COLLEGE 1
FISCAAL RECHT SOMS KAN DE BELASTING OOK IN NATURA BETAALD
Een rechtstak waarin is vastgesteld welke financiële WORDEN
prestaties de overheid kan eisen aan ons om in de Bv. art. 83/3 W. Succ.: het betalen van successierechten
openbare uitgaven als geheel genomen te voorzien. d.m.v. internationaal gerenommeerde kunstwerken af te
geven in de plaats van (cash) te betalen.
BELASTINGEN
Het genereren (‘doen ontstaan’) van financiële middelen DE OECD
uit de samenleving, om die samenleving te doen Een internationale organisatie dat de gemiddelde
functioneren, bv. onderwijs, pensioen, ... wordt allemaal belastingdruk berekent per type inkomen op arbeid. Er
gesubsidieerd met overheidsmiddelen. gaat min. 52,2% (‘belastingen en sociale bijdragen’) van
het BI naar de overheid. België staat hier op nr. 1 in de
KENMERKEN VAN BELASTINGEN wereld!
Een belasting doet een rechtsband ontstaan tussen de
overheid en de BP, waarbij een heffing (‘een geldsom IS BELGIE EEN BELASTINGPARADIJS?
vorderen van de BP – hetgeen ook in natura kan) of Het Europees Parlement beschuldigt België ervan dat ze
financiële prestatie1 wordt opgelegd ten voordele van de agressieve belastingplannen aanmoedigen, en hierdoor
overheid met als doel om in de openbare uitgaven als dus kenmerken vertonen van een belastingparadijs. Ze
geheel genomen te voorzien. zeggen dat België er expres voor zorgt dat multinationals2
hun eerlijke aandelen niet hoeven te betalen. Deze
DE BELASTINGSCHULD bestempeling van naam heeft te maken met de verdeling
Van zodra de toepassingsvoorwaarden van een belasting van de belastingdruk.
vervuld zijn, ontstaat er een juridische relatie, nl. een
belastingschuld. WAT WORDT ER NIET BELAST IN BELGIE
Meerwaarden: wie een aandelenportefeuille bezit en
INHOUD EN VOORWERP VAN DE BELASTINGSCHULD aandelen koopt, maar die nadien dan terug verkoopt
§. De rechtsgrond van de belastingbevoegdheid: wie is er wanneer de koers plots hoger staat, die realiseert een
bevoegd om belastingen te heffen en onder welke meerwaarde. Die meerwaarde wordt niet belast!
voorwaarden? De GW, het EVRM en internationale
verdragen zijn bevoegd. DE VLAAMSE BELASTINGEN
Huisvesting- en gemeenschappelijke voorzieningen,
§. Het toepassingsgebied van de belasting: recreatie, cultuur- en godsdienst, gezondheid en milieu-
1. Wie wordt er belast (‘ratione personae’) bescherming.
2. Wat wordt er belast (‘ratione materiae’)
3. Hoe wordt er belast (‘ratione temporae’) DE FEDERALE BELASTINGEN
Sociale bescherming, onderwijs, economische zaken en
§. De dwangmaatregelen van de overheid: controle,
overheidsbestuur.
sanctionering en invordering → zijn ‘waarborgen’ van de
fiscus.
EEN MATERIALE BELASTINGSCHULD
DE GEMIDDELDE BELASTINGDRUK Een belastingschuld dat voortvloeit uit de toepassing van
de belastingwetten. Ze houdt verband met de berekening
De gemiddelde belastingdruk wordt uitgedrukt in functie
van de belastingschuld (hoe die moet berekend worden in
van het BBP. Het BBP is het totaalbedrag van alles wat zij
euro’s), en heeft te maken met de kwantificering van een
aan goederen en producten produceert.
bedrag dat een BP m.b.t. een welbepaalde belasting n.a.v.
een belastbaar feit aan de overheid verschuldigd is. De
DE OESO enkele omstandigheid dat de wettelijke toepassings-
Een internationale organisatie dat elk jaar via statistieken voorwaarden van een belasting vervuld zijn, doet de
een berekening doet van de belastingdruk van de materiele belastingschuld ontstaan.
