PERITONEUM EN PERITONEALE HOLTE
Eigenlijke maagdarmtractus, gastro-intestinale tractus
-> aansluitend op slokdarm organen die verantwoordelijk zijn voor verkleinen, verteren en finaal
indekken & uitscheiden van voedselbrij (chymus) in zijn totaliteit
Waar bevinden die organen zich precies?
Buikholte insnijden -> anatomisch gesproken is ruimte virtueel leeg (klein beetje vocht kan wel) maar
eigenlijk niks in buikholte
Omwille van het bestaan van peritoneum = buikvlies: aflijnen buikwand, organen verpakken en
ophangen -> weghouden van virtuele ruimte
Peritoneale holte: holte afgelijnd door buikvlies of peritoneum (omliggende) is virtueel leeg
Buikingewanden terug te vinden in geheel van abdomen: holte is wel degelijk gevuld
Lendengebied -> buik gerust wat ruimer
Spieren tegen lendenen aan, buikwandspieren die in linea alba terecht komen (in verschillende
lagen)
Buikvlies of peritoneum: binnenbekleding van buikwand & buitenste deel buikholte
-> ligt tegen de fascia transversalis aan en gaat als er een sereuze membraan (licht vocht
producerend, blinkend aan de zijde waar vocht geproduceerd)
Cfr. peesschede of een bursa (zelfde type structuren die synoviaal vocht produceren)
Peritoneum parietale: buikwand inwendig bekleden
Peritoneum viscerale: ingewanden bekleden, plakt tegen de ingewanden aan (= tunica serosa samen
met het onderliggende bindweefsel)
-> kan van de dorsale middenlijn naar beneden stulpen & ergens een orgaan (stuk darm, een maag)
gaan omgeven en gaan ophangen
-> door 2 aan elkaar klevende bladen van peritoneum opgehangen via een mesenterium
‘meso’ = alles wat aangeduid kan worden als ophangband (2 bladen van peritoneum tegen elkaar)
-> daarop volgt wat er opgehangen wordt
-> ‘enteron’ is Grieks voor darm (in brede plaatje staat het voor ingewanden) (‘viscera’ in het Latijn)
-> ‘splanchnon’ is Grieks voor ingewanden
Ophanging van de ingewanden gebeurt via mesenteria
Gespecifieerd naargelang orgaan dat opgehangen wordt: mesocolon (dikke darm)
peritoneale dubbelplooi gaat het orgaan volledig omgeven -> buikholte virtueel nog steeds leeg
(ingewanden behoren tot de wand maar zijn uitgezakt in een ophangende structuur)
Sommige organen doen hier niet aan mee: nieren plakken tegen dorsale buikwand maar nog aan 1
zijde omgeven door peritoneum (niet opgehangen door peritoneum) => liggen retroperitoneaal
Liggen achter peritoneum: buik open langs ventraal -> nog achter het peritoneum liggen deze
organen
Overige opgehangen organen liggen intraperitoneaal (omwikkeld door peritoneum maar vullen
peritoneale holte: door hun volume maar niet door hun fysieke aanwezigheid in de holle ruimte zelf)
,Mesenterium = anatomisch gewoon mesenterium
Embryologisch specifiëren: dorsaal mesenterium -> darmen opgehangen via de dorsale zijde
-> er moet ook een ventraal mesenterium zijn: gaat doorheen embryonale ontwikkeling verdwijnen,
behalve op een paar specifieke plaatsen na (duiding via sagittale doorsnede)
Peritoneum ligt ook tegen middenrif (diafragma) aan (dus alle delen, niet enkel de zijwanden) ->
buikwand, navelgebied, ventrale zijde wervelkolom
Dorsaal retroperitoneale ruimte voor de wervelkolom
Onderverdeling in subruimtes:
- Naar caudaal toe een uitzakking: net boven de bekkenbodem (symphysis pelvina)
Anus met daaronder geslachtsopening
-> peritoneale omslagwand duikt diep het bekken in (niet helemaal tot op het einde
raken)
-> daar een retroperitoneale ruimte: laatste stukje van bekken, beenderige en
ligamenteuze bekkenholte is retroperitoneaal en direct omgeven door bindweefsel
(niet in holle ruimte met wat vocht en bewegingsvrijheid)
- Mannelijke dieren: processus vaginalis
Een huls die uitstulpt doorheen de buikwand
Buikholte of peritoneale holte onderverdelen in 3 ruimten:
1) Cavum abdominis: eigenlijke, abdominale holte
2) Cavum pelvis: bekkenholte vanuit peritoneaal perspectief (niet volledige bekkenholte,
bekken als geboortekanaal)
3) Cavum vaginale & processus vaginalis doorheen de liesring (mannelijke dieren)
In al deze holten zijn de daarin gelegen organen opgehangen via een meso
(mesenterium in de dorsale middenlijn) tot caudaal
Darmen maken een enorme kronkeling langs alle kanten weg -> al die darmen heel
breed ophangen (met een ophanging) & zeer los, die darmophanging komt
allemaal samen in een veel nauwer gebied (zeker thv loshangende darmen) =
scheilwortel (plaats waar de meest loshangende darmen, voornamelijk stukken
dunne darm allemaal samen opgehangen zijn)
Darmscheil = mesenterium, darmscheil rijkelijk doorbloed en bij heel wat
diersoorten een belangrijke stapelplaats van vet (moeilijk door te kijken)
-> brede aanhechting van de darmen, komt samen in quasi gelijkaardig punt =
darmscheilwortel
-> dunne darm los opgehangen, andere darmen minder los opgehangen cirkelen
allemaal omheen darmscheilwortel
Ophangen van de darmen aan de dorsale zijde (mesenterium dorsale was al niet meer nodig
tov embryonaal waar het wel nodig is, ook ventraal mesenterium hebben we daar -> dit klopt
niet altijd)
Combinatietermen: Grieks primeert
teres = rond
,Testis (orchis in het Grieks) -> mesorchium eerder van caudaal zien komen bij een hangende
testis
Lever: op verschillende manieren opgehangen:
ten dele opgehangen richting maag (omenta)
aan ventrale zijde, tegen diafragma aan en doorheen leverlobben vergroeid met een
ligament dat richting navel (umbilicus) loopt
= zeisvormig ligament van ventraal uit = ligamentum falciforme
-> gaat richting lever aan lever trekken
=> anatomisch niet meer relevant, embryologisch enorm belangrijk
-> dat draagt in zijn vrije bovenrand een rond ligament (ronde afdichting) komende van
navel, wat zwaardere rand die die lever induikt = ligamentum teres hepatis
Bekkenholte: stukje rectum, opgehangen met mesorectum & loopt retroperitoneaal verder
(gaat peritoneum doorbreken om de anus te gaan bereiken)
Ook urineblaas komt hier voor die afleidt naar urethra (en urinewegen), richting penis
-> vrouwelijk geslachtstelsel (bij vrouwelijke dieren) ligt op niveau tussen rectum en
urineblaas (bv baarmoeder)
-> mannelijke dieren: afvoerwegen van testis en bijbal (ductus deferens, komt uit epididymis
en klimt op -> tussen urineblaas en rectum in blaashals thv prostaat beiderzijds gaat
uitmonden)
ook allemaal structuren (buisvormig), organen die ook allemaal vast moeten
hangen, dorsale middenlijn is al ingenomen door een mesorectum -> die zaken
anders ophangen
- Ventraal blaas ook vastgehecht aan ligamentum vesicae medianum, is niet
voldoende -> bijstaan door zijdelingse ophangbanden die die bekkenholte in een
aantal extra uithollingen zal onderverdelen
-> peritoneale omslagwand gaat structuur per structuur opzoeken
-> diepe uitholling van bekkenholte ‘telt niet meer’, we zoeken telkens 3 niveaus op
waar we kunnen overslaan
Bekkenholte in dwarse doorsnede bekijken:
- vrouwelijk
1) dorsaal in middenlijn rectum (einddarm) omgeven
2) baarmoeder, baarmoederhals (cervix uteri) -> ophanging is zijdelings
-> baarmoederhals meestal potdicht, net tegen de bekkeningang
zijn er 2 baarmoederhoornen? we gaan elk naar een baarmoederhoorn & laten het
midden los
-> van zijdelings ophangen
ligamentum latum uteri
3) urineblaas
-> van zijdelings ophangen
-> ook van aan de mediane zijde in de ventrale middenlijn
, Baarmoeder in Grieks: metros
meer naar craniaal gaan? Niet meer in bekkenholte, maar naar buikholte
-> baarmoeder splitst op in 2 baarmoederhoornen (naast elkaar) -> ophanging iets anders
(van zijwand, maar elk apart) (een ligamentum intercornuale kan er tussen zitten, afhankelijk
van waar je de doorsnede maakt)
we kunnen nog net naar blaas gaan (topje van blaas)
-> ophanging iets sterker uitgesproken bij baarmoeder dan bij ductus deferentes
lig. vesicae laterale: aan voorrand loopt beiderzijds ligamentum teres vesicae
-> veel meer in vet beladen dan lig. vesicae medianum
- mannelijk
1) ophangen rectum
2) ductus deferentes (2) gaan naar blaas, 2 afvoerbuizen die van testis komen, opklimmen en
richting zaadheuveltje, prostaat inhoud uitstorten in urethra die via penis weg kan
-> terugvinden boven de blaas, omheen ligamentum vesicae laterale krullen
-> aftakking naar ductus deferens zal klein extra plooitje vormen, tussen de 2
-> plica genitalis: geheel samen nemen, aftakking van het ligamentum vesicae laterale
(voornamelijk stukje tussen beiden) = genitale plooi
3) ophangen urineblaas
Mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen, samen met rectum en blaas laten in
het bekken (bekkenholte) 4 af te scheiden compartimenten
1) Fossa pararectalis
tussen rectum en dak van bekkenholte: een uitwas, inham van holte, is redelijk diep
dorsaal van rectum en langsheen zijn eigen mesorectum kunnen we redelijk diep
bekkenholte in
2) Excavatio rectogenitalis
ruimte tussen rectum & baarmoeder/plica genitalis
3) Excavatio vesicogenitalis
4) Excavatio pubovesicalis
ventraal van de blaas, tussen bekkenbodem (os pubis) & blaas zelf
Hoe hoger (hoe meer naar dorsaal), hoe dieper die excavationes zijn
Beeld in werkelijkheid
- Buitenzijde niet blinkend aspect -> fascia transversalis ligt erop
Binnenzijde: blinkend, sereus, vochtproducerend laagje dat ingewanden gaat
bedekken & omgeven
-> peritoneum moet glad zijn, vlot langsheen gaan met vingers
-> geen verbindingen, fibreus, korrelig aspect wijst op ontsteking
Afhankelijk van diersoort & voedingstoestand ook vet in ingestapeld
- Buitenzijde van organen blinken ook -> er ligt een peritoneum viscerale over
(viscerale blad, ingewandenblad van buikvlies ligt daar omheen gewikkeld)