Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
VOLLEDIGE samenvatting neurofysiologie €13,59   Ajouter au panier

Resume

VOLLEDIGE samenvatting neurofysiologie

 41 vues  0 fois vendu

Alles lessen van neurofysiologie samengevat. Notities + info uit de slides. Tekst + afbeeldingen ter verduidelijking. (hoofdstuk 1 Inleiding t.e.m. 14 Geheugen )

Aperçu 4 sur 135  pages

  • 26 décembre 2022
  • 135
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (34)
avatar-seller
paulinebal
VOLLEDIGE SAMENVATTING
NEUROFYSIOLOGIE (2022-2023)

Sensatie & Perceptie
Sensatie = opvangen signaal Perceptie = verwerking dr hersenen


Sensoriële systemen
Zintuigen => waarnemen energie (sensatie) (op afstand, in lichaam of rechtstreeks inwerkend op lichaam)

Sensorische input doel:
 Perceptie
 Motorische controle (on-/bewust)
bv. proprioceptie: cte sensorishe info nr hersenen => maak juiste motorische bewegin gen
 Arousal = activatietoestand van CZS bv. VEEL sensorische info => teveel arousal => stress
 Integriteit CZS bv. teveel stimulatie => integriteit CZS aantasten

Energiebereik
Meeste E niet waarneembaar door mens:
└> zintuigen geven klein venster buitenwereld
└> groot deel E niet opgevangen: - Buiten bereik R (geluid, licht)
- Geen R voor E-vorm (magneto- , electroreceptie)
<> andere species: detectie magnetische/electrische velden, gepolariseerd licht, IR licht

Visueel domein
E bereik EM spectrum = zichtbaar licht
=> enkel R (=kegeltjes) voor λ = 400-700nm
- Soort R bepaalt kleurenwaarneming (welke λ = welke kleur)
- Mens geen R voor: UV straling (<> bij)
IR straling (=warmte) dmv temperatuurgevoelige sensoren (slang)

Auditief domein
E bereik mens = geluidsgolven 20 – 20 000 Hz
=> infra- (laag) & ultrasound (hoog) buiten bereik onze R (<> hond, vleermuis: ultrasone golven)

3 fysiologische processen voor informatie verwerking in CNS
 ALLE sensorische systemen op zelfde manier
1) Transductie: Stimulus E omzetten nr AP (meerdere stappen)
dmv specifieke R (staafjes & kegeljes, haarcellen (mechanoR), ..)
2) Transmissie: Info (AP) nr primaire sensorische hersenschors (specifiek gebied) bv. visuele cortex
via specifieke zenuwbanen
=> SENSATIE = TRANSDUCTIE + TRANSMISSIE
3) Perceptie: interpretatie sensatie dr hersenen, gewaarworden
→ belangrijke rol selectiemechanismen = ‘aandacht’
Bv. Transductie licht E thv retina dr staafjes & kegeltjes → transmissie AP nr primaire visuele cortex → perceptie in hogere orde gebieden: zie gezicht

,4 basisattributen voor sensoriële stimuli
 Bepalen adhv sensoriële systemen (zintuigen)
 1. Modaliteit (kwaliteit) 2. Intensiteit 3. Duur 4. Plaats

Codering van modaliteit: welke energie?
- 5 “modaliteiten” = hoofdzintuigen (=klassiek): zicht, gehoor, smaak, reuk & tast (mens)
- Extra = sens. info gegenereerd door/ in lichaam:
vestibulair; spier- & gewrichtsafferentent (proprioceptie); R vr BD, O2, enz.
- Submodaliteiten bij modaliteit: smaak: onderscheid zuur/zoet/bitter/zout/umami
tast: onderscheid druk, T, pijn, jeuk
zien: onderscheid kleur, beweging, diepte, vorm,…
- Specifieke recpetoren bij elke (sub)modaliteiten:
ziht: fotoR, gehoor: mechano-R, smaak&reuk: chemoR,
tast: mechano, thermo, noci (pijn) & prurito-R (jeuk)
- Specifieke centrale zenuwbanen nr sensoriële cortex bij elke modaliteit

