Tijd
= objectief maar ook door de mens gecreëerd en dus plaats- en cultuurgebonden (mensen meten
tijd en organiseren zichzelf door het gebruik van tijd
Ruimte
= objectief maar ook een subjectief gegeven (mensen geven plaats en ruimte een betekenis van
invulling)
2. Overzicht
Het vak sociologie in 4 delen :
1) Tijd als sociaal construct
- Onze westerse visie op tijd en meetbaarheid van tijd
- De dwangmatigheid van onze huidige tijdsnoties
- De economisering van tijd
- Groeiende tijdsdruk in een versnellende samenleving
- Verschillen in betekenis en gebruik van tijd voor verschillende groepen
2) Ruimte als sociaal construct
- Theorieën over ruimte en ruimtegebruik
- Ruimte is geen absoluut gegeven maar door keuzes bepaald door de mens
- Sociologie van plaats en ruimte
3) De interactie tussen tijd en sociale ruimte
- Tijd en plaats beïnvloeden elkaar
- Welke ontwerpen willen versnellen en vertragen?
- Belang van het ontwerp bij een publieke ruimte
- Belang van geluid en stilte als mediator
4) Hoe liet de coronacrisis ons omgaan met tijd en ruimte en is dit veranderd?
- Coronacrisis vanuit sociologisch perspectief
- De anderhalvemeter-samenleving (impact op ruimtegebruik?)
- Lockdowns, thuiswerk en afstandsonderwijs : impact op tijdsbeleving?
,3. Hoe ons hedendaags tijdsbegrip “tijd” tot stand kwam (les 1)
Sociologie van de tijd heeft een dubbel doel : (tekst Laeyendecker & Veerman)
- sociologische kennis over hoe menswetenschappen naar tijd zijn gaan kijken (1)
- reflectiekaders aanrijken voor huidige ontwerpopdracht (2)
De samenleving dwingt ons in een aantal tijdskaders en daar moeten we individueel mee
leren omgaan.
Er zijn verschillende visies op tijd : die van onze grootouders is anders, in andere
continenten is die anders, voor kleuters is die anders, voor mensen die werken in shiften is
die anders, …
“We ontwerpen geen ruimte, maar tijd.” En om dit te doen moet je misschien de ruimte
ontwerpen…
Paradox Laeyendecker en Veerman :
We kunnen niet nauwkeurig bepalen wanneer mensen tijd beter konden meten, we
kunnen we de impact ervan onderzoeken.
1) Er is een behoefte aan een nauwkeurigere tijdsmeting
- “Stonehenge was een klok” : de zon en positie van de sterren gaven op bepaalde,
precieze momenten een betekenis aan het werk
- De zonnewijzers en klepsydra’s (met water) waren een manier om tijd te ‘meten’
- Middeleeuwen : de behoefte aan nauwkeuriger meten stijgt omdat de samenleving
veranderde (wie had die behoefte?)
- Drie bevolkingsgroepen hadden nood aan nauwkeuriger meten :
1. Monniken
2. Wetenschappers
Medische astrologen (op basis van sterren, weten wanneer iemand geboren was)
3. Handelaars/ondernemers
Lengte arbeidstijd bepalen, grenzen van de werkdag (werkklokken)
Landbouwers (= grote meerderheid van bevolking op dat moment) zagen het nut
van nauwkeurigere tijdbepaling niet in.
2) Tijdssignalen in de Middeleeuwse stad
- Samenleving wordt in steden steeds complexer dus waren tijdssignalen nodig om
menselijk verkeer te regelen : wie had deze nodig?
1. Religieus (begin mis, gebedstijd, …)
2. Openen en sluiten van de stadpoorten
3. Markt (begin en einde kunnen bepalen)
- Economische bloei, beginnende industrie, geldeconomie komt op gang
- Men communiceerde de tijd met klokken (maakte als enige voldoende geluid voor
heel de stad) maar wie zet die klokken aan?
- Conclusie = er heerst een algemeen besef dat er een oplossing moest komen (een
algemeen hoor- en zichtbaar uurwerk waarop iedereen zich kan oriënteren)
,3) De mechanische klok : een geniale vondst
- 13de – 14de eeuw : eerste klokken komen tot stand met een tijdmeting die aan de basis
ligt van onze huidige tijdsmeting
- Maar hoe klok aandrijven : water (klepsydra’s) werkt niet goed, gewichten (zijn niet
gelijkmatig genoeg)
- Uitvinding : haakrad / escapement / onrust (de door de gewichten aangedreven
beweging werd afgeremd waardoor de beweging in kleine schokjes verliep) “het kapt
de tijd in stukjes” (elk schokje vertegenwoordigt een stukje tijd) (= stop-ga
mechanisme)
4) Klokken : deel van architecturaal ontwerp op centrale plaatsen in de stad
- Door uitvinding hakenrad konden klokken gemaakt worden (kerken en niet-religieuze
gebouwen zoals het stadhuis)
- De klok werd een symbool voor vooruitgang voor nieuwe en stedelijke autonomie (er
werd veel in geïnvesteerd bv.: klok in Praag)
- Het leven in de stad werd hierdoor ‘leven onder de klok’ genoemd
- Tijd werd zichtbaar in de stad maar verschilde wel nog van stad tot stad : er was geen
manier om klokken te synchroniseren
- Men had een zandloper voor huiselijk gebruikt (= goedkoop)
5) Tijd verandert van karakter
- Naarmate er meer klokken komen, zien we hoe uitvinding uurwerk de samenleving
verandert en hoe we er als mens mee omgaan
- ‘de klokken veranderen de tijd’ = niet waar maar het verandert wel hoe de mens met
tijd omgaat
- Belangrijkste veranderingen :
1. Het tijdsbewustzijn groeit (continu horen en zien van tijd)
2. Tijd wordt deelbaar (preciezer opdelen), telbaar en hoorbaar
3. Tijd komt los van de natuur (zon niet meer nodig)
4. Tijd kwam op zichzelf te staan (kwam los van gebeurtenissen waaraan die eerder
gebonden was)
5. Tijd als een abstract begrip
6. Tijd komt los van kerk, kloosters en God (begin secularisering)
Conclusie : tijd was van natuur en komt nu onder beheer van mensen
- De veranderingen weerspiegelen zich ook in taalgebruik :“ik ben te laat” in plaats van
“het is laat” of “tijd of geen tijd hebben” tijd kreeg formeel karakter
- “het uurwerk schiep niet interesse voor het meten van tijd, maar die interesse leidde
tot de uitvinding van het uurwerk” (wat er eerst was valt niet te achterhalen, maar wat
duidelijk was, is dat het ging om een gestage wisselwerking tussen de twee)
- Tijd draagt sterk bij aan individualisering
- De mens is de slaaf van de tijd geworden
, 6) Tijd als disciplineringsmiddel
- 19de eeuw : overgang van landbouwsamenleving naar industriële revolutie, … mensen
moesten op tijd op hun werk zijn en ze moesten kunnen meten hoelang mensen
hadden gewerkt (men ging er extreem in : mensen opsluiten in kelders wanneer ze
niet wouden werken)
- Tijd in de economie (tijd werd voorwaarde van kapitalisme) : prikklokken (Nederland)
meten de werktijd van het personeel
- Mensen mochten in die tijd een kwartier te laat komen (vandaar het academisch
kwartiertje)
- Tijd werd een manier van zelfcontrole
- Eerste treinen : men moest tijdstabellen maken en tijden in steden moesten nu wel
gelijk lopen met elkaar
- Duur van folteringen hing af van hoe zwaar de gepleegde misdaad was
7) De waardestijging van tijd
- Tijd verandert van karakter : in agrarische samenleving is tijd waardeloos (het weer,
seizoenen, … sturen arbeid aan) (over die ritmes valt niet veel te onderhandelen)
- In economie is tijd alles
- Tijdsverspilling werd een zonde (niets doen werd als gevaarlijk gezien)
- Weber : vanuit calvinisme (men moet sober en hard werken om naar hemel te kunnen
gaan)
- Franklin : tijd was werktijd : “time is money” (door arbeiders op een andere manier te
laten werken (adhv onderzoek) kan men tijd er beter op afstellen)
- Tijd en snelheid krijgen een economische betekenis (verhoogd het levenstempo)
- Uitvinding : lopende band
- In het westen was de tijdsdisciplinering het hardst aanwezig
8) Latere ontwikkelingen
- We zien dat we steeds meer grip en macht krijgen over tijd (we zijn niet meer
afhankelijk van dag, nacht, seizoenen, …)
- Er zijn 4 belangrijke ontwikkelingen :
1. Verdere verbreiding van mechanisch uurwerk
Er was een opkomst van zak- en polshorloges en ze werden ook steeds
goedkoper en dus beschikbaar voor iedereen (het ging van een luxe-artikel over
naar een gebruiksartikel) tegenwoordig is het bezit van een horloge
vanzelfsprekend
2. De steeds preciezere tijdsmeting
Men kon lang alleen uren meten, daarna minuten en seconden. Uiteindelijk
kwamen de nano- en picoseconden (bv.: voor het meten van tijd bij
sportwedstrijden, …)
3. Verhoging van het tempo in de samenleving
Tijd, geld en tempo zijn hecht verbonden. We willen activiteiten versnellen. Tempo
is verhoogd op vlak van economie, verkeer, communicatie, …
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noadekeyser33. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.