Onderwijspsychologie en leerstoornissen
Les 1: Hoofdstuk 1 Onderwijsvisies
Verkeert het Vlaamse onderwijs in een crisis? Een analyse en enkele oplossingen.
Onvrede in het onderwijs
• Gebrek aan een duidelijke, gemeenschappelijke visie van wat de essentie van onderwijs is
• Hervormingsplannen veroorzaken onrust
• Overheid die zich zelf machteloos voelt
→ machteloosheid bij de beleidsmakers zelf
• Grote gevoeligheid voor nieuwe hypes
• Vrees voor kwaliteitsverlies op alle niveaus
= dalingen van het niveau (lager, secundair, hoger onderwijs) ovv prestaties
Het niveau in België is doorheen de jaren sterk gedaald, maar het niveau op wereldvlak is
ook gedaald
• Onvoldoende inspelen op economische behoeften
De kwaliteit is ook een aspect van onderwijs, maar niet de enige (“onderwijs dient niet om
ervoor te zorgen dat onze economie draait”- prof)
• Burn-out bij leerkrachten
• Therapeutisering v/h onderwijs
• Problematiek van nieuwkomers: taalachterstand
Oorzaken van onvrede
Onderwijsvisies worden gevoed / geïnspireerd door achterliggende visies
Door elkaar lopende visies die moeilijk met elkaar kunnen verzoend worden:
• Premoderne (autoritaire) visie:
Autoriteit = gezag (=/= macht)
Autoriteit verleent betekenis
bv. leerkracht bepaalt de leerstof
Individu wordt gedomineerd door traditie (staat centraal)
Autoritaire visie is verdwenen
• Moderne visie:
Moderniteit staat centraal
, Verwerping van traditie en autoriteit ten voordele van rede en wetenschap
→ vertrouwen in de denkcapaciteit van (iedere) mens
→ iedere mens heeft een verstand en kan nadenken, kritische opmerkingen
geven, …
Autonoom individu als enige bron van betekenis en waarheid
Los van de cultuur, cultuuronafhankelijk
• Postmoderne visie:
Zitten we nu voor een deel in
Verwerping van soevereine autonome individu
Alles is constructie: ieder zijn waarden en waarheden
→ het wordt zo subjectief dat het zelf niet meer gebonden is aan een
autonoom individu, maar dat het nog verder gaat
Nadruk op emoties, intuïties, fragmentatie van ervaringen
→ staat centraal
Het afwijzen van autoriteit en gezag heeft geleid tot een cultuurrelativisme
= je eigen cultuur niet ophemelen / centraal stellen & begrip hebben voor
andere culturen
MAAR als je alles gaat relativeren klopt het niet meer
Uitweg dilemma prof: kiezen voor een gematigd modernisme
De mens is in staat tot het verwerven van objectieve kennis (met
veel moeite)
Maar de mens is meer dan de ratio alleen
→ emoties, culturele gevoeligheden, waarden, normen, … vormen
mee de persoon
Ingevoerd worden in een humane cultuur vergt een
socialisatieproces (dit proces is meer dan alleen wetenschap)
→ maar je moet niet alles gaan relativeren
Nieuwe waarden: alles verandert voortdurend
Geen geloof in vooruitgang, maar in bewondering voor geringste verandering of hype
▪ De postmoderne mens gelooft niet in vooruitgang >< moderne mens
▪ Ze zijn in bewondering voor geringe verandering (alles wat nieuw is)
▪ De postmoderne mens is gevoelig voor hypes
Inhoud van verandering?
▪ de postmoderne mens is niet geïnteresseerd in de inhoud van de verandering, maar
in de verandering zelf
, De postmoderne mens is de slaaf geworden van verandering → ze zijn verslaafd aan
verandering
Aanpassen aan verandering, anders vrees voor irrelevantie
Soort natuurkracht waaraan we ons moeten onderwerpen
▪ Is het wel waar dat we leven in een wereld die steeds sneller veranderd?
▪ De onophoudelijke verandering wordt aangevoeld als een soort natuurkracht
waaraan je je alleen maar kan onderwerpen
➔ dit maakt de postmoderne mens passief (“je kan er niks aan doen, dus je moet
mee met de hype”)
Postmoderne mens maakt geen geschiedenis, maar is volgzaam
Onderwijs is waarde op zich
Onderwijs is waarde op zich
Onderwijs is / doet iets wat je moeilijk door een andere instantie kan laten
vervangen
Onderwijs heeft veel belangrijke functies waaronder economisch en
maatschappelijk nut (mensen uit lagere sociale klassen hebben het recht op
scholing)
Maar onderwijs is meer dan dat ➔ “onderwijs is een waarde op zich”
De waarde is niet direct te vinden in economisch nut of rol in
maatschappelijke engineering
Onderwijs is intrinsiek democratisch en emanciperend
Onderwijs is intrinsiek vernieuwend
Onderwijs trekt kinderen weg uit hun dagelijkse leefwereld om hen te confronteren met de
‘publieke zaak’
Wat is wezen van de school?
School = plaats en tijd waarop volwassen generatie en jonge generatie elkaar ‘ont’-’moeten’
Culturele bagage is grondstof om wereld te vernieuwen (Hannah Arendt)
Principiële intellectuele gelijkheid = uitgangspunt
→ elke leerkracht weet dat er verschillen zijn tussen de leerlingen op vlak van IQ, culturele
achtergrond, motivatie, … maar al die verschillen vormen niet het uitgangspunt van de
leerkracht. Een goede leerkracht gaat er van uit dat alle lln een verstand hebben.
= principiële intellectuele gelijkheid
Bij uitstek democratiserend en emanciperend
, De ‘vrije’ tijd, de ‘speelruimte’ waar kennis om de kennis, het kunnen om het kunnen
belangrijk is
→ niet instrumenteel (= omdat het nuttig is), maar wel plezier van het leren is belangrijk
Liefde voor het vak bijbrengen, en leraar als liefhebber
De les sluit niet aan bij de leefwereld van het kind, maar doet de leefwereld vergeten
Onderwijs als catering van individuele leerbehoeften
Er zijn verschillende visies en deze botsen → maakt het heel moeilijk voor de leerkrachten
Postmoderne opvatting is gegroeid in de onderwijskringen
: “onderwijs dient tegemoet te komen aan de individuele leerbehoeften”
Individualisering van het schoolse
Verschillen in leerstijl, in leermotivatie, in inhoudelijke interesses en in talenten
→ school en leerkracht moeten hier op kunnen inspelen
School wordt ‘leeromgeving’ en leraar een ‘coach’
Het ‘nieuwe leren’ of sociaal-constructivisme
Leren leren, reflectief leren, levenslang leren, e-learning en ervaringsleren
→ alle woorden die nu in het onderwijs circuleren, wijzen op het verlies van de volwassen
autoriteit
→ leerkracht-leerling relatie wordt weggewerkt
Leerlingen zijn ‘lerenden’
Waarom nog scholen?
Leren doen we elke dag, maar leren =/= onderwijs
als onderwijs wordt gelijkgesteld aan leren, waarom heb je dan nog scholen nodig?
Citaat
Het is intussen wel duidelijk dat het instituut school (in om het even welke vorm) dé artificiële
leeromgeving bij uitstek is. Nadat de schijn eeuwenlang werd opgehouden, verliest de school echter
vandaag haar (vandaag al helemààl niet langer houdbare) nepmonopolie van exclusieve
leeromgeving. Men ziet in dat leren lang niet alleen op school of tijdens de school-, laat staan
instructie-uren gebeurt. Tussen dat inzicht en de concrete aanpak om van de school een zo natuurlijk
mogelijke leeromgeving te maken, gaapt evenwel een diepe kloof. Soms lijkt het wel of men de
gebetonneerde onderwijsstructuren met hypocriete graagte aangrijpt om niet (drastisch) te moeten
ingrijpen in de richting van een heuse conceptuele ommezwaai: van docentgestuurd of
leerstofgeoriënteerd naar leerdergecentreerd (conceptual change...).
→ de prof is het helemaal niet eens met deze citaat