Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Biomedisch Kader €7,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Biomedisch Kader

 24 vues  1 fois vendu

Uitgebreide samenvatting van Biomedisch Kader van het eerste jaar Orthopedagogie aan KdG Antwerpen. Ook afbeeldingen in verwerkt. Duidelijke uitleg over het vak.

Aperçu 4 sur 42  pages

  • 2 janvier 2023
  • 42
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (33)
avatar-seller
celeste2
Samenvatting Biomedisch Kader

Bouw en functie van de cel:

 Alle organismen bestaan uit cellen
 Onderlinge verschillen en duidelijke overeenkomsten tussen cellen
 Alle cellen bestaan uit begrenzing  celmembraan en geleiachtige inhoud, in geleiachtige
stof bevinden nucleïnezuren stoffen die belangrijk rol vervullen bij bepalen wat cel kan en
doet  dat is DNA of desoxyribonucleïnezuur

Bouw:

 Eencellige organismen: bacteriën
 Meeste cellen onderdeel van meercellig organisme
 Cellen met dezelfde vorm en functie liggen bij elkaar in weefsel
 Meeste organismen hebben organen voor uitvoeren van speciale taken, organen bestaan uit
verschillende soorten weefsels, meestal verbonden met organenstelsel met eigen taak:
maagdarmstelsel, zenuwstelsel, hormoonstelsel
 Meeste cellen bezitten organellen, nog kleiner moleculen, die bestaan uit meerdere atomen

Celschema:

 Cellen hebben algemeen bouwplan, vertonen
ook verschillen
 Elke cel eigen functie en zo goed mogelijk
aangepast hieraan
 Cellen bevatten cytoplasma omgeven door
celmembraan
 Cytoplasma  bestaat uit grondplasma en
organellen zoals celkern, mitochondriën,
lysosomen
 Plantaardige cellen hebben celwand om
celmembraan en in cytoplasma
bladgroenkorrels, dierlijke cellen geen
celwand en geen bladgroenkorrels
 Grondplasma  geleiachtige vloeistof en
groot aantal eiwitten, vetten, suiker en
mineralen

Plantaardige cel: dierlijke cel:




Celorganellen en hun functie:

 Celorganellen  onderdelen van cel

1

, Vergelijkbaar met organen in lichaam, specifieke functie




 Celkern:
o Alle eukaryote cellen hebben celkern, prokaryote niet
o Celkern bevat chromosomen, worden gekopieerd en aan dochtercellen
doorgegeven, verantwoordelijk voor erfelijke eigenschappen van organisme
o Chromosoom  bestaat uit complex van DNA en eiwitten, als cel niet deelt zijn het
lange dunne draden  chromatine die met microscoop enkel met bepaalde
technieken zichtbaar zijn, bij celdeling rollen draden op tot staafjes
o Binnen kern is nucleolus kernlichaam zichtbaar, aanmaak van ribosomen
o Rond kernplasma zit kernmembraan of dubbelmembraan, bevinden gaatjes
kernporiën hiermee kunnen grote moleculen celkern in en uit
 Mitochondriën:
o In eukaryote cel energie uit voedsel omgezet in ATP of adenosinetrifosfaat, fungeert
als opgeladen accu, worden gemaakt in mitochondriën
o Mitochondriën bestaan uit dubbelmembraan, grondplasma, DNA en veel enzymen
die mogelijk maken energie uit
voedsel om te zetten in ATP
o Bevat grondstoffen voor ATP: ADP en
P
 Ribosomen en ER:
o Informatie uit celkern in cytoplasma
vertaald, ribosomen vertalen
informatie uit celkern in eiwitten
o Ribosomen zelf ook eiwitten, in
celkern informatie opgeslagen om
ribosomen te maken
o In cytoplasma ribosomen losse
bolletjes gebonden aan systeem van membranen  endoplasmatisch reticulum of

2

, ER, staat in verbinding met andere celorganellen en zorgt voor transport van stoffen
binnen cel
o Op Ruw endoplasmatisch reticulum of Ruw-ER veel ribosomen
o Glad-ER weinig ribosomen, veel enzymen
o Enzymen actief in cel kunnen niet werken wanneer ze vrij
ronddrijven in cytoplasma, associatie aangaan met membraan het
glad-ER, voor bv aanmaak van koolhydraten en lipiden
 Golgi-systeem en lysosomen:
o Golgiapparaat  organel bestaat uit op elkaar gestapelde
membranen waaruit door afsnoering blaasjes kunnen ontstaan,
stoffen afkomstig van ER bewerkt en opgeslagen, voor transport van
stoffen  exocytose blaasjes gebruikt
o Golgiapparaat soort fabriek waar allerlei stoffen worden aangevoerd, bewerkt en
afgevoerd, voor bewerking van enzymen
o Lysosomen  blaasjes met enzymen die stoffen kunnen afbreken, versmelten met
voedselvacuolen of inhoud buiten de cel afgeven via proces exocytose
 Cytoskelet:
o Cel krijgt vorm en beweeglijkheid door eiwitdraden die aan celmembraan en
celorganellen vastzitten, eiwitstructuur vormt cyto- of celskelet
o Eiwitdraden van celskelet maken mogelijk sommige cellen lang te maken: bv
zenuwcellen

Functie van cellen:

 Functie cel af te lezen aan uiterlijk
 Uitstulping dient bv om te zwemmen, uitsteeksel kan opname van stoffen als functie hebben,
transporteren van slijm langs oppervlak van cel
 Belangrijk om vorm en functie samen te
bestuderen

Celmembraan:

 Celmembraan vormt grens tussen
cytoplasma en buitenwereld
 Voortdurend uitwisseling van stoffen
tussen grondplasma en omgeving
 Membraan houdt ook stoffen tegen
 Via celmembraan staan cellen in contact
met andere cellen
 Veel eiwitten, spelen rol bij onderscheid
tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd
 Cellen kunnen op elkaar reageren, bv
afweerreactie, kan ook reactie zijn tot
gemeenschappelijk doel zoals samentrekken van spiercellen rond darm

Dubbele fosfolipidenlaag:

 Alle membranen in cel bestaan uit dubbele laag fosfolipiden
 In celmembraan bevindt zich ook eiwitten en cholesterol



3

,  Fosfolipiden  bestaan uit glycerolmolecuul met twee vetzuren, fosfaatgroep en aminozuur
(choline)
 De choline en fosfaat zijn hydrofiel  water aantrekken en vet afstoten
 Vetzuren zijn hydrofoob  water afstoten en vet aantrekken

Membraaneiwitten:

 In plasmamembraan verschillende eiwitten, meeste
overspannen breedte van plasmamembraan
 Andere membraaneiwitten gedeeltelijk in fosfolipide
dubbellaag van membraan ingebed of losjes aan binnen of
buitenoppervlak ervan gebonden
 Kunnen fungeren als receptoren, kanalen, dragerstoffen of als
herkenning
 Receptoreiwitten  gevoelig voor specifieke extracellulaire
stoffen die aan eiwitten binden waardoor activiteit cel wordt
gewijzigd bv: door binding hormoon insuline gaan cellen meer
glucosemoleculen per tijdseenheid opnemen
 Kanaaleiwitten  maken mogelijk dat water, ionen en andere
opgeloste stoffen het vetgedeelte van membraan kunnen
omzeilen bv: verplaatsing van calciumiconen door kanalen is noodzakelijk voor
spiersamentrekking en voortgeleiding van zenuwimpulsen
 Dragereiwitten  binden aan opgeloste stoffen en vervoeren deze door plasmamembraan ,
soms wel soms geen energie nodig bv: dragereiwitten brengen natrium- en kaliumionen cel
uit
 Herkenningseiwitten  maken aan immuunsysteem kenbaar of cel wel of niet lichaamseigen
is en of deze afwijkend of gezond is

Transportfunctie van celmembraan:

 Doorlaatbaarheid of permeabiliteit van plasmamembraan is eigenschap die bepaalt welke
stoffen het cytoplasma in of uit kunnen gaan
 Impermeabel  kan niet door membraan heen
 Permeabel  alle stoffen zonder problemen door membraan passeren
 Celmembranen zijn selectief permeabel, sommige stoffen vrij passeren en anderen
tegengehouden, wordt bepaald door omvang, elektrische lading, vorm molecuul en
oplosbaarheid van stof in vet, door combinatie van deze factoren
 Verplaatsing stof door membraan kan passief of actief zijn
 Passieve processen  ionen en moleculen door plasmamembraan getransporteerd zonder
dat cel energie kost
 Actief transport  kost cel energie, in vorm van ATP

Passief transport:

 Diffusie :
o Ionen en moleculen voortdurend in beweging, op hun weg botsen ze tegen elkaar of
obstakels
o Diffusie  netto verplaatsing van moleculen met relatief hoge concentratie (veel
botsingen) naar relatief lage concentratie (minder botsingen)



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celeste2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,39  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter