Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
bouwtechniek €5,49   Ajouter au panier

Examen

bouwtechniek

 4 vues  0 fois vendu

samenvatting bouwtechniek eerste jaar

Aperçu 4 sur 31  pages

  • 26 décembre 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Examen
  • Questions et réponses
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
enamilosevic
Hoofdstuk 1: constructieve opbouw en bouwmethode

1.1 Grondwerk
= het uitgraven van de grond (waar en hoe diep wordt op voorhand aangegeven)
→ Uitgegraven grond wordt afgevoerd of in depot gezet
= grond op bouwterrein opgeslagen zodat er een voorraad in de buurt is
Bronbemaling: wordt toegepast wanneer bouwput te diep wordt uitgegraven en zorgt ervoor
dat de bodem van de bouwput droog blijft

1.2 Fundering
= Een constructie die wordt geplaatst tussen het gebouw en de voldoende draagkrachtige
ondergrond. Deze brengt het gewicht van het bouwwerk over op de ondergrond. Het type is
afhankelijk van de diepte waarop deze wordt aangelegd.
- Paalfundering hout/beton: vaste grond zit op grote diepte
- Fundering op staal: vaste grond niet diep genoeg gelegen
= fundering rechtstreeks op de vaste draagkrachtige grond

1.3 Draagconstructie of casco
Bestaat uit wanden, vloeren en kolommen
- Brengen gewicht en belastingen over naar fundering
- Verbeterd stabiliteit van bouwwerk: nog beter door stijve kernen toe te passen
→ bv. liftschachten: met casco opgebouwd dus vormen 1 geheel
- Onderdelen op bouwplaats gemaakt/in een fabriek geproduceerd van bv. gewapend
beton, staal

Woning scheidende muren: worden bouwmuren genoemd bij 2/meer aaneen gebouwde
woningen
- Dragende en scheidende functie
- Voldoen aan eisen over brandveiligheid en geluidsisolatie: uit beton of metselwerk

1.4 Gevels
= vormen de verticale afsluiting van gebouw en bieden bescherming tegen weer en geluid
- Vormvast want grote windkrachten kunnen inwerken
- Moeten voldoen aan eisen ivm sterkte en luchtdoorlatendheid
Onderverdeling:
- Op bouwplaats vervaardigde gevels al dan niet voorzien van raam en deurkozijnen
- Prefab gevels die naderhand worden gemonteerd en worden samengesteld

Vlies- of gordijngevel: onderdelen zijn niet dragend en kan dus samengesteld worden uit lichte
materialen zoals aluminium en glas (besparing op gewicht)
→ Belastingen afgegeven aan achterliggende constructie & vervolgens naar fundering

1.5 Kozijnen
Slechtere thermische isolatie dan van gevelconstructie
Hoge eisen gesteld aan de aansluiting
- Wind en waterdicht
- Bij materiaalkeuze rekening houden met onderhoudskosten

,Hout en beton worden tijdens het metselen in de gevel opgenomen
Staal, aluminium en kunststof worden in afbouwfase gemonteerd

Stelkozijn: worden aangebracht in sparingen tijdens de opbouw om beschadigingen aan het
kozijn te voorkomen

1.6 Daken
Wordt aangebracht nadat casco gereed is
Doel is bescherming bieden tegen weersinvloeden
Dragende constructie dak:
- Gemaakt van verschillende materialen: hout, staal, gewapend beton
- Op bouwplaats vervaardigd of prefab

Ruwbouw: alle voorgaande beschreven processen van het plaatsen van de fundering tot het
plaatsen van het dak
→ Aanbrengen technische installaties zoals leidingen, gas, water
Afbouw: volgt na ruwbouw, het aanbrengen van glas, tegels (afwerking)
→ Voltooien van technische installaties zoals sanitair, elektriciteit schakelaars

1.7 Bouwmethode en constructie
Bouwmethode: manier waarop casco van het bouwwerk op bouwplaats wordt vervaardigd
Traditionele bouwmethode (stapelbouw)
- Onderdelen zoals fundering, vloeren, muren worden op de bouwplaats vervaardigd
- Ramen, deuren worden in timmerwerkplaats gemaakt
- Meeste toegepast voor laagbouwwoning
Industriële bouwmethode
- Skeletbouw
Dragende en afsluitende functies worden gesplist
o Houtskeletbouw
Binnenzijde in plaatmateriaal & buitenzijde in houten delen of metselwerk
Tussen regelwerk bevindt zich isolatie
Houten grondvloer op gelijkvloers nooit toegepast
o Betonskeletbouw
Op bouwplaats gestort & prefab elementen toegevoegd
o Staalskeletbouw
Bestaat uit stalen kolommen en balken van profielstaal dat bekleed wordt
- Hallenbouw (bouwen van loodsen en fabriekshallen)
Houten draagconstructie in de vorm van gelamineerde liggers, spanten
- Gietbouw
Onderdelen van beton in bekistingen gestort
Buitengevels voorzien van metselwerk
Bekisting: voor eenmalig werk
Systeembekisting: voor grotere series, wanden en vloeren in 1 keer gestort
- Elementenbouw (systeem of montagebouw)
Prefab bouwelementen op bouwplaats samengevoegd (meestal hout, beton)
Hoge eisen aan maatvoering: perfect aansluiten op elkaar
Vaak toegepast bij semi-permanente gebouwen

,Hoofdstuk 2: sterkteleer

(1) Permanente belasting G (uitgedrukt in belasting per m1, m2 of m3)
Belasting die constant aanwezig is: bv. eigen gewicht constructie, afwerking
(2) Variabele belasting Q
Belasting die niet permanent aanwezig is: bv. winstbelasting, mensen op dak

2.1 Sterkte
Max. kracht die men kan uitvoeren op het materiaal voor het bezwijkt. De spanning waarbij
het meteriaal bezwijkt noemen we de sterkt


- Druksterkte: weerstand van het materiaal tegen
indrukking
- Treksterkte: weerstand die het materiaal biedt als gevolg
van trekbelasting

Elasticiteitsmodulus (N/mm2): duidt het verband aan tussen kracht en vervorming



→ Wanneer een element onder trek staat zal uit uitrekken. Volgens de Wet van Hooke is de
vervorming evenredig met de kracht die op het element wordt uitgeoefend.

Vloeifase van staal: op bepaalde spanning zal materiaal versterken en
pas erna breken (rek blijft doorgaan tot staal weerstand biedt)
Vloeigrens: spanning waarbij het staal vloeit




Doorbuiging: gebeurt wanneer een materiaal niet stijf genoeg is
- Afmetingen en materiaal dragende constructiedeel
- Lengte vrije overspanning
- Optredende belasting

Spanning: de kracht gedeeld door de oppervlakte van de doorsnede


- Drukspanning: bv. kracht op onderliggend metselwerk ter plaatse van een oplegging
- Trekspanning: treedt bv. op als een betonbalk wordt belast
o Aan bovenzijde drukspanning & onderzijde trekspanning
o In het midden is de spanning 0 (zwaartepunt)
o Weerstand tegen doorbuiging door balk op zijn kant te gebruiken
- Schuifspanning: treedt bv. op bij ingekeepte raveelverbinding
- Buigspanning: combinatie druk en trekspanning
- Knikspanning: wanneer een kolom zo wordt belast, en druksterkte wordt overschreden
dan knikt de kolom en bezwijkt

, Taai: grote vervorming voor breken
Bros: kleine vervorming voor breken
Stijf: niet makkelijk door te buigen
Slap: makkelijk door te buigen
Stug-week: weinig meegevend-meegevend




Oplegging: manier waarop een constructieonderdeel zoals balk of ligger wordt ondersteund
- Scharnieroplegging: hoek kan wijziging ondergaan, maar kan zich niet verplaatsen
- Roloplegging: wordt toegepast aangezien de constructie soms lengteveranderingen
moeten kunnen ondergaan, wordt geplaatst in een steunpunt
- Inklemming: komt voor bij steenachtige vloeren en houten balklagen, kan zowel
horizontale als verticale krachten opnemen

Overspanning: de afstand die een constructiedeel moet overbruggen
- Dagmaat: kleinste maat tussen de ondersteuningspunten
- Theoretische overspanning is de hart-op-hartmaat: belangrijk
voor statische berekeningen
- Praktische overspanning: lengte van toegepaste ligger

Lineaire uitzettingscoëfficiënt: geeft aan hoeveel een 1m lange staaf van het materiaal uitzet
bij een temperatuur van 1°K



Niet alle materialen kunnen gecombineerd worden: fietspad misvormt in de zomer doordat
er geen uitzettingsvoeg is
→ Uitzettingsvoeg: platisch materiaal, dient om verschil in uitzetting op te vangen (boven
raam plaatsen kan niet want zorgt voor barsten)

2.2 Warmtetransport
Warmtegeleidingscoëfficiënt (: geeft aan hoeveel warmte er per m2 oppervlak stroomt door
een laag materiaal met een dikte van 1m bij een temperatuurverschil van 1K
→ Hoe hoger, hoe beter het materiaal wordt geleidt
→ Isolatiemateriaal heeft kleine waarde: 0.35 W/mK

Warmteweerstand (Rm):

→ Hoe groter de weerstand, hoe beter het beschermt tegen warmte

Warmtestroomdichtheid (q): hoeveelheid warmte die door 1 m2 van een laag materiaal
stroomt

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur enamilosevic. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73918 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter