- Bestaat uit 2 vragen die de gehele cursus omvatten
- Antwoorden moeten geen details bevatten, ook de vragen gaan niet over details. Het is de
bedoeling de grote lijnen en verbanden te leggen. (verbanden tussen verschillende modi,
beleidsvraagstukken zoals clusterbeleid, mobiliteit,…) Antwoordt met een logisch en
samenhangend betoog waarin je de verbanden legt.
- Impact COVID 19
- Impact technologische ontwikkeling
- Impact klimaatbeleid
Hoofdstuk 1: Samenhang beleidsonderwerpen
Evolutie van transport in Europa
Zowel voor goederen en passagiers nam het transport toe. Duidelijke relatie met groei in bbp: transport
en bbp stijgen samen doorheen de tijd.
Globalisering zorgde voor evolutie van transport en vervoer maar zijn er grenzen aan globalisering, gaan
we ooit richting een deglobalisering (omwille van klimaat etc)?
CORONA: waarschijnlijk een structurele verandering te verwachten inzake mobiliteit t.o.v. het verleden.
Modal split van vervoer
Transportprestaties worden uitgedruk in 3 verschillende grootheden:
- Metrieke tonnen
- Ton – km (ton x km)
- Waarde (valuta)
1
, Luchtvaart scoort in waarde veel hoger dan in tonnen omdat die modaliteit eerder gebruikt wordt voor
transport van dure (kleinere) goederen.
Maritiem transport scoort in tonnen veel hoger omdat martitiem transport voornamelijk zware
goederen transporteert.
- 70% van alle tonnen die geëxporteerd worden via maritiem transport (tonnen).
- Slechts 2% van alle waarde die getransporteerd wordt gaat via maritiem transport (waarde).
Wegvervoer superieur aan spoor – en binnenvaart. Zonder modal shift zou het aandeel van
wegtransport nog veel groter zijn. Nu meer dan 50%.
Doel cursus vervoerbeleid:
- De overheid is geen blackbox. Er zijn redenen waarom er over bepaalde thema’s beleid
wordt gemaakt en over andere niet.
o Machtsfactoren: drukkingsgroepen, partijen die bepaalde belangen hebben bij
bepaalde gebeurtenissen.
o Politieke macht ligt in lidstaten en niet bij Europese Commissie zelf
o …
- Inzicht in werking en besluitvorming: Cultuur / macht
- Verschillen in bestuurscultuur
o NL: meer angelsaksische bestuurscultuur
Rationeel onderbouwde bestuurscultuur
Meer traditie om externen in te zetten om dingen te evalueren (bv.
consultancy) (BE: overnachtste vergaderingen)
- Toepassing op vervoer en logistiek
- Inzicht in grote verbanden
- Ontwikkeling kritische houding, reflectie
- Cluster beleid: triple helix
o Overheid
Fiscale stimuli: kleinere kans op ongewenste effecten
Directe subsidie: grotere kans op ongewenste effecten
Economische impact COVID 19
Ongeziene impact gedurende 2de kwartaal van 2020. (linker grafiek) Ook goederenoverslag in Haven Van
Antwerpen zag een terugval in 2de kwartaal van 2020. (-3% general cargo, -8% bulk, -37% auto’s)
2
, Nadenken over de strategieën van de toekomst, gaat gepaard met het maken van scenario’s
/ prognoses. (rechter grafiek)
- De structurele impact van Corona valt nog af te wachten: zullen files terugkomen of mogen
we veronderstellen dat thuiswerken zich deels zal verderzetten?
- E-commerce trafiek zal toenemen met impact op transport en hoe een stad er in de
toekomst zal uitzien (minder winkels in het centrum,…)
Boost voor koeriersdiensten
Containervaart: machtsmisbruik door capaciteit uit de markt te nemen terwijl de vraag
terug steeg.
- Negatieve impact voor luchtvaart en Openbaar vervoer
o Luchtvaart is stillaan aan het hernemen maar nog niet op het niveau van trafiek als
voor corona
o Openbaar vervoer nog steeds in de problemen door aanmoediging van de overheid
om het openbaar vervoer niet te nemen door het risico op besmetting.
Clusterbeleid: Triple Helix
Rol van de overheid, hoe spelen ondernemers daarop in en welk onderzoek wordt erover gedaan?
OVERHEID ONDERNEMERS ONDERWIJS - ONDERZOEK
DOEL: distributiehub van EU - Internationalisering - Productinnovatie
- Locatiebeleid: fiscaliteit (rente, - Beslissingscentra in BE - Procesinnovatie
loonkosten,…) - Consolidatie - VIL, Dinalog (clusterorganisaties)
- Infrabeleid - Ondernemersschap: verschillen
Zeehavens BE en NL
Luchthavens - Onbalans in vervoersstroom
Infra: weg, binnenvaart, - EDC’s
spoor
- Geïntegreerd mobiliteitsbeleid
- Arbiedsmarkt wegvervoer en
logistiek
Hoog opgeleiden
Ook laag opgeleiden
Distributiehub van EU
West EU landen hebben de ambitie om een bepaalde distributie rol te vervullen. De distributie hub
functies zijn nodig om een main port rol te vervullen. (Heeft mee geleid tot de ontwikkeling van grote
zeeschepen).
Waarom willen West EU landen distributiehub van EU zijn?
1. Historisch gegroeid: locatie + expertise opgebouwd (waar het goed is om je te localiseren,
dat trekt bedrijven aan, en die bedrijven trekken mensen aan, bepaalde kennis wordt
geclusterd)
2. Investeringen overheid: aanleggen dokken, kaaimuren, connecties met hinterland: wegen,
kanalen, rivieren, spoorwegen.
3. Toegevoegde waarde creëren voor de regio
3
, 4. Combinatie hoog – en laagopgeleide mensen nodig (sector waar men beiden nodig heeft
want men heeft beiden in de maatschappij: zinvolle arbeid moet voorzien worden)
Infrabeleid
Modal split: manier van verdeling over vesrchillende modi (aandeel wegvervoer zeer belangrijk omdat
het een performante modus is, andere modi zijn minder performant omdat ze enkele
randvoorwaarden hebben (overheidsorangisatie met overheidsdenken en minder klantgericht) De
goederentak van spoorvervoer is nu wel performanter dan vroeger omdat ze meer klantgericht is
geworden maar er moet rekening gehouden worden met andere infrastructuureigenaars in andere
landen. Met een vrachtwagen kan je de grens overrijden op een weg want daar is de ruimte voor.
Met een Belgische trein kan niet zomaar op een Nederlands spoor gereden worden omdat er geen
infrastructuur is om zomaar op een spoor te rijden, men moet rekening houden met slots. Met een
vrachtwagen is het ook makkelijker om af te wijken van de route, een trein kan dit moelijker (gebrek
aan flexibiliteit). Een trein laat wel schaaleconomiën toe: meer goederen transporteren met 1 trein.
Modalshift vanuit milieu standpunt
Wegtransport
Voordeligere prijs dan binnenvaart, spoor of short sea shipping omdat daarvoor duurdere
overslagmiddelen nodig zijn en vaak ook voor – en natransport omdat niet elk bedrijf aan een
waterweg/spoorweg ligt.
ook goede concurrentiepositie want financieel aantrekkelijker en externe kosten (ongevallen,
milieu, aanleg van wegen, …) worden niet in rekening gebracht. Moest dit wel zo zijn dan zou
wegvervoer een ander percentage van marktaandeel vertegenwoordigen (nu 50%) en de
concurrentie van andere transportmodi verstevigen maar dan moet ook voor deze modi de externe
kosten meegerekend worden.
Het doorrekenen van externe kosten is op politiek niveau niet evident: het maakt het je eigen
bedrijven moeilijk terwijl je de ambitie hebt om distributiehub van Europa te worden. Hierdoor trek je
veel wegvervoer aan. Men moet dan ook niet verast zijn dat veel bijkomende weginfrastructuur
noodzakelijk is. Als je geen infrastructuur voorziet, krijg je enorme congestie wat voor nog meer
vervuiling leidt. Rekeningrijden op vrachtwagens heeft geen invloed op congestie omdat die
vrachtwagens er MOETEN zijn op dat moment. Voor personenvervoer is dat anders. Mensen zouden
moeten betalen om de weg op te gaan en zouden meer nadenken over hun verplaatsingen. Men zou
niet meer zomaar de wagen nemen als men niet ergens perse moet zijn. Echter staan mensen hier
argwanend tegenover “betalen om in de file te staan” zal gebeuren wanneer de kilometerheffing
niet hoog genoeg is en dus geen effect heeft op gedrag. Maar welk tarief is hoog genoeg om een
gedragswijziging te veroorzaken? Net omwille van deze argwaan durft de politiek een
kilometerheffing niet doorduwen door de vrees van verlies aan stemmen voor de partij.
Internationalisering
Door de hoge loonkosten in West – Europase landen en verschillen in Europa is het moeilijk concurreren
in de wegtransportsector, daarom zetten veel wegvervoerders een moederbedrijf op in West – Europa en
dochterbedrijven in Oostbloklanden omdat de loonkost in die landen lager is waardoor men de
werknemers ook kan betalen aan die lage loonkost.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Vector. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.