
vraagt meer energie. De belangrijkste omgevingsfactor die van invloed is op energiegebruik
is de omgevingstemperatuur. Waar energiegebruik stijgt bij een koude omgeving door rillen
en in een warme omgeving door verdamping van zweet.
22.3
In het lichaam zitten meer koolhydraten dan vet. Vet bevalt 9kCal per gram en koolhydraten
bevatten 4 kCal per gram. <om van kJ naar kCal te gaan moet je delen door 4,187> Er is
een grote opslagcapaciteit voor vetten en een beperkte opslagcapaciteit voor koolhydraten.
Koolhydraten hebben een hoge turnover en vetten hebben een lage turnover.
SNAP DE 2 LAATSTE KOLOMMEN
NIET!!??
Het doel van energiegebruik is het omzetten van chemische energie in mechanische
energie. De enige energiebron die het lichaam gebruikt voor alle processen is ATP. Energie
is opgeslagen in vet en glycogeen. Glycogeen is een polymeer van glucose en is opgeslagen
in de lever en skeletspieren. De energie in vetten is veel groter, maar ook veel moeilijker om
er toegang tot te krijgen.
De anabole pathways (gevoede toestand) zorgen dat grote moleculen gemaakt worden uit
kleinere moleculen. Katabole pathways (gevaste toestand) breken grote moleculen af in
kleinere moleculen.
Vetten komen het lichaam binnen als
triglycerides en kunnen worden opgeslagen
vanuit de vrije vetzuurpoel en dat heet dan
lipogenese (maken van vet). Lipolyse is dan
weer het reeds opgeslagen vet
terugbrengen naar de vrije vetzuurpoel.
Een andere optie is glucose omzetten in
vet, dit heet glycogenese. De afbraak van
glycogeen heet glycolyse. Je kan nieuw
glucose maken uit aminozuren, dat heet
gluconeogenese. Dit wordt vooral gestuurd
als de glucose poel te laag is.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur adamsmarie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.