Een samenvatting van het vak ‘Inleiding Bedrijfskunde’. Eerstejaars vak van de Hogeschool Utrecht. Dit is een samenvatting van het benodigde boek voor dit vak die oorspronkelijk 700 pagina’s bevat.
,De evolutie van !ganisatie & management
Organisatiekunde: een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt
met het bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de
factoren die bepalen en de wijze waarop organisaties het meest
doeltreffend bestuurd kunnen worden
Descriptief aspect: een beschrijving van het gedrag van
organisaties, met de motieven en gevolgen
Prescriptief aspect: een advies over te volgen handelwijze en
organisatie-inrichtingen
Besturing: het richting geven aan de processen die in een organisatie
plaatsvinden
Doeltreffendheid/Effectiviteit: de mate waarin de besturing slaagt
Socrates en Plato; stelden in de 4e eeuw voor Chr. theorieën op over
leidinggeven, taakverdeling en specialisatie
Henri Fayol (1841-1925): management is een vak dat geleerd kan worden
Technologische ontwikkelingen hebben een belangrijke rol gespeeld in
het verkorten van afstanden (transport) en het optimaliseren van
communicatie tussen mensen op verschillende locaties (telefoon,
satelliet, internet)
,Periode voor de industriële revolutie (400 v. Chr. - 1900 na
Chr.
Niccolo Machiavelli (1469-1527):
- II Principe (de vorst)
- Filosoof, diplomaat, schrijver
- Behoud van macht en uitbreiding ervan
- Doel rechtvaardigt het middel
- Mensen zijn niet in staat zichzelf te besturen
Mercantilisme: bezit van geld en goud is de enige welvaartsbron
Adam Smith (1723-1790):
- Productieve arbeid is de bron van welvaart
- Door arbeidsverdeling wordt de productiviteit verhoogd
- Econoom, liberaal, verlichtingsdenkers
- Grondlegger moderne economie
- Onzichtbare hand: zelfregulerende effect waar iedereen eigenbelang
nastreeft, met als uitkomst collectieve welvaart
- Overheid bemoeit zich zo min mogelijk
- Waarde is niet het geld maar het kapitaal
Uitvinding stoommachine: massafabricage mogelijk in grote fabrieken >
trok arbeiders van het platteland aan
Agrarische samenleving > industriële samenleving
Er kwam behoefte aan een gestructureerde en systematische aanpak
,Frederick Taylor (1856-1915):
- Scientific Management
- Plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren van
resultaten
- Kernwoord: efficiëntie
- Scientific Management: winst verhogen door de productie te
organiseren
Scientific Management:
- Wetenschappelijke analyse van de werkzaamheden > standaardisatie
en normalisatie van productieproces
- Taakverdeling en training van arbeiders
- Routine om productie normen te halen
- Hechte samenwerking leiding en arbeiders
- Bedrijfsleiders voor het analyseren van en het zoeken naar
werkmethodes
- Juiste man op de juiste plaats door middel van selectie
-Prestatiebeloningen met als doel lagere productiekosten
Achtbazenstelsel: arbeidsverdeling van leiding; tijd en kosten,
werkinstructies, bewerkingen en hun volgorde, werkvoorbereiding en
uitgifte, onderhoud, kwaliteitscontrole, technische leiding en
personeelsbeher
Gevolg Scientific Management:
- Mens als verlengstuk van een machine
- Montone arbeid
- Beperking vrijheid en plezier in werk
- Beheer en bestuur van productieafdeling verbeterden
,Henri Fayol (1841-1925):
- General management theorie
- Onderscheid zes managementgebieden; technisch, commercieel,
financieel, zelfbeschermend (veiligheid), boekhouding en besturing
- Besturing bestaat uit; plannen of vooruitzien, organiseren, bevel
voeren, coördineren en controleren
- Eenheid van commando
- Er kwam meer aandacht voor de taken van de manager
Max Weber (1864-1920):
- Theorie van bureaucratie