Europese lidstaten in functie van het BBP, zodanig dat de
landen elk jaar met elkaar kunnen gaan vergelijken. België EEN BELASTBAAR FEIT
staat op nr. 3 in de top met een belastingdruk van 44%,
Het geheel van specifieke wettelijke toepassings-
hetgeen vrij hoog is.
voorwaarden van elke belasting. Bij sommige belastingen
gebeurt het belastbaar feit meteen, bv. bij de indirecte
HET DOEL VAN BELASTINGEN belastingen (‘BTW, erfbelastingen’). Directe belastingen
Het dekken van uitgaven van algemeen nut. zijn inkomstenbelastingen. Daar wordt het belastbaar feit
niet meteen voltrokken, maar enkel na verloop van een
bepaalde tijdspanne.
1 Het leveren van een individuele prestatie dat gevorderd wordt. 2 Bedrijven die in meerdere landen gevestigd zijn en er werken.
1
,EEN FORMELE BELASTINGSCHULD HET ONTSTAAN VAN DE MATERIELE EN FORMELE
Soms wordt de materiële belastingschuld omgevormd in BELASTINGSCHULD OMTRENT DE SUCCESSIERECHTEN
een formele belastingschuld, zodat de BP zijn (‘ERFBELASTING’)
verschuldigde heffingen aan de overheid betaald. Soms Als je (goederen) erft, moet je erfbelasting betalen. Die
gebeurt die betaling spontaan (BTW), maar soms ook niet, successierechten ontstaan dus bij het openvallen van de
zoals bv. bij wanbetaling/andere gevallen; daar is het dan nalatenschap van de overledene. Van zodra je de erfenis
noodzakelijk dat de fiscus de belasting formeel zal aanvaard, ontstaat er een juridische rechtsband, en wordt
vestigen, en de schuld dus een formeel bestaan krijgt. je eigenaar van de goederen, hetgeen een materiele
Door die omvorming kan de overheid tot inning- en belastingschuld is voor elke erfgenaam. Deze belasting-
gedwongen invordering overgaan. Het is dus een schuld is dan ook direct opeisbaar zonder enige
belasting-schuld die door formalisering afdwingbaar formalisering. De PB moet zijn aangifte indienen en het
(‘opeisbaar’) is geworden. Formalisering vindt plaats door nadien betalen. Als hij niet vrijwillig betaald, zal de fiscus
de werking van het formeel belastingrecht op de materiele de schuld moeten formaliseren door een uitvoerbare titel
belastingschuld. te creëren (‘een dwangbevel’)4.
HET ONTSTAAN VAN DE MATERIELE EN FORMELE Bij de erfbelasting is de belastingschuld meteen opeisbaar
BELASTINGSCHULD OMTRENT DE PB zonder formalisering!!
De PB is een belasting op het inkomen in een kalenderjaar
van elke NP die in België woont en hier een inkomen DE OVERHEDEN DIE BELASTINGEN KUNNEN IN-
ontvangt. Elke NP moet op het einde van het jaar in mei VOEREN IN BELGIE
zijn aangifte indienen over zijn inkomenssituatie, • De federale staat
waardoor de materiele belastingschuld ontstaat. • De gemeenschappen en de gewesten
• De provincies en de gemeenten
De belastingschuld is pas gekend op het einde van het
belastbaar tijdperk (31/12), maar deze schuld is op dat Wie er nu heffingsbevoegd5 is, zit vervat in art. 170 GW
moment nog niet opeisbaar. Die schuld kan pas geheven en art. 173 GW → er zijn twee types van fiscale bevoegd-
worden na het verstrijken van dat tijdvak. Daarvoor moet heden.
de BP eerst een aangifte indienen, en zal de fiscus erna de
vastgestelde belasting inkohieren. D.w.z. zelf een uitvoer- Art. 170 GW
bare titel creëren.
In dit artikel is het principe vastgelegd dat de staat over
De fiscus zal de aangifte dus grondig controleren en de bevoegdheid beschikt. In principe heeft de federale
nadien formeel omvormen. Het kohier is dus een lijst van staat een algemeen bevoegdheid tot belastingheffing. De
alle BP, met daarbij de bijhorende materiele meeste uitgebreide fiscale bevoegdheid komt dan ook toe
belastingschuld die ze moeten betalen. Die lijst moet eerst aan hen (‘de federale overheid’), maar die bevoegdheid is
bekrachtigd worden door hoge ambtenaren om nadien tot niet absoluut!
formalisering over te gaan.
Waarom niet absoluut? Omdat de Belgische staat een
De fiscus moet dus niet naar de rechtbank stappen om een stuk van haar fiscale bevoegdheid heeft afgestaan aan
uitvoerbare titel te bekomen om te kunnen invorderen. Hij hogere internationale overheden. De federale wetgever
kan voor zichzelf een uitvoerbare titel creëren onder de heeft dan ook een stuk van haar fiscale bevoegdheid aan
vorm van een kohier (is een formele belastingschuld). lagere overheden toebedeeld.
AANSLAGTERMIJNEN DE AUTONOME BELASTINGBEVOEGDHEID VAN DE
FEDERALE OVERHEID (ART. 170 GW)
Termijnen die gekoppeld zijn aan het formaliserings-
proces (art. 359 lid 2 WIB92). Het zijn wettelijk Houdt in dat een bevoegdheidsniveau binnen haar
voorgeschreven termijnen die van openbare orde zijn. Bij wettelijk bevoegdheidskader zelf autonoom een
fiscale fraude door de BP beschikt de fiscus over een belasting gaat invoeren. De overheid blijft hier autonoom
aanslagtermijn van 7 jaar, te rekenen vanaf 1/1/AJ3 (art. binnen zijn eigen niveau belasting invoeren.
354lid 2 WIB92).
Het is een algemene bevoegdheid (‘de meest uitgebreide
Kalenderjaar fiscale bevoegdheid’), maar deze bevoegdheid is niet
31/12 AJ AJ + 1
absoluut.
AMBS 30/6
FBS
In de PB is de belastingschuld niet meteen opeisbaar!!
3 Aanslagjaar: het jaar volgend op het belastbaar tijdperk of 4 In de PB is dat een kohier
inkomsten-jaar (hier moet je dan ook u aangifte indienen in dat 5 Rechtsgrond voor de fiscale bevoegdheden
jaar).
2
,Er zijn twee beperkingen aan deze bevoegdheid: • Provincies en gemeenten: art. 464 WIB92! Die
1. Bevoegdheid beperkt door internationale verdragen mogen géén belastingen heffen op het BI. Enkel
+ het EVRM: de federale overheid mag dit!
BTW en accijnzen en douane: blijkt dat de bevoegdheid • Gewesten en gemeenschappen: mogen niet
van de federale overheid m.b.t. de BTW, douane en belasten wat op federaal niveau al reeds belast is
accijnzen sterk worden beïnvloed. geweest. Dus naast de federale overheid hebben
ook regionale bevoegdheden (gem. en gew.) de
EU-richtlijn BTW: BTW is een Europese regelgeving. De bevoegdheid gekregen om eigen belastingen in
lidstaten moeten deze richtlijn implementeren in te voeren.
nationale wetgeving. Ze hebben weinig tot geen
bevoegdheid om daar iets mee te doen, of om autonoom Art. 170 §2 GW laat toe dat de federale wetgever
gelijkaardige belastingen in te voeren, dus is de regel dat een aantal noodzakelijke “beperkingen” oplegt.
elke lidstaat nu gewoonweg een min. basistarief moet De federale wetgever kan dus de fiscale
respecteren van 15% → Behalve dan voor BREXIT. autonomie van ondergeschikte besturen
beperken. Er mag géén regionale belasting
BTW-richtlijn: met richtlijnen heb je nog een beetje gelden op materie die al het voorwerp uitmaken
speelruimte! Art. 97 richtlijn 2006/112 EG 28/11/06 van een federale belasting.
betreffende het gemeenschappelijk stelsel BTW.
