Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Socialezekerheidsrecht '22-'23 €9,99   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting Socialezekerheidsrecht '22-'23

1 vérifier
 305 vues  15 fois vendu

Dit document is een volledige samenvatting van het vak socialezekerheidsrecht, gedoceerd door prof. Guido Van Limberghen gedurende het academiejaar , inclusief de relevante delen van het gastcollege inzake Vlaamse Sociale Bescherming. De samenvatting is hoofdzakelijk geschreven in bulletpoints, ...

[Montrer plus]

Aperçu 10 sur 157  pages

  • 3 janvier 2023
  • 157
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (9)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: liendeveseleer • 1 année de cela

avatar-seller
Rechtenstudent1999
Hoofdstuk 1. Socialezekerheidsrecht ingeleid
Socialezekerheidsrecht
Het geheel van de grondrechtnormen die de staten verplichten socialezekerheidsregelingen in te richten, enerzijds, en
de nationale wetsbepalingen waarmee staten die verplichting nakomen, anderzijds.

Afdeling 1. Begrip ‘sociale zekerheid’
De term kan slaan op een toestand waarin mensen (kunnen) verkeren, maar heeft ook een instrumentele betekenis.

§1. Sociale zekerheid als toestand
De sociale zekerheid (SZ) moet worden beschouwd als een toestand waarin mensen beveiligd zijn (en zich beveiligd
voelen) tegen bepaalde vormen van menselijke schade. Die schade kan bestaan in gezondheidsschade of welzijnsverlies,
in verlies van arbeidsinkomen of verdienvermogen of in een onvolwaardige deelname aan het leven in de maatschappij.
--
Gereflecteerde schade
Menselijke schade die individuen onrechtstreeks treffen, in de persoon van een partner, familieleden, enz.
--
Sociale zekerheid bestaat in een optimale bescherming tegen bepaalde vormen van menselijke schade die de
samenleving als zodanig erkent en die te wijten zijn aan door de samenleving als zodanig erkende oorzaken. De vormen
en oorzaken van menselijke schade waarvoor naar het oordeel van de samenleving sociale zekerheid moet worden
geboden, variëren immers afhankelijk van tijd en plaats.

Sociale zekerheid houdt in dat elke burger ten minste een menswaardig leven kan leiden en, het moet naast financiële
bestaanszekerheid, ook maatschappelijk integratie bieden.

§2. Sociale zekerheid in de instrumentele betekenis
Sociale zekerheid in de instrumentele betekenis
Het geheel van instrumenten, instellingen, regelingen en middelen waarmee de wetgever de toestand van sociale
zekerheid nastreeft. Het recht is een van deze instrumenten.
--
Wettelijke socialezekerheidsregelingen
De samenleving draagt en neemt zelf de juridische verantwoordelijkheid op voor de sociale zekerheid van haar burgers.
--
Buitenwettelijke socialezekerheidsregelingen
De wetgever laat de verantwoordelijkheid voor de sociale zekerheid over aan derden, bv. werkgevers.
--
Het socialezekerheidsrecht kent aan elke persoon die voldoet aan wettelijk vastgelegde voorwaarden, een subjectief
recht op socialezekerheidsprestaties toe. Het vergoed menselijke schade.
--
Preventiemaatregel
Men verdedigt de opvatting dat het SZ-recht in eerste instantie moet streven naar de preventie van menselijke schade.
Voorbeeld van een preventiemaatregel: art. 37 Beroepsziektewet: zet mensen die het gevaar lopen het slachtoffer te
worden van een beroepsziekte, ertoe aan om de uitoefening van hun schadelijk beroep tijdelijk of, zo nodig, definitief
stop te zetten.
--
Herstelmaatregel
Indien men menselijke schade niet heeft kunnen voorkomen, zou het SZ-recht in tweede instantie die schade moeten
herstellen. Voorbeeld van een herstelmaatregel: art. 28 Arbeidsongevallenwet: Het slachtoffer van een arbeidsongeval
heeft onder meer het recht op de prothesen die het arbeidsongeval noodzakelijk maakt.
--
Vergoedende maatregelen
Slechts wanneer menselijke schade niet kan worden voorkomen of hersteld. De meeste socialezekerheidsprestaties
betreffen uitkeringen in geld, maar socialezekerheidsprestaties in natura komen ook voor (bv. materiële opvang van
asielzoekers). Voorbeeld van een vergoedende maatregel: Bv. aan burgers die zich bevinden in een staat van behoefte,
wordt, onder aftrek van de bestaansmiddelen waarover de betrokkene beschikken, een minimuminkomen toegekend;
Wie zijn arbeidsinkomen, zijn verdienvermogen of zijn kostwinner verliest, kan onder bepaalde voorwaarden aanspraak
maken op een uitkering die het gederfde arbeidsinkomen vervangt.
--
De SZ-wetgeving legt vast met welke middelen de SZ-regelingen worden gefinancierd en waakt over het financiële
evenwicht van het SZ-systeem.
Page 1 of 157