- Hield zich bezig met overheidsorganisatie en grote bedrijven vanuit een
sociologische invalshoek
Kenmerken grote organisaties volgens Weber:
- Sterk doorgevoerde taakverdeling
- Hiërarchische bevelstructuur
- Afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
- Onpersoonlijke relaties
- Werving op basis van bekwaamheid en kennis in plaats van
vriendjespolitiek
- Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en
procedures
- Vaste routine regels
- Vaststellen van de gegevens, op alles controle
- Aan restricties gebonden macht van functionarissen
Als aan deze eisen wordt voldaan is het een ideale bureaucratie
,Elton Mayo (1880-1949):
- Human Relations
- Rationele benadering van de manier van werken in organisaties
- Hawthorne experiment: aandacht aan arbeiders doet prestaties
verbeteren
- 1950 Human Relation theorie: beïnvloeden van gedrag door in te spelen
op de individuele behoefte
- Subjectieve factoren zijn doorslaggevend voor het resultaat
- Deel uitmaken van een groep en waardering verhogen prestatie
- Gelukkige, tevreden mensen leveren maximale arbeidsprestatie
Scientific Management: meten = weten
Rensis Liker: Human Relations = aandacht geeft kracht
- Revisionisme
- Synthese van Scientific Management en Human Relations,
overbrugging van de twee stromen
- Linking pin-structuur; organisatie bestaat uit overlappende groepen
Frederick Herzberg: - Satisfiers/motivatoren: Leiden
tot werktevredenheid (erkenning
- Behoeftehiërarchie
en zelfontwikkeling)
- Vijf niveaus van behoeften - Dissatisfiers/hygiënefactoren:
1. Fysiologische behoeften (eten, drinken, Leiden tot werkontevredenheid
(werkomstandigheden en salaris)
slapen, seks)
2. Behoefte aan zekerheid en veiligheid
(bescherming, stabiliteit, regelmaat)
3. Behoefte aan acceptatie (vriendschap,
erbij horen)
4. Behoefte aan erkenning (prestige,
succes)
5. Behoefte aan zelfontplooiing (dragen van
verantwoordelijkheid, ontwikkelingskanten,
creativiteit) Piramide Malsow
,Douglas McGregor (1906-1964):
- X&Y theorie
- X: hoe organisaties in die tijd functioneren, doet denken aan Scientific
Management
- Y: eigen visie hoe mensen zouden moeten samenwerken
- Zegt iets over mensbeelden
Kenneth Boulding (1910-1993):
- Systeembenadering
- Alle activiteiten in organisaties hangen nauw samen
- Organisaties staan in wisselwerking met de buitenwereld
- Synergie: totale resultaat is groter dan de optelsom van individuele
resultaat
- Management moet organisatie problemen integraal aanpakken
- Niet alleen kijken naar het belang maar ook naar de invloed ervan
Paul Lawrence en Jay Lorsch:
- Contingentiebenadering
- Bepaaldheid door situatie
- Management techniek hangt af van de omstandigheden van de
Integrale benaderingen:
organisatie
-Revisionisme 1950: Scientific Management + Human
Relations
-Systeem theorie 1950: organisaties zijn een geheel
van samenhangende delen
-Contingentie theorie 1965: je moet kijken naar de
Philip Crosby (1926-2001): omstandigheden
- Kwaliteitszorg
- Zero defects-concept: een organisatie moet streven geen fouten in
processen te maken
,Henry Mintzberg:
- Organisatiestructurering en strategische planning
- Er kan niet gesproken worden van een beste structuur voor een
organisatie
- Vijf basisvormen van configuraties;
1. Ondernemersorganisatie
2. Machine organisatie
3. Professionele organisatie
4. Divisieorganisatie
5. Innovatieve organisatie
6. Zendingsorganisatie
7. Politieke organisatie
- Andere organisaties sneller begrijpen
- Doorgronden van sterke en zwakke kanten van een organisatie
- Strategie kan niet worden gepland
- Managers moeten meer op de werkvloer zijn
Tom Peters: Ondernemingen moeten flexibel zijn door de veranderingen
