1. Microvennootschap
Einde van boekjaar niet meer dan een van onderstaande criteria
o Jaargemiddelde personeel: 10
o Jaaromzet (excl. Btw) : 700 000 euro
o Balanstotaal: 350 000 EUR
2. Kleine vennootschap
Datum van laatst afgesloten boekjaar niet meer dan een van onderstaande limieten
overschrijden
o Jaargemiddelde personeel : 50
o Jaaromzet (excl. BTW) : 9 000 000
o Balanstotaal: 4 500 000
Niet-beursgenoteerde onderneming dat gedurende 2 boekjaren klein is, mag verkort
model gebruiken
3. Grote vennootschap
Op datum van laatste afgesloten boekjaar meer dan een van volgende limieten
overschrijden
o Jaargemiddelde personeel : 50
o Jaaromzet (excl. BTW) : 9 000 000
o Balanstotaal: 4 500 000
2 opeenvolgende boekjaren groot of beursgenoteerd moet het volledige model
gebruiken voor opmaken jaarrekening
, 1.1.1 Balans
= boekhoudkundige voorstelling van de toestand van alle vermogenscomponenten en alle
kapitaalcomponenten van een onderneming op een welbepaald ogenblik (= einde boekjaar)
= overzicht van alle bezittingen en schulden van een bedrijf
momentopname!!
Vermogenscomponenten of passiva Kapitaalcomponenten of activa
hoe de onderneming zich heeft wat ondernemingen heeft gedaan met haar
gefinancierd vermogen
SOM ACTIVA = SOM PASSIVA
ACTIVA
Vaste activa Vlottende activa
minstens 1 jaar of langere tijd onmiddellijk bruikbaar of binnen het jaar omzetbaar
Doel: opbrengsten te genereren. tot geld
Activa dat komt en gaat
roterende middelen
Immateriële Financiële Materiele vaste Vorderinge Voorraden Geld- Liquide
vaste activa Vaste activa activa n en beleggingen middelen
bestellinge
n in
uitvoering
Oprichtingskosten (code 20)
= Kosten bij oprichting, ontwikkeling en verdere herstructurering van de onderneming.
de kosten worden onmiddellijk en voor het hele bedrag in het resultaat opgenomen
De kosten worden gespreid over verschillende boekjaren over maximaal 5 jaar afgeschreven
moet worden.
De onderneming moet alle wijzigingen m.b.t de oprichtingskosten in de toelichting vermelden.
,Immateriële vaste activa (code 21)
= Niet of minder tastbaar
= uitgaven voor het verkrijgen van bepaalde intellectuele, juridische, commercieel of andere rechten.
Kenmerken:
Bezittingen die niet-materiele vorm aannemen
Moeilijk of meestal zelfs onmogelijk om exacte waarde op te kleven.
1. Kosten voor ontwikkeling (210): uitvoering van ontwerpen of studies voor de productie van
nieuwe materialen, werktuigen, producten door gebruik te maken van verworven kennis
alvorens een productie te starten die kan worden gecommercialiseerd.
2. Concessies (211): de van derden aan de onderneming verleende vergunningen tot de
exploitatie van activiteiten.
3. Octrooien (211): exclusief recht tot het maken en verkopen van een product.
4. Licenties (211): Een recht om gebruik te maken van octrooien, merken van industrieel
eigendom.
5. Knowhow (211): het recht om van de onderneming dienstverleningen te verkrijgen onder
bezwarende titel.
6. Merken (211): De eigenaar van het merk krijgt het alleengebruik van het merk als
identiteitsaanduiding van bepaalde producten. Een woord, logo, symbool, kleur of
combinatie van deze.
7. Goodwill (212): Het verschil bij de aankoop tussen de betaalde prijs en de boekwaarde. De
meerprijs die wordt betaald omvat de reputatie, de klanten en de organisatie van de
onderneming.
Materiele vaste activa (code 22-27)
= tastbaar , dingen die je kan vastnemen
= roerende en onroerende goederen ongeacht of deze eigendom zijn van de onderneming of
gehuurd zijn
1. Terreinen en gebouwen: bebouwde en 220- 221
onbebouwde terreinen, de constructie
erop en de inrichting daarvan, waarvan
de onderneming eigenaar is en die voor
bedrijfsuitoefening worden gebruikt.
2. Installaties, machines en uitrusting:
Productieapparaat en daarbij horende
installaties.
, 3. Meubilair en rollend materieel: Stoffering van de lokalen die niet onroerend is door
bestemming en alle transportmiddelen dat dienen voor exploitatie van de onderneming.
4. Leasing en soortgelijke rechten waarvan de onderneming geen eigenaar is, maar waarvan ze
een beschikkingsrecht heeft op lange termijn.
a. Recht van opstal: tijdelijke zakelijk recht om gebouwen geheel of gedeeltelijk op,
boven of onder andermans grond te hebben.
b. Recht op erfpacht: zakelijk recht om gedurende een Bep periode het volle genot te
hebben van een onroerend goed. Als erkentenis van zijn eigendom, dient hij/zij een
jaarlijkse pacht te betalen in geld of in vruchten.
5. Overige materiele vaste activa: andere onroerende goederen die worden aangehouden als
onroerende reserve
Materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur moeten afgeschreven worden volgens een
aangepast afschrijvingsplan. De fiscale overheid zal zelf afschrijvingstermijnen voorstellen.
Voor de materiele vaste activa waarvan de gebruiksduur niet beperkt is kan er geen sprake
zijn van afschrijvingen. Hier mogen waardeverminderingen doorgevoerd worden indien er
sprake is van een duurzame minderwaarde.
In de toelichting moet er naast de staat van ook een samenvatting van de toegepaste
waarderingsregels worden opgenomen.
Financiële vaste activa (code 28)
= Geld min of meer vast
= permanente werkmiddelen waarmee de onderneming haar doel wil behalen. Deze middelen
verhogen door deel te nemen in het eigenaarschap van andere ondernemingen. In dit deel worden
de deelnemingen in en vorderingen op ‘verbonden ondernemingen’ opgenomen.
Verbonden ondernemingen =
die de onderneming controleert;
die haar controleren;
waarmee de onderneming een consortium (groep ondernemingen onder centrale leiding
staan) vormt;
die bij weten van het bestuursorgaan worden gecontroleerd door de bovenstaande
ondernemingen.
In het geval van ‘ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat’ verstaat men
deelnemingen onder maatschappelijke rechten die ertoe strekken de onderneming in staat te stellen
een invloed uit te oefenen op de oriëntatie v/h beleid van deze ondernemingen. Je kan mee
beslissen.
Andere financiële vaste activa = Je kan niet mee beslissen +
aandelen in andere ondernemingen die aangehouden worden om een duurzame band te
scheppen zonder dat er sprake kan zijn van een deelneming
Vastrentende effecten die tot doel hebben duurzaam de activiteit van een andere
onderneming te steunen
vorderingen in contanten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BelleT. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.