Samenvatting Inleiding Recht. 1e jaarsvak rechtsgeleerdheid/ notarieel recht/ fiscaal recht Universiteit van Leiden. Samenvatting over de gehele stof. Ik heb een 7 gehaald voor dit vak.
Week 1: Terreinverkenning
Wat is recht?
dit is een ingewikkelde vraag:
- Geheel van maatschappelijke orde
- Geheel van normen
- Om te kunnen anticiperen op anderen
- Realiseren van rechtvaardigheid
‘Het moge in primitieve of in verfijnde vorm zijn- maar zodra twee mensen met elkaar in
contact komen, ontstaat recht. Zonder samenleving is er geen recht, zonder recht is er
geen samenleving denkbaar’
Prof. Dr. A. Pitlo
‘orders backed by threats’ (recht als bevel)
John Austin (1790-1859)
Moraal = NIET afdwingbaar een innerlijke houding
(geen slechte intenties hebben)
Recht = afdwingbaar uiterlijke gedraging
‘Het recht komt tot stand volgens een bepaalde procedure die onderworpen is aan regels.’
H.L.A. Hart (1907-1992)
(Essential law-making procedures)
Rechts realistische benadering het recht is hetgeen wat de rechter ervan maakt
‘The prophecies of what the courts will do and nothing more prententious are what I mean
by law.’
Oliver Wendell Holmes (1841-1935)
Rechtspraak staat centraal
‘De wet staat centraal.’
Immanuel Kant (1724-1804)
Onwetmatige daad = daad dat in strijd is met de wet
Collectieve rechtsbewust zijn = wij vinden bepaalde handelingen niet goed of het nou in de
wet staat of niet
Basisbegrippen:
- Ius positivum of ius constitutum = het positieve recht = Het geheel van het
recht dat door een staat is afgevaardigd/ uitgevaardigd
, - ius constituendum = het recht zoals wij zouden willen dat geldt, of zoals het zou
moeten zijn. Het ideale recht (natuurrecht)
- positief recht =
o Voor de bevoegde instantie
o Volgens de vastgestelde procedure
o Met dwang gehandhaafd
- Natuurrecht =
o Hoger recht: ongeschreven rechtsbeginselen
o Als toetssteen voor de geldigheid voor de wetten
- Objectief recht = het geheel van geldende rechten in een land
- Subjectief recht = individuele bevoegdheden die een mens heeft (vaak afgeleide
van objectief recht) recht ontleend aan een objectief recht
- Formeel recht = bepaald hoe het materieel recht wordt gerealiseerd
toepassing van het materiele recht
- Materieel recht = betreft de gedragingen van mensen. Het is een inhoudelijk recht
- De wet in formele zin = betreft een gezamenlijk besluit van de Staten-Generaal en
de regering
- De wet in materiële zin = hier kijk je meer inhoudelijk naar de wet. De wetten die
iedere verbindende bepalingen inhouden.
- Iedere verbindende bepalingen = een bepaling dat alle burgers kan binden. Het is
bindend voor iedereen
Rechtsgebieden:
Privaatrecht = initiatief tot de handhaving ligt bij de burgers zelf horizontale relatie
Publiekrecht = overheid neemt initiatief tot de handhaving verticale relatie
Rechtsbronnen:
Waar komt het recht vandaan?
Hoe ontstaat het recht?
Identificatiemiddelen voor geldend recht = rechtsbronnen
1. Verdragen
2. De wet
3. Rechtsspraak
4. Gewoontes
Territoriale jurisprudentie = de wet geldt voor het land waarin deze wordt uitgevaardigd
De statelijke ordening van de maatschappij wil via de wetten:
- Controle krijgen/ uitoefenen
- Preventie
Het continentaal recht = de wet staat centraal
Hiërarchie in de wetgeving:
, 1. Verdrag
2. Statuut
3. Grondwet
4. Wetten gemaakt door de nationale wetgever
5. Wetten gemaakt door lagere overheden
Hoog naar laag:
- Een hogere wet gaat voor een lagere wet; lex superior derogat legi inferiori
- Een latere wet gaat voor een eerdere wet; lex posterior derogat legi priori
- Een bijzondere wet gaat voor een algemene; lex specialis derogat legi generali
Art 120 GW zegt: dat wetten in formele zin niet mogen worden getoetst aan de Grondwet
het rechtelijke toetsingsverbod
de wetten zijn onschendbaar
Wetten in formele zin mogen wel worden getoetst aan de hand van art 93 jo 94 GW (aan het
EVRM)
De gewoonte als bron van recht:
minstens 2 voorwaarden:
1. Herhaling van gedragingen; usus
2. Wordt geacht een rechtsplicht te zijn; opinio necessitatis
Normatief = beoogt bepaald gedrag te regulieren
Niet-normatief = doet dat niet. Bijv schakelbepalingen of kwalificatie regelingen
Cumulatieve voorwaarde = er moet aan meerdere eisen voor intreden rechtsgevolg worden
voldaan. En, en, en
Alternatieve voorwaarde = er hoeft maar aan 1 eis worden voldaan voor intreden
rechtsgevolg. Of, of, of
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Tessalj. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.