Samenvatting pedagogiek
Opvoeding:
1. De mens is vanaf zijn geboorte volledig bepaald nature:
Erfelijke aanleg (erfelijkheidsfactoren) bepaald ontwikkeling van kind, erfelijke
bagage ligt vast in genen en chromosomen van dat kind
Opvoeding kan enkel de kenmerken laten ontplooien die reeds manifest (direct
observeerbaar ) of latent ( nog onzichtbaar ) aanwezig zijn, maar kan weinig
fundamenteel bijdragen aan ontwikkeling
Mens erfelijk gedetermineerd, grondig pedagogische pessimisme
Kind niet opvoedbaar, ontwikkeling kind natuurlijk proces dat niet beïnvloedbaar is
van buitenaf
Opvoeding wordt gezien als steun verlenen aan natuurlijk ontwikkelingsproces, kan
gunstige voorwaarden scheppen om kenmerken te laten ontplooien maar niet de
richting bepalen waarin ontwikkeling zal verlopen
Bv: Lichaamslengte, geslacht, huidskleur, … maar ook bepaalde talenten die maken
dat je een goede ouder of orthopedagogisch begeleider zult worden.
2. Opvoeding maakt mens tot mens nurture
Milieu en omgeving bepaald menselijke ontwikkeling
Opvoeding is almachtig
Kind wordt geboren als onbeschreven blad, verdere ontwikkeling is afhankelijk van
opvoeding en het milieu waarin het kind opgroeit
Omgeving heeft sterke invloed waardoor kind product wordt van zijn omgeving
Bv: wolfskinderen
3. De mens bepaald zichtzelf, existentialistische opvoeding
Mens niet vatbaar voor opvoeding, vrij en kiest eigen weg in het leven
Mens maakt zichzelf, realiseert zichzelf en is verantwoordelijk voor zichzelf
Niet of niemand kan invloeden uitoefenen of zichzelf opdringen
Medemensen maken leven hel op aarde
Mens kan zelf omstandigheden scheppen, eigen keuzes maken, besluiten iets wel of
niet te doen
Kiest zelf doelen, leert eigen mogelijkheden kennen
4. Genuanceerde, synthetische visie
Ontwikkeling kind spelen meer factoren een rol en beïnvloeden elkaar
Dynamisch spel tussen aanleg, milieu en zelfbepaling
Erfelijke aanleg kind wordt met bepaalde aanleg geboren die het mogelijke
ontwikkelingskansen geeft maar ook grenzen stelt
Bv: visuele beperking
Milieu kind ontwikkeld in contact met milieu en andere mensen, door samenleven
met anderen wordt kind beïnvloed door culturele en maatschappelijke zaken, gaan
mee bepalen of bepaalde zaken tot uiting komen
Bv: kinderen die opgroeien in kansarm gezin hebben minder mogelijkheden om hun
talenten te ontplooien
Zelfbepaling kinderen kunnen zelf bepaalde beslissingen nemen en afstand
nemen van opvoeding, eigen wil en zijn geen manipuleerbare objecten, werken zelf
mee aan vormgeving, maken keuzes, volgen geloofsopvattingen, politieke strekking
, Bv: Een 12-jarig meisje dat, ondanks haar minder goede resultaten in de lagere
school en een negatief advies van het CLB, toch kiest voor een moeilijke richting. En
die erin slaagt om op eigen wilskracht toch haar diploma te halen.
Ouders hebben maar deeltaak en beperkte invloed
Bio-ecologisch model van bronfenbrenner:
Bronfenbrenner was Russisch-Amerikaans psycholoog, grondlegger van bio-
ecologisch model
Één van de beste verklaringen over hoe de sociale omgeving van invloed is op
menselijke ontwikkeling
Ontwikkeling kind beschouwt als voortgaande , wederzijdse aanpassing tussen kind
en omgeving
Kind oefent ook invloed uit op omgeving
Cirkel stelt systeem voor dat ingebed is in ruimer systeem, ruimere omgeving waarin
opvoeding plaatsvindt bepaalt mee de mogelijkheden en grenzen voor kind en
ouders
Microsysteem dagelijkse directe omgeving waarin kind leeft
Kleinste stukje van de wereld waarin kind opgroeit
Gezin is belangrijkste microsysteem, ook grootouders, familie kunnen deel uitmaken van
gezin
Kind opgroeit andere microsystemen in beeld zoals school, crèche, jeugdbeweging
Voorwaarde voor microsysteem is dat het kind met vaste gesprekspartners omgaat
Fysische/ materiële aspecten: huisvesting, buurt, speelgoed,…
Bv: In het microsysteem ‘turnclub’ sport het kind elke week in een oude sporthal met oud
materiaal. In de winter is het er erg koud
Bv: In het microsysteem ‘gezin’ woont een kind in een huis met een grote tuin waarin een
schommel staat.
Sociale aspecten: samenstelling van het systeem, taakverdeling, onderlinge relaties,
verwachtingen/eisen, rolpatronen, vaste gebeurtenissen, activiteiten
Bv: In het microsysteem gezin is het de gewoonte dat de ouder elke avond een verhaaltje
voorleest.
Bv: In het microsysteem gezin is het, sinds de komst van de nieuwe speeltuin, een vaste
activiteit om daar ’s avonds met heel het gezin even op te gaan spelen
Microsystemen vormen dynamische context voor ontwikkeling kind
Wederzijdse beïnvloeding
Mesosysteem betrekking op wederzijdse invloed tussen verschillende microsystemen,
verandering of gebeurtenis die zich afspeelt in één microsysteem zal invloed hebben op een ander
Bv: Een hevige ruzie tussen het kind en zijn ouders kan zijn weerslag hebben op school. Het kind kan
zich daar agressief gaan gedragen, of zich juist erg terugtrekken omwille van de problemen thuis.
Als relaties tussen microsystemen positief verlopen, ondersteunend netwerk aan het kind
biedt
Relaties verstoord, ontbreekt steun
Bv: verstoorde relatie tussen school en ouders
Bij onderlinge relaties tussen microsystemen stilstaan bij kwaliteit, frequentie en waardering
van relatie
, Kwaliteit: variëren van zeer goed tot uiterst slecht
Frequentie: hoe vaak er contact is tussen verschillende microsystemen
Waardering: voor andere microsystemen kan verschillen van grote waardering tot afwijzing,
men kan ook microsysteem gaan overwaarderen
Bv: ouders afwijzend tegenover vriendengroep kind
Bv: overwaardering: veel belang aan school door ouders, nauwelijks contact met vrienden
Overgangen van ene naar andere microsysteem kunnen voor kind vlot of minder vlot
verlopen
Verschillen in systemen que wijze van omgang met kind of met normen, waarden,
verwachtingen
Exosysteem formele en informele sociale structuren rond gezin, systemen waar kind niet direct
deel van uitmaakt, maar wel directe omgeving beïnvloeden en dus kind ook beïnvloeden
Bv: werk ouders
Invloeden van ouders of via ouders
Kind ervaart positieve of negatieve impact van interactie met eigen microsysteem
Macrosysteem buitenste laag
Overkoepelende culturele invloeden
Maatschappij, onderwijsbeleid en systeem, mens- en levensbeschouwing, juridisch beleid,
economisch systeem
macrosysteem
6. sociaal-economische gezinsfactoren
exosysteem 7. culturele factoren
8. maatschappelijke factoren
mesosysteem
1. Kindfactoren microsysteem
2. Ouderfactoren
3. gezinsfactoren
4. sociale (gezins)factoren
5. sociale (buurt)factoren
Balansmodel van Bakker
Schema: zie p 20
Bakker ziet opvoeding aks een transactioneel proces, waarin ouders en kind elkaar
wederzijds beïnvloeden
, Meeste ouders passen het opvoeden met vallen en opstaan toe en groeien als opvoeder met
hun kind mee
Opvoedingstaken van ouders zijn in balans met hun vaardigheden om de situatie aan te
kunnen
In sommige situaties raakt evenwicht tussen opvoedingsvaardigheden en opvoedingstaken
van ouders zoek
Eigenschappen van kind en ouders en kenmerken van de omgeving kunnen gezinsleven
belasten
Risicofactoren kunnen opvoeding bedreigen, enkel probleem zorgt niet voor dat de kwaliteit
van de opvoeding daaronder lijdt dit komt omdat er bijna altijd beschermende of protectieve
factoren zijn die risicofactoren compenseren waardoor opvoeding in balans blijft
Risicofactoren eigenschappen, gebeurtenissen of omstandigheden die de ontwikkeling en de
opvoeding van kinderen bedreigen, leiden tot ontwikkelingsachterstand of opvoedingsproblemen
Beschermende factoren eigenschappen, gebeurtenissen of omstandigheden die de kans vergroten
dat opvoeding en ontwikkeling van kinderen goed verlopen, werking van risicofactoren geheel of
gedeeltelijk compenseren dus risico’s verkleinen
Microniveau ouder-, kind- en gezinsfactoren, eigenschappen van ouders, het kind , gezinssysteem
staan centraal
Mesoniveau sociale factoren, gezins- en buurtfactoren, sociale netwerk, sociale bindingen en
kwaliteit van de buurt, steunende factoren
Macroniveau maatschappelijke achtergrondfactoren, culturele achtergrond en
sociaaleconomische positie, maatschappelijke en culturele condities die gezinsleven bepalen, sociale
steun is hierbij belangrijke beschermende factor
Op alle niveaus kunnen risico’s voorkomen die de ontwikkeling en opvoeding van kinderen
kunnen bedreigen
Problematisch worden als risicofactoren zich opstapelen en elkaar mogelijk versterken en
beschermende factoren niet
Kwetsbare maatschappelijke positie lijkt samen te hangen met een opeenstapeling van
risicofactoren
Beschermende factoren invloed van risicofactoren kunnen verminderen indien er sprake is
van beschermende factoren in de omgeving van kind
Risicofactor op ene niveau hoeft niet noodzakelijk door beschermende factor van zelfde
niveau gecompenseerd worden
Opeenstapeling van risicofactoren moet gecompenseerd worden door opeenstapeling van
beschermende factoren
Draagkracht geheel van competenties en beschermende factoren waarmee ouders en kinderen de
draaglast het hoofd bieden
Draaglast geheel van taken dat ouders en kinderen te vervullen hebben, voorzien in primaire
levensbehoeften en materiële behoeften, huishoudelijke en maatschappelijke taken, opvoeding
De verhouding tussen draagkracht en draaglast bepaalt of ouders de opvoeding
daadwerkelijk aankunnen
Herstellen van balans door opvoedingsondersteuning