Welzijn en
criminologie
Inleiding..................................................................................................................................................2
Introductie: Welzijnszorg en de verzorgingsstaat als interventiecontext...........................................3
1 Verzorgingsstaat..................................................................................................................................4
1.1 Algemeen......................................................................................................................................4
1.2 België............................................................................................................................................6
1.3 Welzijnszorg..................................................................................................................................9
2 Armoede............................................................................................................................................14
2.1 Begripsbepaling..........................................................................................................................14
2.2 Armoedebeleid...........................................................................................................................17
2.3 Armoede en criminaliteit............................................................................................................21
3 De sociale kaart: werkvelden OCMW & CAW, bedenkingen bij onwelzijn........................................23
3.1 De sociale kaart: algemeen.........................................................................................................23
3.2 De sociale kaart als constructie..................................................................................................24
3.3 Indeling interventies...................................................................................................................25
3.4 Algemeen welzijnswerk..............................................................................................................26
3.5 Bedenkingen bij onwelzijn..........................................................................................................28
4 Observeren, rapporteren en ingrijpen/ begrijpen.............................................................................29
4.1 Observeren.................................................................................................................................29
4.2 Rapporteren...............................................................................................................................30
4.3 Ingrijpen/begrijpen.....................................................................................................................32
5 Communicatie...................................................................................................................................33
5.1 Basiscommunicatie: actief luisteren...........................................................................................33
5.1.1 Empathie..............................................................................................................................34
5.1.2 Echtheid...............................................................................................................................34
5.1.3 Aanvaarding.........................................................................................................................34
5.1.4 Technieken/ concrete vaardigheden om actief te luisteren................................................34
5.2 Basiscommunicatie: axioma’s.....................................................................................................37
5.2.1 Axioma 1: Je kan niet niet communiceren: communiceren doe je altijd.............................38
1
, 5.2.2 Axioma 2: Je spreekt altijd dubbel: inhoud en relatie..........................................................38
5.2.3 Axioma 3: Elk zijn waarheid: interpunctie............................................................................38
5.2.4 Axioma 4: digitale en analoge communicatie......................................................................39
5.2.5 In de praktijk: hoe omgaan met axioma’s............................................................................39
6 Hulp- en hoopverlening.....................................................................................................................39
7 Beroepsgeheim..................................................................................................................................42
8 Omgaan met specifieke situaties: dader/ slachtofferhulp.................................................................49
8.1 Daders.........................................................................................................................................49
8.1.1 Forensische setting..............................................................................................................49
8.1.2 Vrijwilligheid en dwang........................................................................................................50
8.1.3 Hulpverlening onder druk....................................................................................................52
8.1.4 Thema’s in hulpverlening.....................................................................................................53
8.2 Slachtoffers.................................................................................................................................56
8.2.1 Trauma.................................................................................................................................56
8.2.2 Verwerken van schokkende gebeurtenis.............................................................................56
8.2.3 PTSS.....................................................................................................................................57
8.2.4 Slachtofferhulp CAW............................................................................................................58
DEEL 1
Inleiding
Examen:
- Schriftelijk open boek
o Begrip, inzicht en toepassing (voorbeelden kunnen geven)
o Twee delen:
Begrippen (3 of 4)
Voorbeelden:
Omschrijf begrip in maximaal 5 lijnen
o Deontologie rapporteur
o Armoedeval
o Verzorgingsstaat
o Metacommunicatie
o Algemeen Welzijnswerk
Inzichtvragen
Voorbeelden
o De vergrijzing is een actueel thema omdat het zowel sociale
als economische gevolgen heeft. Leg uit waarom de
vergrijzing een uitdaging vormt voor onze welzijnsstaat.
2
, Op sociaal vlak
Op economisch vlak
o Iemand in jouw omgeving in slachtoffer geworden. Wat weet
je over omgaan met slachtofferschap en wat zou je doen in
de praktijk?
o Bespreek kort de inhoud van één van de documentaires rond
hoopverlening. Welke elementen uit de cursus Welzijn en
Criminologie heb je teruggevonden in deze documentaire?
