RISK MANAGEMENT
DEEL 1: RISICO MANAGEMENT
1) INLEIDING TOT RISICOMANAGEMENT
1.1 INLEIDING
Behoefte aan zekerheid:
• Moderne samenleving: alsmaar complexer
Iedereen heeft de behoefte
• Behoefte aan zekerheid
aan zekerheid over je leven,
• Jaren 60: ontstaan van risk management
inkomsten. Door de
− Begin: vooral ‘verzekeringsgericht’
complexheid van de
− Later: ook niet-verzekerbare risico’s
moderne samenleving heb je
o Financial risk mgt, project risk mgt, …
die zekerheid niet echt meer.
o Enterprise risk mgt
▪ Combinatie van strategische,
Bij gaan het een deel
financiële en marktrisico’s en
benaderen vanuit enterprise
verzekerbare risico’s
risk management
▪ Risk management paraplu
• Mens heeft behoefte aan zekerheid
− Samenleving, sociale systemen
− Problemen: terrorisme, milieu, internetonveiligheid
• Mens heeft 5 types van behoeften (Maslow)
Er zijn een groeiend aantal
problemen, daardoor is die
zekerheid er niet altijd
Risico’s vermijden die het
vervullen van de 5 types
behoeften in gevaar brengt
Begrip risico:
• Van Dale
• 2 componenten
− Gevaar: impliceert onzekerheid over de uitkomst + vereiste om een
gebeurtenis als risico te bestempelen
− Schade of verlies: gebeurtenis met negatieve uitkomst
Soorten risico’s:
• Externe risico’s: die zijn er kan je niks aan doen (bv. Tsunami, 9/11, Covid,…)
• Interne risico’s: die loop je, maar kan je wel iets aan doen (bv. Brand, ongeval,…)
1
,Risico management:
• Vlag die meerdere ladingen dekt
− Financiële sector: investeringen, kredietverstrekking, ..
− Industriële sector: kwaliteitsbewaking, veiligheid van processen en producten
− Projectmatig (bouw, ICT,): bescherming projectdoelstellingen:
→ Budget, tijd, kwaliteit
• Algemene doelstellingen van een organisatie (wat wil je bereiken)
− Dynamische risico’s: strategische, commerciële risico’s
− Statische risico’s (meestal verzekerbaar): risico’s met mogelijk verlies of schade
- Risico’s van verschillende sectoren zijn anders: bij de financiële sector is dit
bijvoorbeeld leningen kunnen afbetalen, maar bij de industriële sector moet de
kwaliteit van producten goed zijn aangezien je aansprakelijk bent.
- Banken werken met geld dat niet van hun is, dus dat is een risico.
- Dynamisch risico is bijvoorbeeld een nieuw product op de markt brengen
- Statische risico’s is altijd negatieve uitkomst
Wet en regelgeving – risico management soms verplicht:
• Aansprakelijkheidregelgeving
• Arbeidswetgeving
• Corporate governance: verantwoord ondernemen
− commissie Lippens, commissie Buyse (niet-beursgenoteerde ondernemingen)
• IFRS (boekhoudnormen)
• Basel/Solvency
Verzekeringsindustrie – belangrijke rol in ontwikkeling van risico management:
• Verzekeringen: wisselende stabiliteit in verzekerbaarheid en prijsniveau’s
• Waarom verzekeren bedrijven risico’s?
− Onzekere verliezen worden omgezet in een relatief voorspelbare kostenfactor
(verzekeringspremie)
• Maar: capaciteit van verzekeringsindustrie is niet stabiel
− Verzekeringsvoorwaarden kunnen wijzigen voor bestaande risico’s
− Premieniveaus kunnen wijzigen
• Verzekeringsmogelijkheden zijn volatiel
• Verzekeraars hebben een grote deskundigheid op het vlak van allerlei risico’s
− Kunnen we een bepaald risico van een bedrijf verzekeren?
− Kunnen we dit risico verzekeren als het bedrijf bepaalde maatregelen neemt
om het risico te beperken?
− Welk deel van het risico draagt de verzekeraar, en welk draagt het bedrijf?
