Identiteit 2 / Interieurarchitectuur
IDENTITEIT 2
HET BEGRIP TYPE, TYPOLOGIE EN MORFOLOGIE
1. Typologie
Voorbeeld:
Typologie van een garage = gaat terug op twee typologieën
à stal (paard en kar)
à koetshuis
à leiden tot garage
Wat is typologie?
= leer van de typen
= type (Grieks: typos) = vorm of patroon (model/matrijs/afdruk/mal/reliëf/…)
= methode tot classificatie
à geëvolueerd in de tijd
à 18e eeuw: theoretisch instrument voor classificatie van begrippen
- brengt structuur aan in de kennis
- maakt inzicht in disciplines mogelijk
à 20e eeuw: ontwerpinstrument van waaruit mogelijke ontwerpbeslissingen zijn te genereren
In de plantenkunde:
à classificeren van planten
à zo krijg je types
à Linnaes (1758)
In de architectuur:
à classificatie op basis van:
- morfologische kenmerken (Marc-Antoine Laugier, 1753)
- functionele kenmerken (Jacques-Francois Blondel, 1705-1774)
à architectuur gaat terug op:
- dak boven het hoofd (bescherming
- vuur
Philippe Panerai:
à 1981
à generatieve typologie: reproduceerbaar stelsel van samenhangende ontwerpkeuzes
Wat is een type?
à volgens Panerai:
- geheugenkoffer: welke voorbeelden heb je al gezien?
- drager van ontwerpervaringen met een gelijksoortig probleem: wat heb je al geleerd?
- geijkte oplossing
2. Ontwikkeling van het begrip ‘type’
Verschillen:
TYPE MODEL
Object waarnaar eenieder werken kan concipiëren Object dat als zodanig moet herhaald worden
die onderling niet hoeven overeen te komen
Alles is min of meer vaag Alles is nauwkeurig en gegeven
Is de oorsprong, eerste oorzaak,
Is het idee van een element dat het model tot
richtlijn moet dienen
à model = staat vast, geen variatie mogelijk (bv. mal van een stoel in productie)
à type = algemeen hetzelfde, maar variatie is mogelijk (bv. stoel in het algemeen)
1
,Identiteit 2 / Interieurarchitectuur
Het begrip typologie in verband met gebouwde objecten:
à typologie in de antropologie van het wonen
- woningtypologieën worden gevormd in functie van beschikbare materialen en technieken,
klimaat, reliëf, economische activiteit, sociale relaties, wereldbeeld en religie… binnen een
bepaalde gemeenschap
- gebouwde objecten evolueren doorheen de tijd en omstandigheden
- vernaculair = ontstaan doorheen de tijd, inlands, inheems
à Le Corbusier: Objet Type (standaard type)
- vanzelfsprekende, gestandaardiseerde objecten waarvan de vorm het resultaat is van een
verfijningsproces in functie van een maximale gebruikswaarde en de noodzaak van een
economische productie
- functionele typologie die reproduceerbaar is
- hoe een typologie gedefinieerd wordt binnen het functionalisme (deel van modernisme)
Quatremère de Quincy (1755-1849):
à ‘type als synoniem voor model’ à al is er een duidelijk verschil in betekenis te begrijpen
à type is het resultaat van een lange traditie
à niets komt uit het niets voort
à alles heeft een voorgeschiedenis (+ context)
à basisprincipe steeds waarneembaar
à type kan veranderen, dit kan vormvariaties in de uitwerking betreffen (maar een type kan ook grondig
wijzigen en verder ontwikkelen)
à type is een abstract begrip
Jean Nicolas-Louis Durand (1760-1834):
à begin 19e eeuw
àclassificatiesysteem gericht op onderwijs en productie van architectuur
à 1e boek: ‘Grand Durand’: typologisch overzicht van toonaangevende gebouwen
à 2e boek: ‘Precis de Leçons données à l’Ecole Polytechnique’: catalogus/vocabulaire van
gebouwonderdelen en geruiksaanwijziging (ontwerpmethodiek): oplossing voor mogelijk voordoende
