Samenvatting én vertaling artikel ‘A genealogy of the CRC’ – Barnes (2014). samenvatting is 5 pagina's, vertaald artikel daaronder toegevoegd (18 pagina's) voor het open boek tentamen.
Samenvatting artikel: ‘A genealogy of the IIVRK’ – Barnes (2014)
Dit artikel onderzoekt kinderen die worden buitengesloten, gemarginaliseerd en/of gestigmatiseerd
door het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), door hoe dit verdrag bepaalde jeugd
aanwijst als normatief. Er wordt beschreven dat de visie van het IVRK op het kind bepaalt welke
kinderen geproblematiseerd worden en welke kinderen daarbuiten vallen. Dit geldt zowel voor
kinderen in het zuiden als in het westen. Duidelijk wordt dat internationaal recht moeite heeft met
het voorstellen van verschillen in jeugd, maar ook de politiek moeite heeft bij het kiezen van een
jeugd als onproblematisch en alle anderen als problematisch.
Inleiding
Mensenrechtendocumenten hebben tot doel de waardigheid, gelijkheid en rechten te erkennen van
alle leden van de menselijke familie. De onderliggende gedachte van het IVRK is dat iedereen recht
heeft op alle rechten en vrijheden binnen mensenrechtenverdragen. Daarentegen is de manier
waarop het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind de kindertijd beschrijft
en problemen die kunnen spelen niet alles omvattend; het IVRK beschrijft een bepaalde versie van de
kindertijd die kinderen stigmatiseert en veel kinderen uitsluit, zowel in ontwikkelingslanden als in de
ontwikkelde wereld. Ennew stelt dat het IVRK is opgesteld met een bepaald type jeugd in gedachten
en kinderen buiten dit type als marginaal behandelt.
Het doel van de genealogische benadering in dit artikel is om bestaande kennis die wordt
aangenomen als vanzelfsprekend in twijfel te trekken.
Dit artikel betoogt dat het IVRK de visie van het kind associeert met fysiek en mentaal onvolwassen,
waarbij het kind zich ontwikkeld naar volwassenheid en daarom toezicht of zorg van een volwassene
nodig heeft. In dit artikel worden vraagtekens gesteld bij de vanzelfsprekende en universele visie op
het kind als ‘zich ontwikkelend’ en de behoefte aan volwassen zorg. Het idee van volwassene-kind
zorgt voor een hiërarchie van macht, waarbij volwassenen gezag hebben over het kind. Ook worden
in het artikel twee categorieën benoemd die in het IVRK worden uitgesloten: (1) het kind als hoofd
van het huishouden en (2) het meisje-kind (girl-child). Door het onderzoek van kinderen die het
hoofd van het huishouden zijn, brengt het verwarring over dat alle kinderen onverantwoordelijk zijn
en alle volwassenen verantwoordelijk. Ook wordt er kritisch gekeken naar de familie of iemands
cultuur die als een ‘gelukkig’ of ‘veilig’ wordt bekeken, waarbij het meisje-kind wordt uitgesloten of
gemarginaliseerd door het IVRK.
Lessen die zijn geleerd uit de kritiek op het IVRK as uitsluitend het niet-westers kind
De kritiek dat het IVRK een Westers verdrag is bestaat uit twee hoofdargumenten;
1. Sommigen beweren dat het begrip rechten, inclusief kinderrechten, is gebaseerd op
Westerse opvattingen over vrijheid.
2. De normatieve visie van het IVRK op de kindertijd is Westers + een model van de kindertijd is
universeel toepasbaar (universele behoeften) en over deze behoeften bestaat consensus,
zowel nationaal als internationaal, over hoe die behoeften gerealiseerd kunnen worden.
Ennew stelt dat het IVRK de westerse, moderne kindertijd als uitgangspunt neemt, die is
geglobaliseerd door kolonialisme en via imperialisme van internationale hulp. Robson stelt dat er
minder nadruk moet worden gelegd op het conceptualiseren van de kindertijd, dat een tijd van
spelen en onschuld is en er meer aandacht moet komen voor het verdedigen van kinderen die in
andere omstandigheden opgroeien.
Drie van deze kritieken op de kindervisie van het IVRK zijn verkend:
1. De IVRK maakt de basisaanname dat de kindertijd een universele staat is van ontwikkeling.
Het IVRK gaat ervan uit dat er een model is van ontwikkeling in de kindertijd die universeel
toepasbaar is en beschrijvend voor alle kinderen. Het concept ‘kind-als-zich-ontwikkelend’ werd een
universele norm voor kindertijd in het IVRK, maar er was geen discussie over dit concept, waar dan
,ook in de onderhandelingen, die hebben geleid naar het IVRK. Terwijl discussie over de kindertijd als
een periode van ontwikkeling wellicht noodzakelijk was.
2. De ‘waarheid’ die kinderen ontwikkelen rationaliseert de afhankelijkheid van het kind van
volwassenen.
Door het kind te construeren als onvolwassenen en ontwikkelend, ziet het IVRK het kind grotendeels
als tekortschietend capaciteit. Onvolwassenheid vereist het volledig opgeven van bepaalde rechten,
zoals het recht op werk. De IVRK geeft bescherming van het kind voorrang, waardoor kinderen niet in
hun kracht worden gezet maar als een voorwerp van ‘zorg’ worden gezien. Zo definieert de
Preambule van het IVRK kindertijd als ‘een tijd voor geluk, liefde en begrip’. Het recht van het kind
rust, vrije tijd en spel roept een beeld op van een zorgeloos bestaan met beperkte arbeid. Deze
regeling van kinderarbeid stigmatiseert bepaalde samenlevingen waar kinderen een economische
bijdrage leveren aan het gezin.
3. Het IVRK impliceert een bepaalde normatieve regeling voor hoe de afhankelijkheid zou
moeten plaatsvinden; het impliceert dat biologisch gebaseerd betrekkingen tussen ouders en
kinderen fundamenteler en natuurlijker zijn dan andere soorten familie of
gemeenschappelijke betrekkingen.
Het IVRK stigmatiseert samenlevingen waar dat het geval is, andere uitingen zijn niet de norm.
Samenlevingen in het globale Zuiden worden afgeschilderd als ‘kindermisbruikers’ omdat de
ervaringen van hun kinderen het beeld schenden van hun kindertijd in het Westen.
Jenks stelt dat export en globalisering van een enkelvoudig beeld van jeugd uit geavanceerde
westerse kapitalistische samenlevingen ernstige gevolgen kunnen hebben voor het leven van
kinderen in ontwikkelingslanden. Het lijkt erop dat de perceptie op het kind, samen met de perceptie
van de volwassene en de staat als verantwoordelijkheid, alleen van toepassing is op het Westen.
Standpunt: kritiek op het uitsluitingseffect van het verdrag, omdat het zich lijkt te richten op de niet-
westerse wereld.
Er lijkt sprake van binaire categorieën: ongewenste/gewenste kindertijd, wat resulteert in bepaalde
kinderen en ouders die als ongewenst worden bestempeld – en dus behoefte hebben aan
tussenkomst – terwijl andere wenselijke opvoedingseenheden bovenstaande tussenkomst worden
geacht.
Dit artikel beweert dat het universele kind van het IVRK uitsluiting veroorzaakt- en dat deze
uitsluiting zich niet alleen voordoet op het globale zuiden, maar ook naar het westen. Dit artikel
beschrijft de IVRK articulatie van de kindertijd als exclusief, zlefs binnen de westerse wereld en
binnen meerderheidsculturen.
Noord-zuid-oosten-west: de uitdrijving van bepaalde kinderjaren van de internationale verspreiding
over kinderrechten
Identiteitscategorieën zijn fictief en getekend om te passen binnen politieke ideologieën, wat maakt
dat ze dus ook exclusief zijn. Burman stelt dat het discours van rechten noodzakelijkerwijs claims
oproept en vraagt zich af hoe algemene uitspraken of rechten van toepassing zijn op kinderen in
bepaalde contexten. Het IVRK sluit bijvoorbeeld straatkinderen uit, die gepathologiseerd en
gestigmatiseerd zijn. Volgens het IVRK vereisen niet-normatieve versies van kindertijd interventie en
redding. Aan de andere kant wordt de kindertijd die normatief wordt geacht (zoals kinderen die
onder zorg zijn van familie) als onproblematisch beschouwd. Het resultaat is die problemen waarmee
deze kinderen worden geconfronteerd, zoals geslachtsdiscriminatie of mishandeling binnen
traditionele gezinnen, waarbij de kans groter is dat de problemen genegeerd worden. Het IVRK is niet
daarom niet behulpzaam bij het bestrijden van kwetsbaarheid. Burman vraagt zich af of IVRK over
kinderen überhaupt algemene uitspraken kunnen doen en of kindertijd generaliseerbaar is.
De algemene consensus binnen de academische wereld en het internationale systeem is dat het IVRK
behulpzaam is, en op zijn minst pro-kinderen (voor de kinderen). Het IVRK in twijfel trekken wordt
gezien als onzinnig. De vraag ‘wat is een kind’ wordt afgedaan als een academische luxe, of zoals
Jenks betoogt; een vraag die al afdoende is beantwoord. De ondervraging van het kind in het
, rechtendiscours van het IVRK is pijnlijk en vraagtekens worden gezet bij de aanvaarding door het
IVRK van de ‘kind in ontwikkeling’, maar ook diepgewortelde machtslijnen, die afhankelijk zijn van de
‘ontwikkelend kind’ grondgedachte. De deconstructie van het ‘kind’ identiteit zou heroverweging
vereisen van de afhankelijkheid van de kindertijd, waardoor de huidige rollen van ouders en staat
gewijzigd zouden moeten worden. De IVRK weerspiegelt sociale normen die weinig hulp bieden aan
kwetsbare kinderen. In dit artikel wordt dan ook betoogd dat de visie van het IVRK op het kind als ‘in
ontwikkeling’ en dus terecht afhankelijk van volwassenen er niet in slagen om bepaalde problemen
van bestaande kinderen te mainstreamen binnen en buiten het normatieve kader van het IVRK.