• Gewesten: milieuheffingen
EU-vordering inzake douanerechten: die zijn volledig
Europees geregeld. Een verordening is rechtstreeks • Gemeenschappen: hebben hun fiscale
toepasselijk in elke lidstaat (hier is er geen speelruimte!) bevoegdheid nog niet kunnen uitoefenen
omwille van problemen m.b.t. een concrete
Dubbelbelastingsverdragen in de inkomstenbelastingen subjectafbakening: de weigering van sub-
en successierechten. nationaliteiten te erkennen vormt hiervan de
oorzaak.
EU-verdrag:
• Staatssteun: daar is een verbod op! Sommige
De bevoegdheid is dus niet absoluut, omdat de Belgische
lidstaten proberen bepaalde sectoren in de
staat een stuk van zijn fiscale bevoegdheid heeft afgestaan
economie te ondersteunen door via fiscale
aan hogere internationale overheden + ook aan lagere
gunstregimes in te voeren. Dat is dus het creëren
overheden toebedeeld, vb. erfbelasting.
van staatssteun dat enkel onder strikte
voorwaarden kan.
Als België zich niet aan die EU-verdrag houdt, kan ze
gesanctioneerd worden door de Europese Commissie (of
• Vrij verkeer van goederen en kapitaal: d.w.z. dat
na een procedure door het HVJ).
als de federale overheid een belasting wil
invoeren, dan moet die het vrij verkeer van
Arrest GWH 1007/2005 van 22/06/05:
personen en kapitaal respecteren.
Gaat om Waalse successierechten! Wallonië had de
• EVRM: de federale overheid moet het recht op tarieven m.b.t. de successierechten verhoogd van 80%
eigendom respecteren wanneer ze aan belasting- naar 90% voor erfgenamen die geen enkele familiale band
heffing doet. Hier is er wel een uitzondering op: hadden met de overledene. In casu erfde een persoon een
de overheid kan afbreuk doen aan de huis van zijn vriend. Die tarief van 90% was zo hoog dat
bescherming op het eigendomsrecht als er een het in strijd was met het recht op eigendom omdat de
wettelijke grondslag is en als de afbreuk redelijk redelijke proportionaliteit niet meer aanwezig was. Die
is op basis van het recht op eigendom. tarief was hierdoor ook in strijd met het gelijkheids-
beginsel (80% was wel “oké”, maar 90% niet).
2. Bevoegdheid beperkt door de GW en de eigen
wetten: DE TOEGEWEZEN (GEWESTELIJKE) BELASTING-
BEVOEGDHEID
DE GW: ook nationaal (‘federale regering’) en lokaal zijn er
Impliceert dat er dus enkel gebruik kan worden gemaakt
regels opgelegd, bv. het gelijkheidsbeginsel (art. 10, 11 en
van de belastingbevoegdheid binnen het toegewezen
172 GW) bepaalt dat wanneer men belastingwetten
wetskader, en dat kader wordt dus bepaald door de
invoert, er niet gediscrimineerd mag worden. Alle Belgen
overheid die een stukje van zijn fiscale bevoegdheid
zijn gelijk voor de wet (ook zo in de fiscale wet).
toewijst aan een ander beleidsniveau → Kan op twee
manieren gebeuren!!
De wet van 23/01/1989: er zijn ook nationale wettelijke
bepalingen die beperkingen opleggen aan die autonome
De toegewezen bevoegdheid werd geheel/gedeeltelijk
belastingbevoegdheid. Dus het federaal niveau dat bij wet
aan de lagere overheden toegewezen. Ze doet spontaan
beperkingen mag opleggen aan de regionale overheid als
afstand van de autonome bevoegdheid ten voordele van
aan de lokale overheid, bv.:
een andere hogere overheid.
3
, De toegewezen bevoegdheid wordt vastgelegd door het DE REGIONALE BELASTINGBEVOEGD-
bestuur die de bevoegdheid gaat bewijzen. Die toewijzing HEID
Kan op twee manieren gebeuren:
• Onder geschikt bestuur: wijst een bevoegdheid
toe aan een hoger bestuur, bv. art. 34 GW en EU-
richtlijn inzake BTW. Autonome Toegewezen
• Hoger geschikt bestuur: wijst een bevoegdheid
DE LOKALE BELASTINGBEVOEGDHEID
toe aan een ander ondergeschikt bestuur
- Bv. Bijz. F. W. van 16/01/89
- Bv. De wet van 23/01/89 die de financiering
regelt van de gemeenschappen en gewesten. Autonome Toegewezen
Daar zitten een 12-tal federale belasting-
wetten in die ze toewijst aan de gewesten. DE 11 SOORTEN FEDERALE BELASTINGEN
Dit artikel legt dus aan de gewesten het PB, vennootschapsbelasting, RPB, BNI, voorheffingen- en
verbod op om materies te gaan belasten die voorafbetalingen, BTW, douanerechten, accijnzen,
al door de federale overheid worden belast. registratie- en successierechten, diverse rechten-en
Dat is een beperking van bevoegdheid; maar taksen, met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde
toch voorziet deze wet in een uitzondering belastingen (bv. verkeersbelasting op auto’s).
op voor afval en water (de federale overheid
heeft dus een stukje van haar bevoegdheden DE AUTONOME (REGIONALE) (GEM. en GEW.)
voor water en afval afgestaan aan de BELASTINGBEVOEGDHEID
gewesten). De wet voorziet een autonome belastingbevoegdheid
enkel voor de gewesten. Ze mogen eigen belastingen
- Bv. art. 464 WIB92: dit artikel bepaalt dat de invoeren; die bevoegdheid hebben ze gekregen van de
gemeenten geen belasting kunnen heffen op GW (‘= machtiging’). De grondslag vind je terug in art. 170
het inkomen, maar dat ze er wel toe GW, maar er zijn hier uitzonderingen op die de federale
gemachtigd zijn, dus een bevoegdheid wetgever als beperking opgelegd heeft (de federale
krijgen om aanvullende belasting te heffen wetgever kan dus hun fiscale autonomie beperken).
op de PB.
De wet van 23/01/89:
DE AUTONOME (GEWESTELIJKE) BELASTING-
Deze wet heeft aan de gewesten een verbod opgelegd om
BEVOEGDHEID
materies te gaan belasten die reeds al op federaal niveau
Een bevoegdheid dat ingevoerd werd door een gewest op belast zijn, met uitzondering van water en afval (enkel
grond van art. 170 GW. De gewesten hebben de voor de 2 materies kan ze aan belastingheffing doen).
bevoegdheid om op autonome wijze om het even welke M.a.w. er kan dus geen regionale belasting mogelijk zijn
belasting in te voeren, en daarvoor alle nodige op een materie die reeds al het voorwerp uitmaakt van
wetgevende en uitvoerende maatregelen te treffen. Maar een federale belasting.
die fiscale bevoegdheid kan dus wel beperkt worden door
de federale wetgever (behalve voor de uitzonderingen). De algemene beperkingen uit de verdragen en de GW
gelden ook hier (die moeten ze blijven respecteren).
De 2de beperking zit vervat in de wet van 23/01/89.
Arrest GWH 83/2017 van 22/06/17:
Geen absolute bevoegdheid (er zijn
beperkingen) Belasting op elektriciteit. De Vlaamse overheid had de wet
van 23/01/89 geschonden door een materie te belasten
DE BELASTINGBEVOEGDHEID VAN DE die eigenlijk al het voorwerp uitmaakte van een federale
FEDERALE OVERHEID energieheffing. De Turteltaks wetgeving werd vernietigd.
De belangrijkste regionale belastingen: afval, waterheffing,
km-heffing voor vrachtwagens, leegstandsbelasting,
woningen- en bedrijfsruimten, planboetenheffing6.
11 soorten federale belastingen
Enkel autonome belastingbevoegdheid
(en heeft de meest uitgebreide fiscale
bevoegdheden)
6 Landbouwgrond dat omgevormd wordt tot bouwgrond
4