Hoofdstuk 1: basisbegrippen:
1. Ontwikkeling:
Ontwikkeling definiëren we als: de veranderingsprocessen die iemand doormaakt
gedurende zijn volledige levensloop. Ontwikkeling wordt beïnvloed door zowel rijping
als leren.
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen:
Psychomotorische ontwikkeling
Affectieve ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
2. Opvoeding:
Opvoeding is het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen en waarden
van diens opvoeder(s) en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft.
In bredere zin betreft opvoeding ook het leren leven als mens in deze maatschappij.
Opvoeden is niet enkel een gezinsactiviteit maar ook buiten het gezin worden
kinderen opgevoed door bv de school, de peutertuin,…
Pedagogiek of opvoedkunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de studie
van de manier waarop volwassenen jeugdigen grootbrengen met een bepaald doel.
Een beoefenaar van deze studie heet een pedagoog: het is dus in 1 ste instantie een
theoreticus.
3. Onderwijs:
Onderwijs definiëren we als: het overbrengen van kennis en vaardigheden met
vooraf vastgestelde doelen en didactieken door specialisten.
In schoolverband spreekt men van onderwijzen wanneer het beheersen van de
kennis en vaardigheden wordt nagestreefd.
4. Vorming:
Vorming definiëren we als: het doelgericht overbrengen van kennis en vaardigheden
aan leerlingen in combinatie met het doelgericht beïnvloeden van de houdingen
(attitudes) van leerlingen door leerkrachten.
Vorming is een combinatie van opvoeding en onderwijs.
Wanneer het overbrengen van kennis en vaardigheden centraal staat, spreekt men
over materiële vorming: men geeft materie, inhouden door.
Wanneer de leerkracht probeert om de leerling zelf te veranderen als wezen, spreekt
men van formele vorming. Het komt hier vooral op neer een invloed te hebben op
de leerling zijn houdingen en denk- en werkmethodes.
Het huidige standpunt in de didactiek verenigt de beide extreme stellingnames: de
school moet zowel aan materiële als aan formele vorming werken. Er is altijd een
minimum aan materiële vorming nodig wil men iemand formeel kunnen vormen.
, Algemene didactiek 1
Voorbeeld:
Leren zwemmen: de techniek moet beheerst worden (materieel) en de durf en
het zelfvertrouwen worden erdoor gevormd (formeel)
5. Onderwijskunde
Is de wetenschap die alle aspecten van onderwijs en vorming bestudeert.
Onderwijskunde bestudeert het onderwijsbeleid, de organisatie van scholen en de
didactiek.
6. Didactiek
Is de wetenschap die zich bezighoudt met de vraag hoe kennis, vaardigheden en
houdingen door een leerkracht kunnen worden geleerd aan leerlingen. Didactiek
steunt vooral op theorie en onderzoek uit de psychologie en pedagogiek.
Algemene didactiek bestudeert de algemene wetmatigheden volgens welke men
het best iets aanleert. Hoe motiveer je? Hoe evalueer je?...
Vakdidactiek legt uit hoe een bepaald vak het best wordt geleerd met vakspecifieke
leermiddelen.
Voorbeeld:
Een vreemde taal zal anders moeten worden aangeleerd dan aardrijkskunde
7. Methodiek
Is een onderdeel van de didactiek. Methodiek bestudeert enkel de methode of de
manier van het lesgeven.
Oefening: wie doet aan opvoeding, vorming en onderwijs? zie oplossing p9
Opvoeding Vorming Onderwij
s
A Marjan zorgt voor haar 2 kinderen, Tine (11) & Thomas (6)
B Stefanie (19) is leidster bij de Chiro, ze is verantwoordelijk voor
de Kwiks (5-6de leerjaar)
C Kwamé geeft op donderdag-namiddag computerles aan
bejaarden die willen leren werken met internet
D Thomas is lid van een zwemclub en geeft op zaterdag zwemles
aan kleuters (4-5j)
E Elise is lerares zedenleer en houdt een discussie met haar
leerlingen van 5TSO over abortus
F Marc is leraar PO in het 1ste en legt de kenmerken van het
, Algemene didactiek 1
pointillisme uit
Hoofdstuk 2: Het didactisch model:
1. Wat is een didactisch model?
Als men vormings- en onderwijsprocessen gaat analyseren en observeren zal men
een aantal belangrijke aspecten opmerken die steeds terugkeren. Deze essentiële
aspecten en de relaties daartussen kan men systematisch weergeven in een schema
of model didactisch model.
Het biedt steun bij het zelf voorbereiden, geven en evalueren van lessen. Daarnaast
zorgt het voor een referentiekader voor het didactisch denken in het algemeen.
2. Het didactisch model:
Van Gelder onderscheidt in het didactisch proces 5 hoofdfasen: de beginsituatie, de
doelstellingen, het leer- en vormingproces, de uitvoering en de evaluatie.
De praktische uitvoering ervan gebeurt het best a.d.h.v. een aantal didactische
sleutelvragen.
2.1. De beginsituatie: In welke situatie begin ik?
Aan welke leerlingen geef ik les?
In welke klas kom ik terecht?
In welke school kom ik terecht?
…
, Algemene didactiek 1
2.2. Doelstellingen: Wat wil ik bereiken?
Deze vraag raakt de problematiek van de doelstellingen in maatschappij en gezin, in
schoolgemeenschap en in het eigenlijke klasgebeuren.
a) Wat moet er volgens de maatschappij en/of het gezin bereikt worden?
Deze verwachtingen worden vertaald in eindtermen en ontwikkelingsdoelen
Voorbeeld:
Leerlingen kunnen een aantal vaardigheden ontwikkelen die ervoor zorgen dat
zij zich kunnen handhaven in een maatschappij met een enorm
informatieaanbod
b) Wat moet er volgens de schoolgemeenschap/het onderwijsnet bereikt
worden?
Deze verwachtingen kunnen vertaald worden in leerplandoelstellingen.
Voorbeeld:
De leerlingen kunnen informatie ordenen en structureren
c) Onderwijsnetten kunnen ook didactische cahiers uitwerken, daarin zitten een
aantal didactische wenken en tips voor leerkrachten om de onderwijsdoelen te
realiseren.
Voorbeeld:
De leerlingen kunnen beginselen rond democratie interactief binnen de
actualiteit ontdekken
d) Wat moet er volgens de leerkracht bereikt worden?
Deze verwachtingen worden vertaald in lesdoelstellingen.
Voorbeeld:
Leerlingen kunnen een schema maken van eenvoudige zakelijke tekst
2.3. Het leer- en vormingsproces: Wat doe ik om mijn doelstellingen te
bereiken?
Het antwoord mondt uit in een analyse van het leer- en vormingsproces
Leerinhouden: Waarmee wordt het kunnen van iets bereikt?
Welke leerstof kiezen?
Hoe de leerstof ordenen?
Didactische werkvormen: Hoe wordt een nieuwe vaardigheid bereikt?
Wat moeten de leerlingen doen?
Wat zal ik (leerkracht) doen?
Media: Met welke hulpmiddelen?
Welk didactisch materiaal wordt er gebruikt?
Waar kan ik ICT integreren?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisalampaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.