- Kenmerken ondernemingen waarvan winst constant is:
1. Sterke actiegerichtheid (do it, fix it, try it)
2. Het onderhouden van een innige relatie met de klant
3. Het creëren van ondernemerschap en zelfstandigheid (innovatie en
creativiteit toestaan)
4. Werknemers zijn de belangrijkste bron voor productiviteit (respect)
5. Gedreven door waarden en overtuigingen (beschikken over duidelijke
waarden)
6. Schoenmaker blijft bij je leest (niet op zaken storten waar ze geen
verstand van hebben)
7. Eenvoudige structuur met ondersteunende afdelingen van een
beperkte omvang (eenvoudige en duidelijke organisatiestructuur)
8. Het bestuur is zowel centralistisch als decentralistisch (bestuurd
vanuit de top maar ook zelfstandigheid)
,Peter Drucker (1909-2005):
- Na de industriële revolutie aangekomen bij de kennisrevolutie
- Verhoging van productiviteit in de kennis en dienstensector
belangrijk voor economische groei
- Productiviteitsstijging: analyseren en opnieuw structuren van het
werk en het uitbesteden van dienstverlenend werk buiten de
organisatie
- Management moet zoeken naar de organisatiestructuur die het
beste bij het uit te voeren werk past
Michael Porter:
- Grote invloed op de ontwikkeling van het strategisch denken en
handelen in ondernemingen
- Aanreiken van structuren voor het uitvoeren van analyses om te
komen tot een succesvolle strategie
- Ondernemingen moeten opzoek naar hun concurrentievoordeel >
door lage kosten aan te bieden of toegevoegde waarde te creëren
zodat de afnemer meer wil betalen
- Succesfactoren van een onderneming worden gecreëerd door een
land of regio
- Omgeving van de organisatie is de oorsprong van een duurzaam
concurrentievoordeel
Michael Hammer (1948-2008)
- Bedrijven gebaseerd op drie principes afgelopen jaren:
1. De basiseenheid van werk is de ‘taak’
2. Eenvoudige taken worden verricht door laaggeschoolde mensen
3. Er bestaat een onderscheid tussen uitvoerders en managers
- Revolutie binnen ondernemingen
- Procesgericht werken, administratief en bestuurlijk toezicht vervalt
en eenvoudige taken verdwijnen
- Onderscheid managers en uitvoerders verdwijnt
- Coaches en professionals: inspireren en motiveren
, C.K. Prahalad (1941-2019):
- Concurrentie
- Management beweegt zich van control and demand naar een
model waar managers moeten zoeken naar nieuwe mogelijkheden in
de markt
- Klant heeft meer zeggingskracht
- Armen belangrijke doelgroep
Jim Collins
- Factoren voor uitmuntende bedrijven:
1. Leiderschap (leiders met persoonlijke bescheidenheid gekoppeld aan
professionele wil)
2. Eerst wie, dan wat (juiste mensen op de juiste plaats krijgen)
3. Cultuur van discipline (geen hiërarchie meer nodig)
4. Harde feiten onder ogen zien, zonder het vertrouwen te verliezen
(luisteren naar elkaar)
5. Egelconcept (inzicht waar je de beste in kunt zijn)
6. Technologie
7. Vliegwiel (langzaam op gang en daarna komt er versnelling)
8. Kern bewaken en vooruitgang stimuleren
Kjell Anders Nordström en Jonas Ridderståle:
- Verandering in organisaties
- Bedrijven moeten een leuke omgeving hebben
Gary Hamel:
- Bedenker kern competenties
- Innovatie is leidend in bedrijfsvoering
Management nu: Nieuwe management:
- Standaardisatie - Diversiteit
- Specialisatie - Actief experimenteren mogelijk maken
- Uitlijning van doelen - Depolitisering van besluitvoering
- Hiërarchie - Wijsheid van de massa en markten
- Planning benutten
- Controle en extrinsieke beloningen - Decentraal leiderschap
- Rekenschap van de top aan de eerste lijn
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Bedrijfskunde1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.