A. Kind als hoofd van het huishouden: de IVRK’s articulatie van de fictieve verantwoordelijke
ouder- onverantwoordelijk kind
Het IVRK bevoorrecht het gezin en dus de gezinsstructuur op verschillende manieren. Het verdrag
definieert het gezin als kind onder de ‘zorg’ van een verantwoordelijke volwassene. Kinderjaren waar
het kind verantwoordelijk is voor de ouder, verantwoordelijk is voor haar of zichzelf en/of andere
kinderen wordt daarom gepathologiseerd; dit vindt het IVRK niet passen bij de kindertijd.
In het IVRK zijn veel verwijzingen naar vormen van ‘zorg’ die nodig zijn om het kind te beschermen.
Zorg lijkt een grondrecht van het kind in het IVRK te zijn. Door ervan uit te gaan dat kinderen in een
gezin zitten, maakt het IVRK rechten en plichten beschikbaar die alleen verschuldigd zijn aan
kinderen die binnen de familiaire context vallen. Veel van de rechten uit het IVRK zijn niet passend
voor kinderen zonder ouder of gezin. Het verdrag verplicht het kind niet alleen tot de familiare
context, het schetst ook de gezinsstructuur door het kind te situeren als afhankelijk van de ouder
voor het kind dagelijkse fysieke behoeften. In de artikelen in het IVRK komt naar voren dat zonder
ouders er niemand primair verantwoordelijk is en niemand voor de staat een secundaire
verantwoordelijkheid heeft om te helpen. Sommige academici beweren dat het enige recht waar het
kind recht op heeft, is het recht op een autonome ouder. Toch zijn er veel kinderen die geen
verantwoordelijke ouder hebben zoals in het IVRK beschreven staat, hetzij door middel van een
familie of als geleverd door de staat. Er is geen plaats voor het kind dat verantwoordelijk is voor
zichzelf, waar dan ook in het verdrag. Door de kindertijd op deze manier te construeren, maakt het
IVRK het gezin/volwassenen noodzakelijk voor de realisatie van bepaalde rechten in het verdrag. Als
het kind hulp wenst van de staat, moet hij/zij deel uitmaken van een gezin; de kind moet een
verantwoordelijke volwassene hebben. Het verdrag biedt dus geen ondersteuning o bescherming
voor een jeugd die ‘ontbreekt’, zonder verantwoordelijke volwassene.
Over de hele wereld zal het onafhankelijke kind ongetwijfeld bestaan. Dit gedeelte richt zich op
ouders die niet in staat zijn om verantwoordelijkheid te nemen en degenen die wel kunnen maar niet
willen. Het verdrag geeft artikelen om in te grijpen, gezien de middelen die beschikbaar zijn vanuit de
staat om te zorgen voor en verantwoordelijk zijn voor kinderen zonder ouders. Dit antwoord gaat uit
van verschillende voorwaarde: 1) de staat bereid is om in te grijpen, 2) dat de situatie waarin
staatszorg/interventie in zou grijpen ‘beter’ zou zijn dan de huidige situatie van het kind, en 3) dat
het kind liever in staatszorg zou willen/moeten zijn.
Het internationale recht is gebaseerd op een idyllische versie van de kindertijd en slaagt er niet in om
voor kinderen te zorgen die misschien wel het meest kwetsbaar zijn. Dit falen is niet vanwege hun
‘kinderlijkheid’, maar vanwege de sociale discriminatie tegen de kinderen wiens leven bestaat buiten
de aspiraties van volwassenen. Een tweede probleem is dat het echte probleem met het IVRK is de
handhaving. De artikelen zijn politiek onderhandelde, staatsgerichte codes, die zijn gemaakt om
handhavingsmechanismen te missen en zijn meestal te ambitieus.
Dit artikel stelt dat het achterhouden van kritiek op het kind van het IVRK in de hoop op een betere
handhaving op een bepaald punt, in de toekomst ten koste gaat van het categorie ‘kind’. Het is
essentieel om te onderzoeken wat de implicaties zijn van aspiranten, met name degenen die
beweren het kind proberen te beschermen. De ‘kinderversie’ van het IVRK (kind als in zorg van
ouders en zo niet ouders – de staat, die allemaal verantwoordelijk en zorgzaam zijn) is niet alleen
onmogelijk om te verkrijgen, maar er is geen toezegging van staten om universeel die voorwaarden
voor alle kinderen te verkrijgen. Artikel 4 (realisatie voor zover de middelen beschikbaar zijn) houdt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anneannexx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.