Wijsgerige pedagogiek deel 1
Inhoudstabel
Inleiding Mollenhauer…………………………………………………………………………………………………… 2
H1: Filosofie en opvoeding in de klassieke oudheid…………………………………………………………………….. 3
H2: Het Christendom………………………...………………………………………………………………………….10
H3: Réne Descartes als vader van de moderniteit………………………………………………………………………13
H4: Imannuel Kant en de Verlichting……………………………………………………………………………………16
H5: Rousseau en de humanistische pedagogiek………………………………………………………………………..21
H6: Nietzsche en de geesteswetenschappelijke pedagogiek……………………………………………………………26
H7: Marx en de kritische pedagogiek…………………………………………………………………………………...30
H8: John Dewey en het pragmatisme…………………………………………………………………………………..36
H9: Taalfilosofie en taal-analytische pedagogiek: de linguistic turn…………………………………………………….39
H10: Besluit…………………………………………………………………………………………………………….41
, Mollenhauer
▪ Ziet opvoeden als een intergenerationeel gebeuren (maar ook keuze in hoeverre ze deze gebruiken)
o Essentie; doorgeven van het goede van de wereld aan de kinderen ( ‘kindjes’), een proces van
initatie.
• Waarom opvoeden? Omdat we nood hebben om goede/waardevolle in onze wereld door te
geven aan een nieuwe generatie.
• Wereld staat centraal (niet de mens)
▪ Technisch handelen; door gerichte handelingen te stellen → automatisch goed resultaat (als…dan -logica)
o Behaviorisme
• Ziet geen verschil tussen mens en dier (!! → Mollenhauer) + gedragsveranderingen
onderhevig aan dezelfde wetenschappelijke principes (conditionering)
• Teaching machines, nut leerkracht wordt overbodig
o Als we zo denken gaan we in tegen wat opvoeding wezenlijk is, opvoeding is niet technisch handelen!
▪ Boek “vergeten samenhang”: misgelopen opvoedingen
o We hebben bepaalde resultaten die we willen bekomen, maar in realiteit vaak anders (dus geen TH)
o Moeten een deel mislukking kunnen verdragen, je kan niet alles voorzien, geen recept
o Opvoeden = onvoorspelbaar
• Dieren = leven altijd op dezelfde manier VS. Mensen = enorme variatie door controle uit
handen te geven (hierdoor geëvolueerd)
▪ Link film: Children of men
o Geen nieuwe generatie meer om wereld aan te geven (<18), daardoor kan leven niet meer
verderbestaan; wat is nut nog? WERELD GEREGEERD DOOR ANGST EN EIGENBELANG
o Vb’n film;
• Schilderij dat nu behang is → nut van kunst verdwijnt als je het niet kan doorgeven,
• Veel geweld
• Wanneer baby er is rust en stilte, zorgzaamheid en liefde in de wereld krijgt weer zin want
toch nieuwe generatie → Theo ‘voortleven van zoon’
▪ Opvoeden is in eerste instantie zorgdragen voor de wereld (wereld van betekenissen en cultuur)
o Intreden in menselijke cultuur, WEG uit de natuur
▪ Biesta; what is education for?
1. Kritiek op herleiden van opvoeden onderwijzen tot leren; als we dit herleiden is het terug puur TH
Opvoeden is niet enkel kwestie van leren (bv. Prof)
2. Learnification verhindert ons om echt fundamentele pedagogische vragen te stellen
3. Meer dan leren; doelen = kwalificatie, socialisatie en subjcectivering
2
, Filosofie en opvoeding in de Klassieke Oudheid
▪ Allereerste filosofen hielden zicht voornamelijk bezig met de vraag van waar de orde en de samenhang in de
kosmos afkomstig zijn (→ ethische, politieke, opvoedkundige vragen)
▪ Griekse wereld; verhalen van generatie op generatie (zonder al te veel vragen hierbij: mens volgt regels)
Vond morele standaarden in traditie
▪ Kolonisatie; confrontatie
o Ethisch vacuüm; genoodzaakt zelf maatstaven te zoeken; fundamenteel nadenken over hoe
vormengeven aan het leven en de samenleving → logos (agora, idiotes)
▪ Sofisten; leraren met als doel techniek ontwikkelen om zoveel mogelijk het hart van de meerderheid van het
publiek voor zich te winnen, zonder ook maar iets te geven om de inhoud ervan (relativisme; macht en nut)
o Spelen in op vraag van jongeren die een leidende rol in politiek leven voor ogen hebben
o Overtuigingskracht staat centraal → enige wat telt bij de sofisten is succes in overtuiging
o Kleden zich zoals wijze mannen (uiterlijk is sprekend)
o Vragen geld
o Geen vaste waarheid, subjectief, dus niet naar opzoek gaan
o Bekendste sofist; Protagoras ‘de mens is de maat van alle dingen’, waarheid is altijd ondergeschikt
aan het nut (bestaat geen absolute waarheid; jij vindt het koud, ik niet)
Prodikos, Kritias (goden als verzinsel om mens onder de knoet te houden) en Isocrates
Conclusie; geen absolute waarheid en waar het in het leven op aankomt is het hebben van macht
