Fysieke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Babytijd Groei en ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling volgens Piaget De basis van sociaal gedrag
Gewicht: - Jean Piaget Emoties in de babytijd: kennen baby’s emotionele pieken
- Geboorte: 3,5 kilo - Actie=kennis en dalen?
- 5 maand: verdubbeld: 7 kilo - Kennis is resultaat van ervaringen - Basisemoties (woede, angst, verdriet, blijdschap, walging
- 1 jaar: verdrievoudigd: 10 kilo - baby’s leren vooral door te doen en verbazing) zijn multi-cultureel en niet
- 2 jaar: verviervoudigd: 14 kilo leeftijdsgebonden
let op gemiddelde!! Belangrijke elementen van Piagets theorie - baby beschikt over breed scala aan emotionele
- 4 universele stadia expressies
Lengte: 1. Sensomotorische stadium (0-2 jaar) - baby uit emoties op zelfde manier als volwassenen, maar
- Geboorte: 50 cm 2. Preoperationeel stadium (2-7 jaar) beleefd deze anders
- 1 jaar: 75 cm 3. Concreet operationeel stadium (7-12 jaar) - Differentiële emotietheorie= de theorie dat emotionele
- 2 jaar: 90 cm 4. Formeel operationeel stadium (12-volwassenheid) uitingen niet alleen emotionele ervaringen weerspiegelen
ook hier gemiddelde overgang wanneer kind juiste niveau van rijping heeft maar ook de emoties zelf helpen reguleren. Emoties uiten,
let op verhouding hoofd: bereikt en is blootgesteld aan relevante ervaringen. Het is emoties beleven en emoties reguleren
- Geboorte: ¼ ook belangrijk om te kijken naar de veranderingen in de
- 2j: 1/5 kwaliteit van de kennis en het begrip van de kinderen Vreemdenangst en scheidingsangst
- Volwassenen: 1/8 - Vreemdenangst= de voorzichtigheid en
- Schema terughoudendheid die baby’s laten zien als ze een
4 principes van groei (verklaringen voor de patronen van = mentale structuren die fundamentele bouwstenen zijn onbekende ontmoeten
groei) van de manier waarop wij de wereld zien. Oorzaken:
1. Cefalocaudaal principe = manier waarop de baby kennis over en inzicht in een ´ Kunnen mensen die ze kennen onderscheiden
= eerst hoofd en bovenste delen, later rest van lichaam nieuw object vergaart van mensen die ze niet kennen
2. Proximodistaal principe Naarmate we onze kennis uitbreiden en organiseren, ´ Kunnen positief reageren op mensen die ze
= van centrum van lichaam naar buiten toe vormen en veranderen we onze schema’s kennen
3. Hiërarchische integratie - Adaptatie= eigenschap van iemand om zich aan te ´ Herkennen mensen die vreemd zijn
= eenvoudige vaardigheden ontwikkelen afzonderlijk, passen aan zijn omgeving ´ Ervaren angst wanneer er iets gebeurt dat ze niet
integreren later in complexere vaardigheden Assimilatie= het proces waarmee mensen kunnen verklaren
4. Onafhankelijkheid van systemen ervaringen interpreteren aan de hand van hun individuele verschillen
= ieder lichaamssysteem heeft een eigen groeitempo huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en baby’s reageren positiever bij vrouwen en kinderen
denkwijze - Scheidingsangst= angst die bij kinderen wordt
Accommodatie= het proces waarmee mensen opgeroepen door de afwezigheid van hun vaste verzorger,
bestaande manieren van denken of doen het is een universeel verschijnsel. Start rond 7 of 8
veranderen als reactie op ontmoetingen met maanden en neemt af vanaf 14 maanden
nieuwe stimuli of gebeurtenissen
1
,Ontwikkeling van de neuronen De sensomotorische periode: de basis van de vroege Glimlach
- Afsterven van overbodige neuronen (snoeien van cognitieve groei - voorspelbaar glimlachen bij stimuli die hen bevallen
synapsen) efficiënter zenuwstelsel = het eerste stadia in Piagets theorie, waarin het kind - Sociale glimlach= glimlach van een baby in reactie op een
- Meer dendrieten en axonen worden bedekt met myeline sterk afhankelijk is van zijn aangeboren motorische reactie ander persoon
biedt bescherming en versnelt overdracht van op stimuli, van 0 tot 2 jaar Het interpreteren van de gezichtsuitdrukkingen en
zenuwsignalen - 6 substadia, vaste volgorde maar de timing is afhankelijk stemmen van anderen
- Neuronen groeperen zich per functie 1. Eenvoudige reflexen (0-1m) - baby’s leren al vroeg om emoties voort te brengen en te
- motorische vaardigheden verbeteren Reflexen interpreteren
- shakenbabysyndroom Eerste maand van het leven - die vermogen helpen hen niet alleen bij het ervaren van
Bepalen de aard van de interacties met de wereld hun eigen emoties, maar ook bij het gebruiken van de
Omgevingsinvloeden op de ontwikkeling van de hersenen Bv: ander zuigen afhankelijk van wat er wordt emoties van anderen om de betekenis van onduidelijke
(genetisch en omgeving) aangeboden (tepel of speen) situaties te begrijpen
- Plasticiteit 2. Eerste gewoonten en primaire circulaire reacties (1-4m)
eerste paar jaar het grootst Afzonderlijke reacties tot geïntegreerde De ontwikkeling van het ik: weten baby’s wie ze zijn
taken van gekwetste gebieden kunnen overgenomen activiteiten coördineren - Zelfbesef= het bewustzijn dat men los van de rest van de
worden door andere gebieden Circulaire reacties = een activiteit die de wereld bestaat
- Gevoelige periode ontwikkeling van cognitieve schema’s mogelijk - Spiegel-rouge test: baby krijgt rode stip op zijn neus en
maakt dankzij de herhaling van een willekeurige wordt voor spiegel gezet, baby probeert vlek weg te doen
Cycli van de babytijd motorische handeling, hebben betrekking op de op eigen neus zelfbewust
- Ritme van het lichaampje herhaling van interessante of prettige acties, - Kinderen tussen 18 en 24 maanden zijn zich bewust van
- Basale activiteiten gewoon omdat het leuk is hun fysieke eigenschappen en capaciteiten
Vb: staart naar object terwijl hij het aanraakt,
Ritmen en stadia herhaaldelijk duimzuigen Social referencing: voelen wat anderen voelen
- Ritmen: meteen zichtbaar, subtiel, observatie 3. Secundaire circulaire reacties (4-8m) - Social referencing= het doelbewust zoeken naar
- Gedragstoestand zorgt voor de mate van stimulatie die Beginnen in te spelen op hun omgeving informatie over de gevoelens van anderen om
nodig is om de aandacht te trekken Secundaire circulaire reacties = schema’s die onduidelijke omstandigheden en gebeurtenissen te
betrekking hebben op herhaalde acties die een kunnen verplaatsen
gewenst resultaat opleveren, hebben betrekking - helpt ons bepalen wat een geschikte reactie zou zijn
Slaap
op de buitenwereld - rond 8 of 9 maanden
- Baby brengt grotendeel van de dag al slapend door (16-
Gebruiken meer hun stem vocalisatie - vrij complexe sociale vaardigheid
17u per dag)
Vb: herhaaldelijk rammelaar schudden
- hartslag neemt toe, stijgt bloeddruk, versnelt
ademhaling, pupillen bewegen
- REM-slaap (geassocieerd met dromen)
- functie: autostimulatie
- Wiegendood
2
,De fysieke ontwikkeling 4. Coördinatie van secundaire reacties (8-12m) Theory of mind: hoe baby’s het mentale leven van anderen
Intentioneel gedrag= gedrag waarbij en van zichzelf zien
Reflexen (overleven, aanpassen en beschermen) verschillende schema’s gecombineerd en - Theory of mind= cognitieve vaardigheid om aan jezelf en
- Zoekreflex: hoofd draaien van dingen die wang raken gecoördineerd worden tot één enkele actie om aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en intenties
inname van voetsel een probleem op te lossen toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op het
- Stapreflex: beweging van benen wanneer baby rechtop Het vermogen om bepaalde middelen te gedrag van anderen
wordt gehouden en de voeten de grond raken gebruiken om bepaalde doelen te bereiken en - Empathie= emotionele respons die correspondeert met
voorbereiding van onafhankelijk bewegen hun vermogen om op toekomstige de gevoelens van een andere persoon, vanaf 1 of 2j
- Zwemreflex: maken van zwembewegingen als baby met omstandigheden te anticiperen Vanaf 2j andere kinderen troosten of er bezorgd over
hoofd naar beneden in het water ligt objectpermanentie= het besef dat mensen en zijn + misleiding
vermijding van gevaar objecten niet ophouden te bestaan, ook al zijn ze
- Moro-reflex: geactiveerd als de ondersteuning van de onzichtbaar Relaties aangaan
nek wegvalt, de armen spreiden zich en willen zich ergens vb Sally Anne test
aan vast klampen 5. Tertiaire circulaire reacties (12- 18m) Hechting: het vormen van sociale banden
bescherming tegen vallen = schema’s die betrekking hebben op de doelbewuste - Hechting= het intieme fysieke en emotionele contact
- Babinski-reflex: spreiden van tenen bij aanraking voet variatie van acties die tot gewenste resultaten leiden tussen ouder en kind in de periode direct na de geboorte
onbekend ontdekken van consequenties - Gehechtheidsrelatie: pas vanaf 7 à 8 maanden, komt tot
- Schrikreflex: bij plotseling geluid worden armen en vb: kijken hoe speelgoedje valt uiting wanneer het kind gescheiden wordt van zijn
vingers gespreid en de rug overstrekt 6. Het begin van het denken (18- 24m) gehechtheidsfiguur en wanneer het kind in nood is of
bescherming vermogen tot mentale representatie of stress ondergaat
- Knipper-reflex: snel sluiten en openen van ogen bij symbolisch denken - aard van hechting in babytijd is bepalend voor de manier
blootstelling aan ligt Mentale representatie= een innerlijke waarop we de rest van ons leven met anderen omgaan en
bescherming van netvlies voorstelling van een gebeurtenis of object voor de manier waarop we reageren op momenten van
- Zuigreflex: neiging om te zuigen aan dingen die de lippen Baby’s zijn in staat zich voor te stellen waar scheiding en verhoogde stress
raken objecten die ze niet zien zich bevinden
inname van voedsel Indirecte imitatie= het imiteren van mensen en
- Kokhalsreflex: keel vrij maken. scènes die niet meer aanwezig zijn
voorkomen van stikken Het vermogen van te doen alsof
Kinderen kunnen symbolisch denken
Etnische en culturele verschillen en overeenkomsten Vb: bal rolt onder stoel, kind weet waar bal is
Reflexen zijn bij alle kinderen aanwezig, maar manier - overgang: per individu behoorlijke verschillen
waarop ze zich manifesteren is cultureel bepaald combinatie van fysieke rijping en de aard van de sociale
omgeving waarin hij opgroeit
Motorische ontwikkeling bij baby’s
Grove motoriek
3
, De informatieverwerkingstheorie van cognitieve
ontwikkeling Hechting
- Konrad Lorenz (ganzen) biologisch bepaalde factoren
- richten op specifieke processen waarmee individuele - Harlow (apen) contactcomfort
baby’s de informatie waaraan ze worden blootgesteld - Bowbly behoefte van veiligheid en zekerheid
opnemen en gebruiken - Vreemdesituatieprocedure van Ainsworth= een aantal in
- Informatieverwerkingstheorie= benadering van scène gezette episoden die de kracht van hechting tussen
cognitieve ontwikkeling waarbij men probeert te een kind en zijn moeder illustreren
achterhalen op welke manieren mensen informatie 1. Moeder en baby in onbekende ruimte
coderen, opslaan en terughalen 2. Moeder zit en laat baby ruimte ontdekken
- cognitieve groei is een kwestie van toenemende 3. Onbekende volwassene praat eerst met moeder
complexiteit, snelheid en capaciteit dan met baby
- baseert de beoordeling van intelligentie op variaties in 4. Moeder gaat weg
Fijne motoriek
de snelheid waarmee en de manier waarop baby’s 5. Moeder komt terug, praat met baby
- grijpen, rond 4 maanden
informatie verwerken 6. Moeder en onbekende gaan weg
7. Onbekende komt terug
dynamische systeemtheorie
Codering, opslag en terughalen: de grondslagen van 8. Moeder komt terug, onbekende vertrekt
- dynamische systeemtheorie: theorie die de ontwikkeling
informatieverwerking - Veilig gehecht= kinderen lijken zich op hun gemak te
en coördinatie van motorische vaardigheden beschrijft
1. Codering= proces waarmee informatie wordt voelen als hun moeder aanwezig is en ook al raken ze van
= beschrijft hoe motorische vaardigheden worden
opgenomen in een vorm die bruikbaar is voor het streek als hun moeder de ruimte verlaat, naar haar toe
samengesteld door de coördinatie van een breed scala
geheugen gaan als ze terugkeert
aan vaardigheden die door een kind worden ontwikkeld,
2. Opslag= heeft betrekking op het onderhoud van het - Angstig vermijdend gehecht= kinderen zoeken niet de
gecombineerd met de motivatie van het kind en de
materiaal dat in het geheugen is opgeslagen nabijheid van hun moeder op en haar lijken te mijden als
ondersteuning van zijn omgeving
3. Terughalen= proces waarmee materiaal in de ze terugkeert van afwezigheid
geheugenopslag gelokaliseerd, naar het bewustzijn - Angstig-ambivalent gehecht= kinderen vertonen een
Voeding combinatie van positieve en negatieve reacties op hun
gebracht, en gebruikt wordt
- zonder goede voeding kunnen baby’s hun fysieke moeder nadat ze terugkeert van afwezigheid
- Automatisering
potentieel niet realiseren en komen ze ook op cognitief en - Gedesorganiseerd & gedesoriënteerd hechtingspatroon=
= de mate waarin een activiteit aandacht vereist
sociaal gebied tekort. kinderen vertonen inconsistent en tegenstrijdig gedrag
Automatisch: vragen weinig aandacht
Gecontroleerd: vragen veel aandacht De totstandkoming van hechting
Borst of de fles - begrijpen basale rekenfuncties en statistische patronen -eerste weken: regulering van voeding en slaap
- borstvoeding is beste voor baby’s - 2,5m: face-to-face- interactie
beschermt tegen ziekten - 5,5m: samen spelen met voorwerpen
Het geheugen van de babytijd
goed voor verdere ontwikkeling - 7 à 8m: gehechtheidsrelatie
belangrijke emotionele voordelen - 8m: baby kan tonen dat hij gehecht is
minder kans op eierstokkanker en borstkanker
4