Inhoudsopgave
Gerontologie – deel Paul......................................................................................... 2
Modellen voor ouderdom..................................................................................... 2
Het impliciete ouderenbeeld (het geleefd ouderenbeeld)................................2
Het expliciete gesproken ouderenbeeld...........................................................2
Het expliciete, wetenschappelijk verantwoorde ouderenbeeld........................2
Modellen over ouder worden............................................................................2
Belevingen van ouderen zelf............................................................................ 5
De levensloop...................................................................................................... 5
Verandering tijdens het leven..........................................................................5
Determinanten van de levensloop...................................................................6
Generaties........................................................................................................ 7
Het individu als producent van zijn levensloop................................................8
Ontwikkelingstaken in de ouderdom................................................................8
De persoonlijkheid en identiteit van de oudere...................................................9
Ik ben wel ouder geworden, maar niet anders geworden................................9
Model van de persoonlijkheid...........................................................................9
Six-Foci model – Karen Hooker.........................................................................9
Cognitieve veroudering..................................................................................... 10
Cognitieve prestaties van ouderen................................................................10
Snelheid van informatieverwerking................................................................12
Aandacht........................................................................................................ 13
Geheugen....................................................................................................... 14
Rouw en verlies................................................................................................. 17
Elementen van een normale rouw.................................................................17
Overige elementen van een normale rouw....................................................18
Moeilijke rouw................................................................................................ 19
Omgaan met rouw en verlies.........................................................................20
,Gerontologie – deel Paul
Modellen voor ouderdom
Het impliciete ouderenbeeld (het geleefd ouderenbeeld)
= Een geheel van opvattingen, verwachtingen en normen over hoe oudere
mensen zijn en zouden moeten zijn
- Beïnvloedt de manier waarop mensen zich tegenover ouderen gedragen
- Steunt vaak op stereotypen en daaraan gekoppelde vooroordelen
- Men is zich zelden bewust van hun impliciete ouderenbeeld latent
aanwezig
Het expliciete gesproken ouderenbeeld
Uitingen over het ouderenbeeld, uitgesproken opvattingen over ouderen
Het expliciete, wetenschappelijk verantwoorde ouderenbeeld
Wanneer men grondig stilstaat bij de opvattingen over ouderen, er is een
samenhang en kan bewust als leidraad gebruikt worden in de omgang met
ouderen.
- Goed doordacht
- Coherent
- Via onderzoek uitgeklaard en afgetoetst
Het impliciete en expliciete beeld vallen niet altijd samen men kan zich positief
uiten, maar in bepaalde concrete situaties toch handelen vanuit een negatief
vooroordeel.
In onze samenleving zijn er uitgroepen en ingroepen Wereld opdelen in Wij en
Zij
- Ingroepen = groepen waartoe we zelf behoren worden vaak
voorgetrokken
- Uitgroepen = “al die anderen”, “niet wij, maar zij”
Uitgroephomogeniteitseffect = Idee dat er minder verschillen bestaan tussen
leden van uitgroepen dan tussen de leden van de eigen ingroepen “Tussen
ons kunnen er subtiele verschillen zijn, maar zij zijn allemaal gelijk”
Modellen over ouder worden
Ageism; de kwalijke uitwassen van een op hol geslagen economisch model
= Het steeds meer in de verdomhoek plaatsen van oudere mensen
- Ontstaan van een massief negatief beeld door negatieve aspecten uit te
vergroten
- Vergrote kans op ziekte en fysieke achteruitgang wordt als
basiskarakteristiek veralgemeend
Doorheen onze geschiedenis is het beeld over ouderen en ouder worden al vaak
veranderd, ook in culturen zijn er grote verschillen merkbaar
, Kenmerken Ageism:
- Ouderen vormen een last voor de maatschappij
o Ouderen worden omschreven in termen van zorgbehoevendheid
o Voorgesteld als personen die hoofdzakelijk dingen vragen van de
maatschappij
o Ouderenzorg en pensioen worden niet als recht of
verantwoordelijkheid van de samenleving beschouwd
o Ouderen zijn een kostenfactoor waarvoor de maatschappij moet
opdraaien en er weinig voor terug krijgt
- Ouderen mensen hebben (ver)oude(rde) ideeën
o Veranderingen en vernieuwingen gaan aan veel ouderen voorbij
o Ouderen kunnen aan jonge mensen weinig leren
o Oud zijn = ouderwets zijn
o Ouderen zijn niet meer mee met onze tijd en zijn daarom inferieur
- Oudere werknemers leveren een geringe bijdrage tot de economie
o Men vindt het oneerlijk dat oudere werknemers een hoger loon
hebben
o Vinden dat loon gekoppeld moet worden aan productiviteit en niet
aan ervaring of wijsheid
o Steunen op het feit dat jongere mensen meer maandelijkse kosten
hebben dan ouderen (zoals kinderen opvoeden, huis afbetalen…)
- Sterven is het logische gevolg van niet meer zelfredzaam en autonoom te
kunnen zijn, sterven betekent het absolute einde
o Het leven staat in het teken van handelen en werken
levensdoelen bepalen en zelfredzaam zijn hierin
o Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig en onafhankelijk
blijven, wanneer ze dit niet meer kunnen is het leven voorbij
Zorgmodellen
Deficit-model
Aftakeling (en de daaruit volgende tekorten) staan centraal in de ouderdom
Levensloop: toenemende kennis en vaardigheden in de jeugd hoogtepunt
tijdens de middelbare volwassenheid achteruitgang in de ouderdom
- Negatief beeld van ouderdom en ouder worden, focus op verlies
- Ouderen zijn incompetent, lichamelijk zwak, intellectueel aftakelend,
conservatief en afhankelijk
- Ouder worden = niet te controleren noodlot
- Pessimistische visie die de vitaliteit van ouderen ondermijnt
- Zorg moet in zijn geheel overgenomen worden, oudere is hulpbehoevend
en zelf tot weinig meer in staat
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur heleenvandervelden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.