▪ Socrates, symbool van ‘de filosoof’; aartsvijand van de sofisten, heel zijn leven (en dood) in teken van
zoektocht naar dé Waarheid (parrhesia)
o Vinden waarheid nooit volledig, maar best gewaarborgd door de kritische dialoog* (alles is
weerlegbaar of kan fout zijn)
• Moeilijke vragen stellen om duidelijk te maken dat hun redenering/denken op niets trekt,
discussiëren over het goede leven → lastpak, ‘horzel’
Redelijke argumentatie brengt tot inzicht, dat zorgt voor stap dichter bij de waarheid
• Niet laten beïnvloeden door emoties, vooroordelen, gemakzucht, dwang, …
o Kiest voor gifbeker i.p.v. ballingschap, omdat hij jeugd op slechte pad brengt
• ‘Het ware leven’: niet beredeneerde leven is niet de moeite waard → waardig leven is enkel
dingen doen als je weet waarom je ze doet en goede
o Geeft niet om hoe hij erbij loopt (i.t.t sofisten)
o Verdedigingsrede (apologie)
• Ik ben de meest wijze man, omdat ik tenminste weet dat ik niets weet
Socratische ironie (eironia)
Schreef zelf niets op, bronnen via Plato’s geschriften
o Stellingen; (3)
• Deugd is inzicht; niemand doet verkeerd, misdadigers zijn mensen die verblind zijn door hun
passies, onwetend → kennis leidt tot een goed leven, daarom straffen GEEN zin; leert
mensen niet wat verkeerd was aan hun daden en wat het goede is dus men moet met de
mens SPREKEN en hem TOT INZICHT BRENGEN
3
* het heeft maar zin te spreken indien men de bereidheid heeft om te luisteren naar het betere argument, anders
zinloos. Daarom krtisich dialoog beste manier tot dé waarheid → retorisch dialoog; de sofistische redenaar die met
zijn mooie woorden het volk verleidt en misleid
, • Kennis is wederherinnering (anamnese); iedereen draagt waarheid al in zichzelf GEEN
TABULA RASA, vergelijkt zichzelf met vroedvrouw, slechts moeten assisteren om waarheid
geboren te laten worden
• Doel in het leven ligt in trouw aan zichzelf; echte gelukkige leven bestaat erin om in de
waarheid te staan en te leven, en deze altijd en principieel te willen verkondigen op risico van
eigen leven (parrhesia) → niet beredeneerde leven is de moeite niet waard, zie terug
o Vader filosofie door strijdlust en ethos; (overtuigingen/idealen van een groep)
Pedagogische consequenties, zie SV
▪ Plato: ook zijn leven staat in teken naar het zoeken van dé Waarheid; heel zijn filosofie kan bekeken worden
als een consequente verdediging van Socrates’ keuze voor het inzicht (ook tegen sofisten) en waarom ze fout
waren hem de gifbeker te geven
o De allegorie van de grot (wordt onderbouwd door de ideeënleer)
Grotbewoners aanschouwen tot ze uit de grot gaan de schaduwen als de werkelijkheid,
eenmaal geconfronteerd met de ware waarheid wil hij niet langer verkeren in onwetendheid
m.a.w. hij is letterlijk verlicht; licht van de rede. Maar anderen geloven hem niet →
weerspiegeling van lot Socrates: zijn zoektocht wordt afgestraft door de domme massa
• Pointe; filosoof/pedagoog moet mensen laten inzien dat ze slaaf zijn van foutieve
voorstellingen en moet hen wegleiden uit de grot naar het licht van de rede toe
• Hierdoor afschuw van democratie
• NIET zomaar vertrouwen op onze ogen en oren
o Ideeënleer
• Antwoord op ‘wat is’ beantwoorden we door algemene definitie te geven, NIET door te
verwijzen naar concrete dingen (bv. Cirkel, niet door te wijzen of te tekenen maar door def)
• Enige dat echt bestaat is de Idee (def), het zintuigelijke waarneembare voorwerp (wat we
zien, voelen...) is illusoir: wat we kunnen zien is hoogstens een afspiegeling, een minder
perfecte versie van de Idee, het échte
Alleen ook maar mogelijk omdat we een idee hebben van een cirkel dat we de onvolmaakte
dingen kunnen herkennen
• Tegen-intuïtieve werkelijkheidsopvatting = wereld die we kennen uit ervaring is een
onvolmaakte, minderwaardige kopie van de échte wereld
- Echte wereld; ideeënwereld VS onvolmaakte kopie die wij als echte wereld beschouwen,
schijnwereld of zintuigelijke wereld
Echte WKH = het perfecte, kan je niet vastnemen enkel denken
Schijn WKH = materieel bv. Kunnen ruiken, slechts schijn
Echte kennis = epîsteme (universeel, kan alle mensen overtuigen, rationeel) wetenschap
Schijnkennis = doska (kan voor iedereen anders bekeken worden, vertrouwen op zt) mening
HIERUIT VOLGT:
• Binnen ideeënwereld ook rangordening o.b.v. volmaaktheid (in de allegorie = de zon als
allerhoogste idee die alle andere Ideeën kenbaarheid en orde verschaft)
Die idee is zo perfect dat ze zelf niet kenbaar is = idee van het Goede
4