Hoe maken hersenen onderscheid tss verschillende (sub)modaliteiten?
 Juiste interpretatie stimuli in hersenen

Wet van specifieke zenuwenergieën (Müller)
a) (sub)modaliteiten obv eig. van sensoriële R & n0:
transductie: R vangt specifieke E-vorm op & zet om nr membraanpotentiaal
b) elk perifeer sensorieel n0 verbonden met specifieke delen v/h zenuwstelsel
 a + b = “labeled lines”: info leveren nr specifiek deel hersenen

Adequate stimulus = optimale stimulus (E) die specifieke R activeert bv. fotonen bij fotoR
└> !! Andere E kan R activeren => perceptie ~ adequate stimulus
DUS activatie v/d zenuwbaan zorgt steeds vr perceptie v/d E vorm waarvoor de baan gevoelig
onafh. wat de stimulus is !!
DUS perceptie (waarneming) niet afh. v. HOE sensorische vezels gestimuleerd, maar v. WELKE vezels

Voorbeelden wet van Muller:
- Fosfenen: druk op oogbol (<>fotonen) => actieve foto-R => n0 activeert => licht waarnemen
- Cochleaire implantaten: directe elektrische stimuli (via electrode) in slakkenhuis
=> haarcellen binnenoor actief => activatie n0 => horen
- Paradoxale koudegewaarwording: warmte stimulus => activatie koude R => perceptie kou

Modaliteit/ kwaliteit v. stimulus k op ≠ manieren gecodeerd w:
1) Labeled lines code (bv. tast)
= indiv. n0 sturen specifieke info door dmv van specifieke & selectieve R nr specifiek deel ZS
2) Populatiecode (=patroon, combinatie)
= stimulus gecodeerd in patroon v. activatie v/e populatie/groep n0 (bv. geur onderscheid)
3) Combinatie van beide
luister einde slide 8

,Codering van intensiteit
Intensiteit van sensatie = hoe sterk is stimulus (=intensiteit v/d E)
→ laagste intensiteit die sensatie geeft = drempel => stimulus moet boven drempel zijn
bv. gehoor: min. # dB nodig (drempel afh. van frequentie) bv. zicht: min. #fotonen nodig

Codering intensiteit:
a) Frequentie codering
= #AP gevuurd dr 1 n0 bepaalt intensiteit stimulus (intensiteit dr 1 n0)
bv. Tast: grote druk (stimulus) => R actief => grote ∆membraan potentiaal => n0 vuurt veel AP/spikes
b) Populatie codering
= # n0 geactiveerd bepaalt intensiteit stimulus (vele n0)
bv. zwakke druk => 1 n0 actief <> sterke stimulus => vele n0 actief

Codering van duur
 Wanneer is er ∆E?

Adaptatie = afname grootte R potentiaal bij stimulatie dr constante stimulus => activatie ↓
want vooral ∆ in stimulus intensiteit van belang als stimuli continu w aangeboden
→ adaptatie: binnen 1 stimulus aanbieding bv. ruik naar wafel => na tijdje ruik je niet meer
→ habituatie: overheen stimuli (niet belang) bv. elke keer ruik wafel in aula => niet meer waarnemen na tijdje
(mechanisme kunnen op zeer veel niveaus liggen (preR-structuur, transductie in synaps, intrinsieke membraaneig., …))



a) Traag/ niet adapterende (=tonische) R:
Stimulus ON: beetje adaptatie in respons lange stimulus
=> R pot. blijft => n0 vuurt AP gedurende hele stimulus
b) Snel adapterende (= fasische) R:
=> AP vuren bij start & stop (on & offset) v/d stimulus
=> detecteren vooral ∆ in stimulus intensiteit
→ want vooral ∆ in stimulus intensiteit belang bv.sok aan

DOEL = minder E verspillen bij continu stimuli, vooral ∆ in s timulus van belang

Codering van plaats van stimulus
 Waar is de E-bron/ stimulatie?

= afh. v. receptief veld (RV) van afferent n0 = gebied op R-opp. dat n0 kan beïnvloeden (excit/inhib)
└> kleiner RV => preciezere plaatsbepaling
 RV w groter hoe verder/hoger in sensorische systeem
door convergentie v. lagere orde n0 op hogere orde n0
1e orde n0’en (dichtst bij R) => geeft info aan 2e orde n0 enz.
- RV 1e orde n0 = zwarte cirkel: als stimulus in RV => R zal reageren => AP
- RV 2e orde n0 = combi v/d 3 zwarte cirkels = info alle 1e orde n0 waarmee verbonden
 RV w complexer hoe verder in het systeem
door divergentie = zijdelings verspreiden info
= 1 lager orde n0 draagt bij tot RV van vele hogere orde n0
=> laterale inhibitie !!!: actief n0 => info aan 2e orde inhiberend n0 => centrale n0 beïnvloed

, - Grote n0 complex RV: - als in rand-gebied iets gebeurd => afremmen n0
- als in midden iets gebeurd => activeren n0
bv. bij contrast waarnemen dr visueel systeem



!! receptief veld van alle sensorische systemen kunnen voorstellen
→ Bv. somatosensorieel n0: RV = gebied op huid: hier druk => n0 geactiveerd
→ Bv. visueel n0: RV = gebied op netvlies: hier fotonen invallen => n0 geactiveerd
Topografie
Receptoroppervlak (R-epitheel) heeft topografie: geordende R
=> n0 projecties ook geordend
=> ruimtelijke relaties (ordening) v. R-opp. ook hogerop in CZS (op hersencortex)
- Ordening op R-opp. ~externe ruimte
=> ordening blijft behouden: n0 naast elkaar in R-opp. ook naast elkaar afgebeeld op cortex
→ in visueel syst.: retinotopie
= ordening v/d retina (=R-opp.) op primair visuele cortex
= omgekeerde afbeelding v. stimulus externe ruimte (verhoudingen cte)
(methode: radioactiviteit visualiseren tgv radioactief-glucose => opname bij activatie n0)
bv. kijk nr letter => zie letter omgekeerd afgebeeld op hersenen
→ in somatosensoriële syst.: somatotopie = ordening tast-gebieden op somatosens. cortex
= lateraal: n0 vr tast in gezicht – handen – lichaam – voeten: mediaal op cortex
bv. 5 vingers liggen op cortex naast elkaar (verhoudingen blijven)
- Ordening op R-opp. maar niet in externe ruimte
→ in auditief syst.: tonotopie = ordening op cortex obv frequentie
= Lage vs hoge freq. naast elkaar afgebeeld in slakkenhuis (R opp)

Sommige aspecten v/d plaats v/e stimulus w berekend in CZS
→ visuele diepte: visueel syst. veel ques voor detectie diepte/ verte
→ auditieve lokalisatie: in CZS berekend hoe ver stimulus van ons

Acuïteit = scherpte
= precisie waarmee plaats v/e stimulus bepaald kan worden
= ~ aantal receptieve velden ~ 1/grootte receptieve velden
=> groot aantal kleine RV => grote acuïteit = heel precies/scherp (meten dr 2-punt discriminatie)
= grote innervatiedensiteit

Voorbeeld: scherptezicht
- RV ganglioncel = alle fotoR geschakeld naar ganglioncel: foton valt op 1 R => ganglion vuurt AP
- Retinale fovea: scherptezicht
→ ganglioncellen met klein RV => makkelijk plaatsbepaling
- Retinale periferie: geen scherptezicht
→ gangliocellen met groot RV: veel R geschakeld nr 1 ganglioncel
=> foton op groot gebied => n0 actief => moeilijk plaats bepalen: op welke fotoR?
→ reden: stel overal scherptezicht => overal kleine RV nodig => veel ganglioncellen nodig
=> grote oogzenuw (=axonen gangioncellen) => te grote blinde vlek

Voorbeeld: tast

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur paulinebal. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€13,59
  • (0)
  Ajouter