• Rol van herverzekeraars
- Wat is het probleem bij verzekeringen? Mensen betalen jaarlijks maar premies,
maar het kan zijn dat het risico nooit gebeurt en dan is alles betaald voor niets
- Kans op overstromingen neemt toe, dus de verzekeringen worden duurder
- Iets onzeker wordt vertaald naar elk jaar een premie en als het risico gebeurt dan
wordt de last overgedragen
- De rol van verzekeraars was heel belangrijk bij het ontstaan van risk management
- Wij verzekeren bij verzekeraars, verzekeraars herverzekeren bij herverzekeraars
2
,Ontwikkeling van risico management: (achtergrondinformatie, niet op examen)
• Zie ppt
Opdracht:
• Maak een inventaris van de verschillende risico’s van een autogarage.
→ Inbraak, vandalisme, brand, aanrijding, explosie, faillissement, machinebreuk,
arbeidsongeval, auto kapot, storm, garantie, ongeval klant, oplichting, ziekte
personeel, klant betaald niet, overlijden zaakvoerder,…
• De meeste zijn interne risico’s, kan je zelf iets aan doen en meestal verzekerbaar
1.2 RISICO’S NADER BESCHOUWD
Inhoud:
• Wat is een risico?
• Dynamische en statische risico's
• Risicocategorieën
• Indeling van risico's naar grootte
WAT IS EEN RISICO?
Meerdere definities mogelijk:
• Meestal: mogelijkheid van een gevaar dat negatieve effecten heeft en kan
leiden tot verlies (risico’s)
• COSO: houdt ook rekening met mogelijkheid van positief effect (kansen)
− Kansen kunnen de negatieve effecten van risico’s verminderen
• Onzekerheid
− We weten niet of en wanneer een bepaalde gebeurtenis zich zal voordoen
− Geen onzekerheid: geen risico of de gebeurtenis zal zich voordoen op het
voorspelde tijdstip. Of de gebeurtenis zal zich niet voordoen
Definitie:
• Risico is de mogelijkheid dat zich een gebeurtenis voordoet in een gegeven
periode en situatie, die een negatief effect heeft, waardecreatie verhindert of
bestaande waarden uitholt.
Componenten:
• Kans van optreden van gebeurtenis
Bijvoorbeeld:
• Mogelijk gevolg van deze gebeurtenis
Ongevallen komen bij jongeren
• Risicoformule :
vaker voor dus daarom zijn de
− Risico = kans x gevolg
premies duurder (kans x gevolg)
− Kwantificeren (komt later aan bod)
Schema risico:
• Elementen
− Oorzaak die leidt tot risico → Wat kan er gebeuren?
− Feitelijke gebeurtenis → Wat is de kans?
− Gevolgen van de gebeurtenis → Wat is het mogelijk gevolg?
3
, • Risicobeheersing speelt op meerdere elementen
− Beperken van oorzaak (wat is de kans)
− Beperken van de gevolgen (wat is het mogelijke gevolg)
Risico’s en bedreigingen:
• Risico ontstaat als organisatie onderhevig is aan bedreigingen
• Bedreiging: aanwezigheid van omstandigheden die kunnen leiden tot schade of
verlies: er kan schade ontstaan, maar dat is niet zeker
• Elementen van bedreigingen (3)
− Belang dat kan geschaad worden, persoon die letsel oploopt, …
− Gevaren die de schade of het letsel veroorzaken
− Gevolg van de schade of het letsel (economisch of emotioneel)
1. Een belang dat kan geschaad worden, een persoon die letsel kan oplopen:
Mogelijke classificatie:
• Persoonlijk welzijn
− Persoonlijke gezondheid
− Vermogen om inkomen te verwerven
• Eigendommen
− Economische waarden (materiële en immateriële vermogensbestanddelen)
− Capaciteit om met vermogensbestanddelen een inkomen te verwerven
− Emotionele waarde verbonden aan bestanddelen (kunst, dierbaar voorwerp)
• Vrijheid van wettelijke verplichtingen, bv. aansprakelijkheden
• Doelstellingen waarvan realisatie niet zeker is
− Financiële, strategische,… doelstellingen
2. Gevaren of krachten die de schade of het verlies veroorzaken:
Globale indeling:
• Natuurlijke schade oorzaken: ziekte, brand, storm
• Menselijke schade oorzaken: diefstal, vandalisme, fraude, nalatigheid
• Economische schade oorzaken: recessie, inflatie, daling aandelenkoers, …
• Juridische, politieke en maatschappelijke schade oorzaken: veranderende
wetgeving, nationalisatie, …
4