Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting begrippenlijst sociologie €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting begrippenlijst sociologie

 3 vues  0 fois vendu

Dit is een samenvatting van de begrippen van sociologie

Aperçu 2 sur 6  pages

  • 2 janvier 2023
  • 6
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (33)
avatar-seller
celeste2
Begrippen Sociologie:

1. Mattheus effect  vaak voorkomende vorm van onrechtvaardigheid, “wie al heeft, krijgt nog
meer. Wie weinig heeft, zal dat weinige verliezen.”

Bv: mensen die een uitkering krijgen en toch zwart werken



2. Political correctness (of politieke correctheid)  iets niet zeggen of niet doen, uit angst te worden
beschuldigd van discriminatie of racisme.

Bv: zwarte piet heisa



3. Thomas theorema  geschreven in 1928, if men define situations as real, they are real in their
consequences. Als mensen een situatie als echt definiëren, worden die echt in hun gevolgen. De
mens creëert zijn eigen sociale realiteit



4. Institutie (en institutionalisering + des-institutionalisering) 

 Gestandaliseerd interactiepatroon tussen mensen, groepen en organisaties
 Stabiel maar kan toch veranderen: het ontstaat, verandert en verdwijnt doorheen
interacties, een institutie is een door mensen gecreëerde sociale realiteit
 Geeft routine, voorspelbaarheid en orde aan de samenleving
 Geeft antwoord op levensnoodzakelijke vragen
 Institutionalisering  interacties tussen individuen, groepen en organisaties hebben de
neiging te evolueren naar stabiele en gestandaardiseerde gedragspatronen, resultaat is
institutie
Bv: We hebben in onze westerse beschaving typische woorden om de aard van
VERWANTSCHAP duidelijk te maken: vader, moeder, dochter, neef, oma… Elke positie in dat
netwerk van verwanten gaat samen met een min of meer stabiel gedrags- en
interactiepatroon. Die patronen worden duidelijker en dwingender in de institutie GEZIN.

5. Harde en zachte solidariteit  Harde solidariteit : geeft recht op hulp, instituties

Zachte solidariteit : gunst, willekeurig

Bv: we hebben in België een uitgebreid en verplicht stelsel van ziekteverzekering. Dat zorgt voor een
terugbetaling van medische kosten én voor een inkomens vervangende uitkering voor al wie door
langdurige ziekte of invaliditeit niet meer kan werken. De financiering gebeurt in principe door een
verplichte bijdrage die elke loontrekkende betaalt = HARDE solidariteit

Bv: Armenzorg, liefdadigheid, aalmoezen, voedselhulp, mantelzorg, allerlei acties ‘voor het goede
doel’. Dit is geen institutie: er zijn amper wetten of organisaties, het gedrag is niet gestandaardiseerd.
Al die gulle giften of andere ondersteuning zijn voor de doelgroep geen recht, het is een GUNST. Als
de donor van mening verandert en eens een ander goed doel wil steunen, heeft de ontvanger pech.
Zachte solidariteit is onvoorspelbaar en WILLEKEURIG. Het gevaar bestaat dat vooral de donor er
baat bij heeft: het geeft een goed gevoel om te kunnen geven, het sust ons geweten en vaak gaat het
om leuke acties in de media die ons een fijn en fun moment bezorgen.

, 6. Verzorgingsstaat  maatschappelijk systeem waarin overheid zorgt voor welzijn burgers

7. Peergroup  groep van gelijken, meestal zelfde leeftijd, langdurig met elkaar optrekken

8. Doelgroep  mensen met deels dezelfde kenmerken, maar vormen niet noodzakelijk een groep,
zorg of opvang bedoelt om groepsgevoel te vergroten

Bv: jeugdhuis, voorziening

9. Waarden  oordelen die we hebben over wat goed en wenselijk is

Bv: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, rechtvaardigheid, eerlijkheid

10. Doelen  motoren van het leven, zetten ons in beweging, bepalen wat we doen met tijd en
talenten

11. Cultuur bevat Kennis + waarden en doelen + normen en overtuigingen, Dankzij cultuur
kunnen we situatie interpreteren en betekenis aan geven

12. Multiculturele samenleving en superdiversiteit 

 Mensen en samenlevingen evolueren en verschillen
 Cultuur evolueert doorheen de geschiedenis
 Meer dan 1 cultuur

13. Identiteit  Verzameling van blijvende (deels veranderbare) kenmerken die iemand uniek maken

14. Significant other en generalised other 

 Significant other  person uit intieme omgeving, invloed op zelfbewustzijn van kind is hier
rechtstreeks via nabije fysieke persoon
 Generalised other  meer algemeen idee van de ander, zonder dat het direct aan persoon
gekoppeld is

15. Role taking  iedereen kijkt naar zichzelf ‘door de ogen van een ander’, door zich in ander te
verplaatsen

16. Determinisme 

 Determineren: bepalen
 Deterministisch: onze identiteit wordt volledig bepaald door iets buiten onszelf, er is geen
vrije keuze

17. Zero sum game (of nulsomspel)  ruil is niet altijd winst voor beide partijen, vaak is er een
winnaar en een verliezer

18. Win-win situatie (of coöperatief spel)  beiden hebben winst, situaties waar mensen inzien dat
ze gemeenschappelijke belangen hebben, samenwerken en gemeenschappelijke belangen primeren
op eigen belang

19. Traditionele autoriteit  oude manier van omgaan met organisatie, bestuur en macht,
voorrechten voor sommigen, traditionele gezagsdragers

20. Rationeel legale autoriteit  nieuwe omgang met macht, geen vriendjespolitiek

21. Bureaucratie (5 elementen!) 

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celeste2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67232 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter