Volledige samenvatting van het deeltje cytologie van het hoek cytologie en histologie (editie: 2022) gegeven door Prof Dr Patrick Calders.
+ alle voorbeelden van in de cel & van vorige jaren
1. CELAFMETINGEN
= microscopische afmetingen of zeer groot
Bv: eicellen van ovipare (eierleggende) dieren
De grootte van de cel hangt af van 2 factoren
1. Functioneren van cel hangt af van de verhouding oppervlakte/volume
(difussiemogelijkheid)
→ Als grootte cel toeneemt, stijgt volume sterker dan oppervlak
2. Mate waarin kern als controlecentrum rest van cel kan dirigeren
(controle van de kern)
→ Cel groter -> onderdelen verder van kern -> coördineren moeilijker
→ ! Minder actieve cel (lager metabolisme), hoe groter de cel
Op een gegeven moment is een cel zo groot dat het geen controle meer heeft → splitsen
! Celvolume is onafhankelijk van afmetingen van individu
→ (verschil in grootte niet door celvolume, maar wel aantal cellen)
2. CELVORM
Vrije cellen
1. Wisselend
= bij sommige vrije cellen (bv: witte bloedcellen) is de vorm zeer veranderlijk en afhankelijk van talrijke
externe factoren
Bv: om door kleine openingen te kunnen passeren
2. Constant
= bij sommige vrije cellen (bv: zaadcellen) is hun vorm constant
Bv: een staart (flagel) om hun bewegelijkheid te realiseren
Vaste cellen
3. Weinig veranderlijk
= de celvorm bij vaste cellen wordt voornamelijk bepaald door de functionele differentiatie en door de
invloed van de omgevende cellen
Bv: epitheelcellen, bindweefselcellen en spiercellen hebben hierdoor een totaal andere vorm
Sperma is beweeglijk maar niet vervormbaar
3. CELBOUW
Drie grote delen
1
, 1. Celmembraan
2. Cytoplasma, met de verschillende celorganellen
3. Nucleus (= celkern)
HOOFDSTUK 1 CELMEMBRAAN
1. STRUCTUUR
= oplossing georiënteerde lipiden en globulaire eiwitten
LIPIDEN
→ Fosfolipiden, zoals fosfatidycholine en fosfatidylethanolamine
→ Vormen een dubbele laag
De fosfaatgroep:
→ Polair-hydrofiel
→ Richt zich naar het
watermilieu, is dus – en richt
zicht naar de + H+
De vetzuurketens:
→ Apolair-hydrofoob
→ Richt zich naar het midden van
de membraan
EIWITTEN
→ Niet enkel op het oppervlak
→ Geen continue lagen
→ Volgens mozaïken patroon verdeeld
→ Twee soorten eiwitten
o Integrale eiwitten = overspannen de membraan
o Perifere proteïnen = enkel aan buiten- of binnenzijde
(Bevatten polaire en apolaire delen)
2
, → Lekkanalen = eiwit met gat erin
→ Spanningsafhankelijk kanaal = eiwit met gat in MET POORT
Functies:
→ Structureel, als bouwelement
→ Transportproteïnen (carriers) -> transport specifieke moleculen door celmembraan mogelijk tegen
elektrochemische gradiënt
→ Ionenkanalen
(Passieve transport ionen door celmembraan)
→ Pompen
(Actieve wijze ionen door membraan transporteren)
→ Receptoren
(Neurotransmitters, hormonen en geneesmiddelen zich mee binden
en intracellulaire processen uitlokken -> fysiologisch effect op cel)
→ Enzymen
(Omzetten katalyseren ter hoogte celmembraan)
GLYCOCALYX
= celmembraan langs buitenzijde bedekt met dunne filamenteuse laag
= koolhydraten laag → verankerd op eiwitten en vetten
→ Elektronenmicroscopisch zichtbaar
= Cell coat
→ Speelt mee en rol in herkenning lichaamseigen – lichaamsvreemd
→ Bestaat uit vertakte filamenten die vastzitten op naar buiten puilende,
globulaire eiwitten
→ Opgebouwd uit glycoproteïnen en glycolipiden
o Glycoproteïnen = verbonden met eiwit
Grootste deel
o Glycolipiden = verbonden met vet
Kleinste deel
FUNCTIES
→ Bescherming plasmamembraan tegen fysische en chemische invloeden
→ Rol vervullen in transmembranaire transport
→ Rol vervullen in celadhesie
(Verbinden van cel door specifieke moleculen met opp, extracellulaire matrix of andere cel)
(Vergroting vh contact → hechten zich makkelijker vast)
→ Rol vervullen in contactinhibitie
(Ter hoogte glycogcalyx: aanpalende cellen info uitwisselen om onderlinge beweging af te remmen)
(Vermijden v contact → cellen die niet binnen mogen, wegduwen)
→ Rol vervullen in herkenningsmechanisme: glycocalyx bevat oppervlakte-antigenen
(Lichaamseigen → lichaamsvreemd)
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merelvanbruwaene. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.