- Geef zelf voorbeelden, parafraseer uit de cursus
- Linken tussen hoofdstukken kunnen leggen
- Begrippen zijn belangrijk
- Achtergrondliteratuur = geen leerstof
o Teksten wel leerstof
- 90 minuten tijd
Introductie: Welzijnszorg en de verzorgingsstaat
als interventiecontext
Criminaliteit wordt vaak verbonden aan onwelzijn (omdat er vaak slachtoffers zijn) maar ook vaak
aan ondersteunen, helpen, bijstaan, ingrijpen op mensenlevens
Theorieën rond criminaliteit:
- Psychiatrische en pychologische benaderingen
o Richten zich heel erg op het individu, het welzijn van het individu en de abnormaliteit
van het individu
o Bv. ecologische psychologie, community psychologie
- Theorie rond leren van crimineel gedrag
o Bv. differentiële associatietheorie, cognitief sociaal leren
- Gebrekkige banden en labelen
o Bv. sociale controle theorie, labeling
- Criminaliteit en plaats
o Bv. Chicago school
- De zieke samenleving (theorieën op macroniveau)
o Bv. straintehorie, institutionele anomie theorie
- ...
Elke theorie heeft linken met hoe wij georganiseerd zijn als samenleving en de keuzes die
we daarin maken in het kijken naar mensen
o Waar deze cursus op gaat focussen = de rol van welzijnswerk hierin
Opbouw van de cursus:
- Inzicht in de context en inzicht in actorschap
o Criminoloog werkt binnen een context (criminoloog wordt mee bepaald door wat in
samenleving gebeurt)
Deel 1 van de cursus: kennis en inzicht in de context waarin welzijnsgerichte
(criminologische) interventies worden ingezet
3
, Ontwikkeling van de verzorgingsstaat en het welzijnsbeleid
o De actieve welvaartstaat en de relatie tot de strafstaat
o Wie organiseert, wie stuurt?
o Wat is welzijnszorg?
o De sociale kaart: kenmerken van organisaties
Focus op armoede als één van de belangrijke welzijnsproblemen
Ontwikkeling van een specifiek hulpaanbod
o OCMW
o Algemeen Welzijnswerk
o Daders en slachtoffers,…
o Criminoloog is drager van een context (criminoloog bepaalt mee wat in samenleving
gebeurt)
Deel 2 van de cursus: kennis en inzicht in eigen actorschap als criminoloog
Criminoloog beschikt over technische deskundigheid, bijvoorbeeld
o Kennis van criminaliteitstheorieën
o Kennis van sociale kaart
o Kennis van gesprekstechnieken
o Kennis van aantal thema’s/problematieken
Maar heeft ook nood aan ontwikkeling van normatieve en kritische
professionaliteit, bijvoorbeeld
o Besef dat problemen op verschillende manieren kunnen
gedefinieerd worden
o Besef dat criminologen en welzijnswerkers macht hebben
maar vaak machteloos zijn
o Openheid en aanvaarding als professionele werkethiek
Competenties:
- Verschillende thema’s uit het domein ‘welzijn en criminologie’ kunnen plaatsen in hun
ruimere context, kunnen evalueren op hun waarde voor de praktijk van de criminoloog en
kritisch kunnen bespreken.
- Op een basisniveau een professioneel gesprek kunnen aangaan
- Basissensitiviteit voor een aantal belangrijke thema’s voor de praktijk van de professioneel
die persoonsgerichte interventies uitvoert.
- Uit verschillende soorten teksten de essentiële componenten kunnen halen en ze verbinden
aan de belangrijkste kapstokken uit de hoorcolleges.
1 Verzorgingsstaat
TEKSTEN: (1) DE BESTUURLIJKE ORGANISATIE VAN HET WELZIJNSBELEID IN VLAANDEREN (VERSCHUERE & HERMANS)
(2) WELZIJN IN VLAANDEREN: TRENDS EN UITDAGINGEN(VERSCHUERE & HERMANS)
1.1Algemeen
Definitie en omschrijving:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mashahoubrechts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.