Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting MOB IIIa - WPO Wervelkolom €10,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting MOB IIIa - WPO Wervelkolom

 65 vues  2 fois vendu

Volledige samenvatting van het onderdeel wervelkolom (video's + lesnotities bij). Voor dit vak behaalde ik 13/20.

Aperçu 4 sur 63  pages

  • 3 janvier 2023
  • 63
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (21)
avatar-seller
estherferraresi
Als ze op het examen vragen om een behandelplan, dan moet je behandeldoelen en -middelen/strategie zeggen.
Alle testen die niet vermeld zijn, mag je vanuit gaan dat deze negatief zijn.


MOB IIIa (WPO)
Wervelkolom (PPT printen)
INLEIDING
Inleiding LWK
Inleiding
LRP is een veelvoorkomende aandoening.
• Tussen 50 – 90% van de volwassenen komen hiermee in contact.
• 90% van de kosten gepaard met LRP zijn indirect.
o Ziekteverzuim, uitkering, arbeidsongeschiktheid, …

Morfologie
We spreken dit semester over de lumbosacrale regio.
• Gaat van L1 – L5.
• Gaat van T12 – S1.
• S1 is een onderdeel van het sacrum.
• Onderaan is er een os coccygeum.
• Telt 2 overgangsniveaus.
o Van thoracale naar lumbale regio → geleidelijke overgang.
o Van lumbale naar sacrale regio → abrupte overgang.

Er zijn 3 verschillende type wervels.
• Wij spreken dit semester enkel over lumbale wervels.
o Groot corpus.
o Grote proc. spinosus (loopt horizontaal naar posterieur).
o Proc. transversus (loopt lateraalwaarts).
▪ Wordt gevormd uit proc. accessorius + proc. costalis.
o Proc. articularis met facetgewrichten.
▪ Bovenaan = mediaal posterieur ; concaaf.
▪ Onderaan = lateraal anterieur ; convex.
o Proc. mammillaris dient als oorsprong voor autochtone rugspieren.
o Onderste lumbale wervels hebben een wigvorm.
▪ Staat in relatie met lumbale lordose.
o T.h.v. facetgewrichten wordt meeste belasting opgevangen.
▪ In thoracale wervels is dit meer op de corpora.

Artrokinematica
• In situatie A en B → flexie/extensie en
rotatie worden gehinderd door positie van
facetgewrichten.

• In situatie C en D → flexie/extensie wordt
gehinderd door stand van
gewrichtsvlakken, maar rotatie wordt wel
toegelaten adhv een kipbeweging.




1

,Als ze op het examen vragen om een behandelplan, dan moet je behandeldoelen en -middelen/strategie zeggen.
Alle testen die niet vermeld zijn, mag je vanuit gaan dat deze negatief zijn.


• In situatie E en F → flexie/extensie wordt toegelaten, rotatie wordt wel gehinderd.
o Deze situatie = ongeveer lumbale regio.

Het ziet er lumbaal echter toch nog iets anders uit.
• In situatie A en B → respectievelijk minder en meer overlap.
o Meer overlap = meer coaptatie = meer
bewegingsremming.
• In situatie C en D → rotatie is nog steeds erg gehinderd.

We zien ook de discus intervertebralis.
• In lumbale regio = zeer groot.
• 1/3 van grootte van het corpus.
• Wordt kleiner naarmate hoger in de WK.
• Hoe ouder → hoe minder vocht → hoogte neemt af.
o Heeft ook invloed op beweeglijkheid.

Totale ROM: TWK + LWK
De ROM van de LWK is moeilijk tot niet los te koppelen van die van de TWK.
• Zo ontstaan er makkelijk foutieve interpretaties bij onderzoek.
• Flexie = gezamenlijk 85° (50° in lumbale regio).
• Extensie = gezamenlijk 60° (35° in lumbale regio).
• Lateroflexie = gezamenlijk 40° (20° elk).
• Rotatie = gezamenlijk 40° (5° in lumbale regio).


Ontstaan en definitie aspecifieke LRP
Bij 60% van de P begint de rugpijn plots, bij activiteiten zoals bukken of tillen. Bij de andere
40% komen de klachten geleidelijk aan.

De oorzaak van de klachten blijft meestal ongekend. 85-95% van de P kent een
idiopathische oorzaak. De rest heeft een specifieke oorzaak.

• Aspecifieke LRP = rugpijn die zich bevindt tussen de onderste ribben en bilplooien
(evt. met uitstraling in het been), waarvoor geen specifieke lichamelijke oorzaak op
valide wijze kan worden aangetoond.

LRP wordt gekenmerkt door pijn en verminderd lichamelijk functioneren.
• Niet onder te verdelen in specifieke aangedane structuur (bv. niet op RX).
• Beloop is meestal gunstig.
o 50% van de gevallen heeft vermindering van de klachten na 1 week.
o 95% van de klachten heeft vermindering van de klachten na 3 maanden.
• Psychosociale factoren spelen een belangrijke rol.

Bij aspecifieke LRP spreken we niet echt van pathologie, maar van
bewegingsfunctiestoornis.
• Dit kaderen we in een bewegingsdiagram, alsook in het ICF.




2

,Als ze op het examen vragen om een behandelplan, dan moet je behandeldoelen en -middelen/strategie zeggen.
Alle testen die niet vermeld zijn, mag je vanuit gaan dat deze negatief zijn.


Voorbeelden van ALRP:
• Facettair / articulair probleem.
o Lokale functiestoornis.
o Zie PPT (opname 14 min 29).
o Kenmerken:
▪ Hypo/hypermobiliteit.
• Hypo → verhoogde weerstand intra-articulair of extra-articulair.
• Hyper → slechte musculaire controle, compensaties, …
▪ Gestoorde bewegingskwaliteit.
• Instabiliteit, crepitaties, veranderlijke weerstand, …
• Kan articulaire blokkages, kapselirritaties en discusproblemen
veroorzaken.
▪ Een combinatie van deze.

o Symptomen:
▪ Strekbewegingen = provocerend.
▪ Soms minder pijn bij wandelen of zitten.
▪ Vooroverbuigen minder provocerend, mogelijks wel rekpijn.
▪ Pijn is vnl. paraspinaal, evt. na langere tijd gerefereerde pijn.
▪ Meestal geen ernstige antalgische houding.

• Instabiliteit (motor control impairment).
o Minder objectief aan te tonen.
o Wij spreken vnl. over spinale stabiliteit (aantoonbaar volgens Panjabi).
▪ Goede stabiliteit → geen abnormale intervertebrale bewegingen
mogelijk (bv. rotatie of translatie) die pijnsensaties kunnen opwekken.
▪ Er zijn 3 subsystemen die gaan samenwerken.
• Het /p/ systeem: botstructuren, disci, ligamenten → rode vlag
(!)
• Het /a/ systeem: spinale spieren (dynamische stabiliteit).
• Het neurale systeem: zenuwen en CZS (evaluatie van
afferente info + coördinatie van spierrekruteringspatronen).

• Myogene dysfuncties.
o Zijn meestal een gevolg, niet primair.

Professor Danneels heeft Panjabi’s werk hervormd en spreekt over functionele instabiliteit.
• Hier kunnen wij als kine wel iets aan doen ( structurele instabiliteit ; niet).

Mechanische eigenschappen = wervels,
ligamenten, disci, passieve eigenschappen van
spieren.
Intrinsieke musculaire eigenschappen = kracht,
tonus, uithouding, explosiviteit, elasticiteit, …
Neuromusculaire controle = optimale
samenwerking tussen receptoren.
Posturale controle = biomechanische factoren die nodig zijn om balans te behouden (bv.
zwaartepunt)

3

, Als ze op het examen vragen om een behandelplan, dan moet je behandeldoelen en -middelen/strategie zeggen.
Alle testen die niet vermeld zijn, mag je vanuit gaan dat deze negatief zijn.


Definitie specifieke LRP
• Specifieke LRP = lage rugpijn met een specifieke lichamelijke oorzaak die met
aanvullende diagnostiek dient te worden vastgesteld.
o Gebeurt bij 10-15% van de P.

Voorbeelden:
• Radiculair syndroom.
o Radiculaire pijn in 1 been.
▪ Al dan niet gepaard met uitval.
o Mogelijke oorzaken:
▪ Verstoorde zenuwgeleiding.
• Door zenuwcompressie.
o Door vernauwing van foramen (inter)vertebrale.
o Veroorzaakt oedeem en een verminderde doorbloeding.
▪ Leidt tot mechanische en ischemische
veranderingen van de zenuw.
• Kan ook door zenuwrek (vaak traumatisch of bij geboorte).

▪ Verminderde beweeglijkheid van de zenuw
• Kan zenuw zelf betreffen of zenuw t.o.v. omliggende structuren
o Zenuw zelf → verminderde elasticiteit/rekbaarheid.

• Discusproblematiek (protrusie, prolaps, …).
o Bv. hernia nucleuspulposus.
▪ Bij 40% van 45+ = aanwezig zonder klachten.
▪ Chirurgie enkel bij ernstige hernia (bv. sprake van dropvoet, …).
▪ In 90-98% van de gevallen → lage rug L4-L5 en L5-S1.
▪ Meestal gunstig beloop.

o Mogelijke symptomen:
▪ Antalgische houding (kyfotisch, lordotisch, shift) – constant of transiënt
▪ Pijn = erger in de ochtend (meer intradiscale druk).
▪ Pijn = (vaak) erger bij flexie (meer intradiscale druk).
▪ Pijn = erger bij zitten (meer intradiscale druk).
▪ Pijn = erger van zit naar stand.
• Duurt een tijd (moeizaam) – nadien (eens recht) beter.
▪ End-range belasting (overpressure) op de discus.

• Spinaalkanaalstenose.
o Veroorzaakt door degeneratieve veranderingen in foramen vertebrale.
o Kan druk geven op het ruggenmerg (vnl. bij extensie, flexie is ontlastend).
o Soms zelfde soort klachten bij P met perifeer arterieel vaatlijden.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur estherferraresi. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52355 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,99  2x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté