Samenvatting gerontopsychologie. Enkel het gedeelte omtrent familiebegeleiding en hulpverlening zit NIET in deze samenvatting. (Ik vond de Powerpoint hieromtrent duidelijk genoeg).
- Ouderenbeeld = het geheel van opvattingen, visies, verwachtingen en normen met betrekking tot hoe
oudere mensen zijn en zouden moeten zijn
- Beeldvorming
o Over een groep mensen
o Wisselwerking tussen materiële beelden en mentale beelden
o Niet altijd realistisch
Ageism
- Leeftijdsdiscriminatie
- Vorm van impliciete en expliciete discriminatie van individuen of groepen o.b.v. leeftijd en de
gewoonte om mensen o.w.v. hun leeftijd te onderwaarderen
- Op een stereotype en negatieve manier naar ouderen kijken
- Jongbejaarden vs oudbejaarden
o Jongbejaarden: net op pensioen
o Oudbejaarden: vanaf 80-85 jaar het beeld is hier meestal negatiever
Focus ligt op het verlies van mogelijkheden en sociale contacten
Lichamelijke en (soms) geestelijke achteruitgang
Dementie
Afhankelijkheid en einde van het leven
- Ageism bestaat ook bij ouderen zelf
o Ze hebben zelf een stereotiep beeld over het ouder worden
o Ouderen die hier sterk mee bezig zijn hebben een kortere levensduur, zijn niet gelukkig en
hebben meer focus op het negatieve
- Ageism bij hulpverleners
o Ontoereikende communicatie met ouderen
Meer betuttelen, kinderlijk behandelen, de oudere overslaan en voornamelijk
communiceren met de familie
o Focus op de achteruitgang
o Gebrek aan een holistische en activerende visie
Weinig aandacht over de levensloop er wordt veel veralgemeend
Ouderenbeeld bepaalt je houding en handelen (bv: angst voor confrontatie met
ouderdom)
o Uit eigen referentiekader stappen komen tot nieuwe mentale en materiële beeldvorming
- ‘Dé’ oudere bestaat niet, elke oudere is een uniek individu
- Niet noodzakelijk meer maar andere aandacht schenken aan oudere, met respect voor zijn eigenheid
- Persoonsgerichte benadering, zorg op maat
o Wie is deze persoon? Hoe kunnen we hem activeren? Wat kan hij nog wel en hoe kunnen we
hem stimuleren?
o Wat zijn de mogelijkheden en waar moeten we helpen als het niet lukt?
SITUERING
- Vergrijzing: het aantal geboortes vermindert en de levensverwachting stijgt
- Vrouwen (geboren in 2021) worden gemiddeld ouder dan mannen (84 vs 79 jaar)
- Veel meer hoogbejaarden in de groep van ouderen (= dubbele vergrijzing van de bevolking)
, - Heterogeniteit met veel individuele verschillen
o Er kan niet meer veralgemeend worden
- Hoe ouder je wordt, hoe meer kans je krijgt op alzheimer/dementie
- Heterogeniteit neemt toe met ouder worden in rekening brengen bij zorgverlening aan de oudere
PSYCHISCHE PROBLEMEN BIJ OUDEREN
- Aanmeldingsredenen bij 60-plussers in CGG (2018)
o Depressieve stemming > suïcidepoging/gedachten > stemmingsproblemen >
angsten/fobieën> levensfaseproblemen > andere psychische problemen
- Wie zijn de ouderen met GGZ-problemen?
o De ouder wordende psychiatrische patiënt
o De oudere met een nieuwe psychiatrische problematiek
o De oudere met psychische klachten
- Weinig ouderen zoeken hulp reden?
o Geen (h)erkenning van psychische problemen door oudere én door arts/hulpverlener
o Idee dat gevoelens horen bij het ouder worden, normaal zijn
o Stigmatisering van geestelijke gezondheidsproblemen door oudere
- Toekomst:
o Toename van GGZ voor ouderen
o Meer samenwerking
o Meer expertise
BEGRIPSOMSCHRIJVING
- Psychogerontologie: beschrijving van de veranderingen van alle aspecten van het psychisch
functioneren (perceptie, cognitie, emotie, motivatie) en van de persoonlijkheid in haar geheel, die op
de tijdslijn van de levensloop te situeren zijn
- Gerontopsychologie: wetenschappelijk onderzoek en psychologische praktijk gefocust op ouder
wordende en (hoog)bejaarde mensen
- Psychologische hulpverlening richt zich op:
o Het behandelen van problemen
o Het verbeteren van het welzijn en de kwaliteit van leven
- De centrale vraag voor de hulpverlener:
o “Hoe kunnen ouderen, gezien hun kracht maar tegelijkertijd rekening houdend met hun
kwetsbaarheid, hun leven op eigen wijze vorm blijven geven?
THEORETISCH MODEL
- Differentiële gerontopsychologie
o Minder zoeken naar universele verouderingsverschijnselen
o Interacties tussen de persoon en het milieu leiden tot:
Verschillen tussen bejaarden onderling
Verschillen in verouderingspatronen
o Individueel karakter van het verouderingsproces
- Integraal model van ontwikkelingsinvloeden:
o 4 determinanten van de ontwikkeling
(1) Biologische factoren
- Genetische factoren
o Rijpingsprocessen
, o Verouderingsprocessen
o Individuele genetische aanleg
- Biopathologische processen
(2) Milieufactoren
- Socioculturele factoren
- Fysisch-geografisch milieu
(3) Egofactoren en bewuste zelfbepaling
(4) Onbewuste dynamische processen
Deze drie invloeden:
- In interactie met elkaar
- In interactie met de bewuste activiteit van de
persoon en met de onbewuste processen
- De invloeden kunnen veranderen in de tijd en
de effecten kunnen cumuleren
- Zijn niet altijd even groot, afhankelijk van het
tijdstip in de levensloop
Meer positieve kijk op de levensloop
WELBEVINDEN OP OUDERE LEEFTIJD
- Objectief welzijn
o Voldoen aan criteria
o Verlies aan welzijn en kwaliteit op oudere leeftijd
- Subjectief welzijn
o Het resultaat van een gevoelsmatige en/of verstandelijke beoordeling van de situatie waarin
men zich bevindt
o 2 dimensies:
Persoonlijk welbehagen
Maatschappelijk welbehagen
Onderzoek naar de welzijnservaring van Vlaamse 75-jarigen : Waardoor wordt het persoonlijk welbehagen
op oudere leeftijd bevorderd?
- Gezondheid:
Ervaring van mentale en fysieke gezondheid
Aantal dagen ziekte
- Werk
Missen van het werk
Lengte van de periode van pensionering
- Vrije tijd
Actieve vrijetijdsbesteding en maatschappelijke participatie
Tv kijken
Opleidingsniveau
- Sociaal netwerk
Aantal sociale contacten
Tevredenheid met de relaties
Eigen kinderen
Huisdieren
Verlies van de partner/geslacht
, Levensbeschouwing
Niet alleen het aantal en de kwaliteit maar ook de variëteit aan relaties speelt een rol bij de
ervaring van eenzaamheid
Netwerk van ouderen: veel kans op verzwakking
Door verlies of verwateren van contacten
Verdwijnen maatschappelijke taken (opvoeding, werk)
Blijvend aandacht besteden aan het sociaal netwerk!
- Welvaart
Financiële situatie
Gevoel rond te komen met inkomen
Woonomgeving
Combinatie van verschillende determinanten van persoonlijke welbehagen totaalbeeld
Persoonlijk welbehagen van de meeste 75-jarigen is vrij goed
Grote variatie
Persoonlijk welbehagen: vooral herkennen van positieve effecten van veroudering, niet enkel ontkennen van
negatieve effecten
Andere elementen die van invloed zijn op het welbehagen: persoonlijkheidstrekken, belangrijke
gebeurtenissen, coping
Boodschap voor hulpverleners: welbevinden is subjectief van aard!
NEURODEGENERATIEVE AANDOENINGEN
- Neurodegeneratief =
o Anatomische veranderingen in het (centrale) zenuwstelsel. De veranderingen zijn irreversibel
en evolueren progressief verder. Ze leiden tot cognitieve en/of motorische stoornissen (ALS,
MS…)
DEMENTIE
WAT IS DEMENTIE?
Een verworven klinisch syndroom: verlies van cognitieve functies, waardoor significante beperking van het
sociaal, beroepsmatig en persoonlijk functioneren. De aandoening komt vaker voor naarmate mensen ouder
worden en kent verschillende vormen. De stemming, gedrag en motoriek worden aangetast.
- Prevalentie:
o 10% van de 65-plussers
o 20% van de 80-plussers
o 40% van de 90-plussers
DIAGNOSTISCHE CRITERIA DSM 5
Er bestaat GEEN categorie ‘dementie’ maar: major neurocognitive disorder en mild neurocognitive disorder
Major (≥ 2 SD)
A. Significante cognitieve achteruitgang in 1 of meer cognitieve domeinen t.o.v. het vroeger functioneren
o Bezorgdheid door de patiënt, omgeving of clinicus m.b.t. verminderd cognitief functioneren
= niet pluis-gevoel
o Verminderd cognitief functioneren zoals vastgesteld o.b.v. neuropsychologisch onderzoek
B. Verminderd vermogen om zelfstandig dagelijkse complexe activiteiten uit te voeren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukvanaerde. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.