ontwerpproblemen
à type gebruikt als te kopiëren model, als concreet voorbeeld
à ontwerpen werd een kwestie van samenvoegen van in hun vorm bepaalde onderdelen
à typologie staat (volgens Durand) los van de oorspronkelijke context van de gebruikte vorm
3. Functionalisme
Andere rol voor typologie door:
- primaat van het programma/de functie
- afwijzing van traditie
à classificatie in termen van functie (niet van
vorm of opbouw)(hotels, gevangenis, stations,
kantoren, enz.) à functionele typologie
à model of standaard (een prototype, geen
resultaat histor. ontwikkeling)
Type:
à nieuwe uitvinding
àbasis voor een nieuwe reeks
à losstaand van het verleden
Bv. bij Nicolaus Pevsner, Ernst Neufert, de modernisten…
Het begrip typologie in verband met gebouwde objecten:
à Ernst May: Siedlung Römerstadt, Frankfurt Am Main, Standaardtypes woningen, 1925-30
Het begrip typologie in verband met meubelobjecten/inetrieurs:
à Margarethe Shutte-Lyhotzky: Frankfurter Küche, 1926: eerste fuctionele inbouwkeuken
2
,Identiteit 2 / Interieurarchitectuur
4. Typologie en morfologie
De Italiaanse School:
à Saverio Muratori (1959), Carlo Aymonino (1965) en Aldo Rossi (1970)
à kritiek op functionalisme/modernisme
à minder grote breuk met verleden
à nieuwe impuls vanaf 1950
à typologie op basis van vorm terug in de belangstelling
à onderzoek op de bestaande stad + continuïteit van de historie
à Saverio Muratori (1959)
- morfo-typologisch stadsonderzoek
- met typologie als analyse-instrument
à amfitheater in Lucca, omgevormd tot markt
Binnen interieurarchitectuur:
à bv. moderne meubelkunst
à verder gewerkt op principes uit klassieke meubelkunst
à modulor van Le Corbusier & Rij van Fibonaci + principe van Gulden Snede
Marie-José Van Hee:
à woning Leeuw-Croes, Gent 1997-2001
à werkt zeer sterk met rij van FIbonaci en Gulden Snede
5. Morfo-typologish onderzoek
à onderzoek op concrete, stedelijke vorm
à onderzoek op aanwezige, geregeld voorkomende elementen à bv. woningen
à relatie tussen: vorm van de stad & typologie van gebouwen
à conclusies:
- type ontwikkelt specifieke kenmerken alleen in een stedelijk weefsel
- stedelijk weefsel ontwikkelt specifieke kenmerken alleen binnen een stedelijke structuur/context
- stedelijke structuur enkel begrijpelijk in historische dimensie
3
, Identiteit 2 / Interieurarchitectuur
Aldo Rossi (1966-1970):
à meer gericht op het ontwerpen en schaal van de architectuur
à type = diep in de mens verankerd
= drager van culturele betekening
à architectonisch typen destilleren uit het stedelijk weefsel
à oerelementen v/d architectuur (niet meer reduceerbaar)
à historisch onveranderbaar
à nadruk op culturele betekenis van type (elementaire vormen)
Typologie en morfologie in verband met gebouwde objecten:
à Giorgio Di Chirico (1888-1978): Pittura Metafisica
à Aldo Rossi, Gemeentehuis, Borgorico, 1983 & Appartementsgebouw IBA Berlijn, 1984
à (arche)typische elementen van de traditionele stedelijke architectuur in een vereenvoudigde vorm
inbrengen in nieuwe gebouwen (kolom, galerij, fabrieksschouw…)
Verschil tussen Italiaans kunsthistoricus G.C. Argan & Quatremère de Quincy:
à type volgens architectuurtheoreticus Quatremère de Quincy
- reductie van een gebouwd object
à type volgens Italiaans kunsthistoricus G.C. Argan
- abstractie van een reeks gebouwen op basis van hun gemeenschappelijke structurele
kenmerken
Voorbeeld van zo’n proces:
à klooster van Fontenay (12e eeuw) & La Tourette (Le Corbusier)(Frankrijk, 1959)
4