De volledige leerstof wordt in deze samenvatting behandeld. De samenvatting is geschreven aan de hand van notities bij de colleges en de powerpoint presentaties die bij de colleges gebruikt werden.
Samenvatting: Verbintenissenrecht
(Bach. 2)
DEEL 1: Het begrip verbintenis en de soorten verbintenissen
Hoofdstuk 1: Het begrip verbintenis en de soorten verbintenissen
Definitie Verbintenis in Boek 5 NBW:
-> Artikel 5.1. Verbintenis
Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar,
indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.
=> Verbintenis = GEEN contract of overeenkomst!
Definitie Natuurlijk verbintenis in Boek 5 NBW
-> Art. 5.2. Natuurlijke verbintenis
De natuurlijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering niet kan worden
afgedwongen.
Restitutie is niet mogelijk voor een natuurlijke verbintenis die zonder vergissing of dwang
werd nagekomen.
De erkenning, zonder vergissing of dwang, van een natuurlijke verbintenis doet een
verbintenis ontstaan.
=> De natuurlijke verbintenis ligt wat op de rand tussen een morele afspraak en een
juridisch afdwingbare verbintenis.
Verschillende soorten verbintenissen:
1. Volgens het voorwerp van de verbintenis
=> Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven.
=> Inspannings- of resultaatsverbintenis
=> Indeling volgens het aantal voorwerpen.
-> Cumulatieve verbintenis (Art. 5.165 BW)
-> Alternatieve verbintenis (Art. 5.157 BW)
-> Facultatieve verbintenis (Art. 5.158 BW)
2. Volgens het aantal SE’S of SA’s
=> Deelbaarheid als principe
-> Uitzondering 1: ondeelbare verbintenis (Art. 5.166 BW)
-> Uitzondering 2: Hoofdelijkheid (Art. 5.160- 5.173 BW)
-> Uitzondering 3: verbintenis in solidum (Art. 5.168 en 5.169 BW)
, 3. Volgens de modaliteiten van de verbintenis
=> Verbintenissen onder voorwaarde
-> Opschortende voorwaarde
-> Ontbindende voorwaarde
=> Verbintenissen onder tijdsbepaling
Indeling volgens het voorwerp van de verbintenis
1. Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven
Dit onderscheid kwam voor in het klassieke in het oud BW. Deze begrippen zijn niet meer te
vinden in het NBW.
-> In de rechtsleer werd opgemerkt dat de relevantie van dit onderscheid vrijwel
onbestaande is.
2. Inspannings- en resultaatsverbintenissen (art. 5.72 BW)
Inspanningsverbintenis: een verbintenis die de schuldenaar ervan verplicht om alle zorg
te verstrekken die eigen is aan een voorzichtig en redelijk persoon om een bepaald resultaat
te bereiken
Resultaatsverbintenis: een verbintenis die de schuldenaar ervan verplicht om een
bepaald resultaat te bereiken. Indien het resultaat niet wordt bereikt, wordt de fout van de
schuldenaar vermoed, tenzij overmacht wordt aangetoond.
De kwalificatie van de verbintenis hangt hier dus af van de draagwijdte van de verbintenis,
dit is erg relevant voor de bepaling van de bewijslast!
-> Bij een inspanningsverbintenis zal je moeten bewijzen dat de schuldenaar zich niet
gedragen heeft als een bonus pater familias.
-> Bij een resultaatsverbintenis zal je moeten bewijzen dat het resultaat niet
hetzelfde is als waarvoor men de verbintenis is aangegaan. (Behalve wanneer de
schuldenaar overmacht kan aantonen!)
3. Indeling volgens aantal voorwerpen
Cumulatieve verbintenis: Verbintenis die meerdere prestaties tot voorwerp heeft.
(Art. 5.165 NBW)
-> Bv: koop-verkoop overeenkomst waarin je zowel een appartement als een garage
koopt. Je moet een bepaald bedrag betalen om eigenaar te worden, de ander moet
ervoor zorgen dat je het eigendomsrecht krijgt van zowel het appartement en de
garage.
-> De verkoper zal enkel van zijn verbintenis ontslaan zijn als hij beide prestaties heeft
geleverd.
, -> SE kan zich verzetten tegen gedeeltelijke uitvoering (Bv: Verkoper levert enkel
eigendom van het appartement)
-> Geen bijzondere rechtsgevolgen, de verbintenis heeft een ondeelbaar karakter.
Alternatieve verbintenis: Verbintenis die betrekking heeft op meerdere prestaties
waarvan slechts 1 prestatie moet worden uitgevoerd opdat de SA bevrijd is.
(Art. 5.157 NBW)
-> De alternatieve verbintenis wordt in de praktijk niet veel gekozen om dergelijke
verbintenissen aan te gaan. De schuldenaar maakt de keuze op het moment van de
uitvoering van de verbintenis, de tegenpartij moet hiermee akkoord gaan.
-> Dit is een toepassing van de wilsautonomie. Als de SE ermee akkoord gaat dat er
een alternatieve verbintenis aangegaan wordt dan gaat hij er ook mee akkoord dat
de SA de keuze maakt.
-> Bv: Keuze in welke munt lening wordt terugbetaald of de verkoop van grond of
onroerend goed.
Facultatieve verbintenis: Verbintenis waarbij de SA kan zich bevrijden door andere
prestatie te leveren dan diegene die werd bedongen. (art. 5.158 BW)
-> In nieuw BW: “verbintenis met subsidiaire prestatie”, waarbij als uitgangspunt
geldt dat de verbintenis van de SA slechts tot één prestatie strekt (de
hoofdprestatie), maar dat de SA de mogelijkheid heeft om zich te bevrijden door een
andere, bepaalde prestatie te leveren.
-> -> Deze werd aanvaard door de wilsautonomie en de contractsvrijheid. In de
rechtspraak zijn hier ook nauwelijks voorbeelden van te vinden. (= uitzonderlijk)
Indeling volgens aantal schuldeisers of schuldenaren
Dit is voor de praktijk veel belangrijker als indeling. Dit is wel niet altijd relevant, er is
namelijk in sommige gevallen niet steeds maar 1 schuldeiser en 1 schuldenaar.
-> Soms zijn er ook meerdere schuldeisers of meerdere schuldenaren. Bv: 2 huurders
en 1 verhuurder.
Basisprincipe: DEELBAARHEID, in principe splitsen we een verbintenis in evenveel delen
als er partijen zijn, hierop zijn 3 uitzonderingen: (blijkt uit art. 5.159 lid 2 BW)
1. Ondeelbare verbintenissen
2. Hoofdelijkheid
3. Verbintenissen in solidum
-> Hierover vaak vraag op EX!!
-> Voorbeeld: A en B huren een appartement van de verhuurder X. Deelbaarheid is
het principe dus als er in de overeenkomst niets is afgesproken dan moeten deze
opgesplitst worden. Er moet elke maand 800€ betaald worden, door de deelbaarheid
moet X zowel bij A als bij B moet gaan aankloppen voor 400€.
-> Problemen: Wat als 1 van de huurders niet betaald of niet kan betalen? Ook
administratief is dit voor de verhuurder veel moeilijker. Het risico hiervan komt bij de
, verhuurder te liggen want als A niet wil betalen kan door de deelbaarheid niet bij B
gaan aankloppen voor de betaling van de huur.
-> Zonder verdere afspraken word de deelbaarheid gelijk per hoofd verdeeld. Partijen
kunnen hiervan natuurlijk wel afwijken. Als er dus niets staat in het contract over
hoofdelijkheid is het de deelbaarheid die geldt!
Uitzondering 1: ondeelbare verbintenis
=> Art. 5.166: hoewel de deelbaarheid het uitgangspunt is moeten we toch
vaststellen dat heel wat verbintenissen in de praktijk ondeelbaar zullen zijn. Bepaalde
verbintenissen zijn nu eenmaal ondeelbaar, dit neemt met zich mee dat alle partijen
gehouden zijn tot het geheel.
1. De ondeelbaarheid kan natuurlijk zijn: wanneer vwp onmogelijk in verschillende delen
kan worden gepresteerd (bv. levering renpaard) of wanneer een gedeeltelijke uitvoering
geen praktisch nut heeft.
-> Vb: 1 koper van een renpaard, 2 verkopers. Dit renpaard kan natuurlijk niet in
verschillende delen geleverd worden.
-> Vb: geen praktisch nut bij de vesting van een hypotheek. Het heeft geen zin om dit
gedeeltelijk te doen. De wetgever stelt in deze gevallen dat men niet anders kan
besluiten dan dat het ondeelbaar is.
2. Ondeelbaarheid uit een contractuele regeling:
-> bv de betaling van geld kan je altijd opsplitsen. Men kan dus overeenkomen dat bv
de huurders ondeelbaar gehouden zijn tot de betaling van het huurgeld.
3. Ondeelbaarheid uit een wetsbepaling: hiervan zijn bijna geen gevallen.
=> De ondeelbaarheid strekt zich volledig uit tot erfgenamen van de verschillende
SE’s of SA’s! Bv: A overlijdt en B kan niet betalen. Dan zal de verhuurder zich richten
tot de erfgenamen van A.
=> Gevolgen in obligatio verhouding (tussen SE’s en SA’s)
* Meerdere SE’s: elke SE kan uitvoering eisen van SA
* Meerdere SA’s: SE kan gehele prestatie vorderen van elke SA of van elke erfgenaam
van elke SA.
=> Gevolgen in contributio verhouding (tussen de verschillende SE’s of SA’s onderling)
* er moet afgerekend worden, Een Sa kan dus een deel van wat hij betaalt heeft
verhalen bij de andere SA.
Uitzondering 2: de Hoofdelijkheid
=> Hoofdelijkheid = een verbintenis waarbij meerdere subjecten elk tot het geheel
gehouden of gerechtigd zijn, hoewel prestatie perfect deelbaar is.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur quieran22. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.