,Het is dus de wetgever die de hoogte van de uitkeringen bepaald.
- Het arbeidsinkomen waarop arbeidsinkomensvervangende SZ-uitkeringen worden berekend, wordt slechts tot een
bepaald grensbedrag in aanmerking genomen
- Het wettelijk vooropgestelde bedrag van socialebijstandsuitkeringen wordt verminderd met de bestaansmiddelen
van de uitkeringsgerechtigden of andere betrokkenen
- Verschillende sociale risico’s kunnen niet (onbeperkt) gecumuleerd worden
De wetgever verleent SZ-instellingen soms de bevoegdheid om de omvang van bepaalde SZ-prestaties af te stemmen op
de budgettaire mogelijkheden. In een aantal gevallen biedt de wetgever SZ-instellingen een grondslag om de verleende
prestaties te verhalen op derden.

Afdeling 2. Grondrecht op sociale zekerheid
Diverse internationale instrumenten die België verbinden, waarborgen het recht op sociale zekerheid, zonder (meestal)
als zodanig rechtstreeks SZ-rechten toe te kennen. Hetzelfde geldt voor art. 23 GW.
Die grondrechtennormen leggen aan de Belgische Staat wel een ‘socialezekerheidsplicht’ op en verplichten de Belgische
Staat daarbij voorts zowel het recht op een ongestoord genot van de SZ-prestaties en het standstill-beginsel, als het
beginsel van gelijke behandeling en het discriminatieverbod te eerbiedigen.

§1. Socialezekerheidsplicht van de Belgische Staat
De grondrechtennormen laten de Belgische Staat zowel nog diverse mogelijkheden om te voldoen aan zijn SZ-plicht, als
de vrijheid om vele begrippen en regels met eigen wetgeving nader inhoud te geven. Noch de internationale
grondrechtennormen, noch art. 23 van de Belgische Grondwet verlenen subjectieve SZ-rechten ten aanzien van de
Belgische Staat.
--
Toezicht op de naleving van de internationale grondrechtennormen
- Georganiseerd en systematisch
- Verschilt naargelang van het verdrag waarin die normen zijn opgenomen
- Toezicht wordt uitgeoefend door organen van internationale instellingen die zijn samengesteld uit politieke
vertegenwoordigers van de door die grondrechtennormen gebonden staten
- De sanctie op de niet-naleving: met politieke druk de betrokken staat ertoe aan sporen de aangegane verbintenissen
na te leven
--
Art. 23 GW
- Verplicht respectieve Belgische regelgevers om o.m. het recht op SZ, SB en gezinsbijslagen te waarborgen en de
voorwaarden voor de uitoefening ervan te bepalen, zodat eenieder een menswaardig leven kan leiden
- De bevoegde wetgever kan beperkingen stellen aan die rechten
o Beperkingen zijn ongrondwettelijk indien niet noodzakelijk of onevenredige gevolgen
o GwH kan enkel maatregelen inzake deze rechten afkeuren als zij kennelijk onredelijk zijn
- Preciseert niet het niveau dat moet worden bereikt door SZ-uitkeringen
- Verleent geen subjectieve rechten
- De wetgever mag de uitvoerende macht de bevoegdheid verlenen uitvoeringsmodaliteiten van bij wet vastgestelde
regels te bepalen, voor zover ze het onderwerp van de maatregelen waarop die machtiging slaat, zelf vast legt
o Volgens de afdeling Wetgeving van de RvS blijkt uit de rechtspraak van het Hof dat de wetgever het niet zonder
meer aan de regering kan overlaten om de draagwijdte, de toekenningsvoorwaarden en het personele
toepassingsgebied van de bij artikel 23 van de Grondwet bedoelde rechten te bepalen
- Waarborgt het recht op sociale zekerheid




Page 2 of 157

, §2. Recht op een ongestoord genot van socialezekerheidsprestaties
Het EVRM legt de Belgische Staat geen socialezekerheidsplicht op.
--
Art. 1 Eerste Aanvullend Protocol EVRM
- Legt als zodanig geen verplichting op om socialezekerheidsregeling in te voeren of SZ-uitkeringen van een bepaald
bedrag te waarborgen
- De betaling van SZ-bijdragen kan in bepaalde omstandigheden een recht creëren op SZ-uitkeringen
o Rechtstreeks verband tussen het recht op en de omvang van de uitkering en bijdragebetaling
- EHRM beschouwt SZ-uitkeringen sinds enige tijd, contributief of niet, als eigendom (idem SZ-uitkeringen)
- Alle natuurlijke en rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom
- Beschermd zowel reeds verkregen SZ-uitkeringen als aanspraken op uitkeringen waarvoor de betrokkene een
legitieme verwachting koestert
- Laat wettelijke inmenging toe in het genot van SZ-uitkeringen, als deze redelijk en evenredig zijn en het algemeen
belang nastreven

1) Bescherming van verkregen uitkeringen en van uitkeringsverwachtingen
Reeds verkregen uitkeringen
Een reeds toegekende uitkering, ook al zou het recht erop volgens de geldende wetgeving kunnen worden herroepen
onder bepaalde voorwaarden, of een uitkering die het voorwerp vormt van een afdwingbare aanspraak.
--
Zelfs een onterechte toekenning van een SZ-uitkering kan leiden tot de erkenning van een uitkeringsrecht in de zin van
art. 1 Eerste Protocol.
Het Protocol biedt geen bescherming indien:
- Persoon voldoet nog niet aan de voorwaarden voor de toekenning van een SZ-uitkering en kan daar bijgevolg nog
geen aanspraak op maken
- Indien een persoon niet langer voldoet aan wettelijke voorwaarden voor de toekomstige toekenning van een
uitkering

Het EHRM is van oordeel dat art. 1 Eerste Protocol ook kan worden ingeroepen ter bescherming van de legitieme
verwachting dat de betrokkene effectief het genot van een SZ-uitkering zal verwerven.
--
Legitieme verwachting
Vereist het bestaan van een rechterlijke beslissing waarbij een concrete uitkeringsaanspraak definitief is erkend.
Het EHRM heeft het bestaan van een legitieme verwachting evenwel ook reeds aanvaard, ingeval het recht op een
wettelijke SZ-uitkering blijkt uit gevestigde rechtspraak dan wel met voldoende zekerheid is vastgesteld door een SZ-
instelling.
--
De terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering is een inmenging in een beschermd uitkeringsrecht indien de
onverschuldigde betaling een buitensporige last zou leggen op de betrokkene.

Of een verwachting voldoende legitiem is, moet worden afgeleid uit de concrete omstandigheden van de voorliggende
zaak.

2) Toegelaten redelijke en evenredige inmenging bij wet in het algemeen belang
Vereiste voor de inmenging in het genot van een uitkering
- Moet zijn vastgelegd bij wet (in materiele betekenis)
o Voldoende toegankelijk voor alle betrokkenen en de formulering is voldoende nauwkeurig om hen toe te laten
in redelijke mate te voorzien wat de mogelijke gevolgen zijn van een bepaalde handeling
- Moet algemeen belang nastreven, redelijk en evenredig zijn
o Een billijk evenwicht moet tot stand worden gebracht tussen de vereisten van het algemeen belang en eenieders
recht op het ongestoorde genot van zijn uitkering
o Om te oordelen of de inmenging niet onevenredig is moet men rekening houden met de concrete context van
de betwiste maatregel, in casu een SZ-regeling waarmee de samenleving solidariteit betoont met kwetsbare
personen



Page 3 of 157

,Visie van het EHRM
- Nationale wetgevers zijn, wegens hun rechtstreekse kennis van de maatschappij en de plaatselijke noden, in beginsel
beter geplaatst dan het Hof zelf om te oordelen of het algemeen belang bepaalde maatregelen vereist
- Eerbiedigt de door nationale wetgever gemaakte beleidskeuzes, tenzij deze manifest zonder redelijke grondslag zijn
- Vermindering van uitkeringen o.w.v. budgettaire noodwendigheden beschouwt ze als een legitieme maatregel

Zolang er geen aantasting is van de kern of de essentie van een toegekende of legitiem te verwachten uitkering en men
niet beroofd wordt van (het merendeel van) zijn bestaansmiddelen, is het EHRM m.a.w. niet snel geneigd om een
schending van het recht op ongestoord uitkeringsgenot vast te stellen.

§3. Verplichting tot eerbiediging van het standstilbeginsel
Het standstilbeginsel is geen ARB, maar vindt zijn juridische grondslag zowel in het internationale als in het nationale
recht.

Artikel 12 van het HESH verplicht de verdragspartijen om hun SZ-stelsel op het voor de bekrachtiging van de Europese
Code Sociale Zekerheid geëiste peil te brengen en te houden en legt hen voorts, in expliciete bewoordingen, de
verplichting op verder te streven naar een geleidelijke verhoging van hun SZ-normen. Echter, volgens het GwH kan uit art.
23 GW niet worden afgeleid dat het recht op SZ in België geleidelijk aan op hoger niveau moet worden gebracht.
De standstillverplichting staat er wel aan in de weg dat de bevoegde wetgever het door de geldende wetgeving geboden
beschermingsniveau vermindert in aanzienlijke mate, zonder redenen die verband houden met het algemeen belang.
Om na te gaan of er sprake is van een aanzienlijke vermindering van het bestaande SZ-niveau neemt het GwH het net
vóór de betwiste wijziging bestaande beschermingsniveau als referentiepunt. Het referentiepunt verschuift daarbij in de
tijd en wordt dus enigszins mobiel.

Het GwH doet, bij wege van arrest, uitspraak over de mogelijke schending door een wet art. 23 GW, m.i.v. het daarin
vervatte standstillbeginsel. Indien een KB of MB een schending begaat, kunnen, naar gelang het geval, de RvS en de
arbeidsgerechten de desbetreffende bepaling met toepassing van art. 159 GW toetsen aan het standstillbeginsel en in
voorkomend geval vernietigen respectievelijk buiten toepassing laten.

§4. Verplichting tot gelijke behandeling en discriminatieverbod
- De wetgevers mogen het recht op sociale zekerheid voor sommige categorieën van personen beperken of moduleren
- Algemene verplichting vloeit voort uit de artt. 10 en 11 GW en 14 EVRM
- Verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen moet berusten op een objectief criterium en
redelijk verantwoord zijn; Gelijke behandeling van categorieën van personen die zich in wezenlijk verschillende
situaties bevinden, dient te worden verantwoord
o Of een verantwoording al dan niet redelijk is, moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de
gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen
--
Discretionaire bevoegdheid van de wetgever
- Bij de toetsing van een maatregel aan de artt. 10 en 11 GW mag niet uit het oog worden verloren dat de wetgever
beschikt over discretionaire bevoegdheid
o Geldt des te meer in het kader van economische en sociaal beleid, en nog meer ingeval de betrokken regeling
het voorwerp heeft uitgemaakt van sociaal overleg.
- Het houdt in dat het GwH niet nagaat of het door de bevoegde wetgever nagestreefde doel ook nog zou kunnen
worden bereikt door andere wettelijke maatregelen, zolang de wetgever binnen de perken van het redelijke blijft
- Van schending van het gelijkheidsbeginsel is er maar sprake, indien de betwiste regeling kennelijk onredelijk is, het
volgens een algemeen gedeelde rechtsovertuiging niet denkbaar is dat enige naar redelijkheid beslissende overheid
dergelijke appreciatie zou kunnen uitbrengen
- Wetgever mag beleidswijziging in principe met onmiddellijke ingang doorvoeren en moet niet voorzien in een
overgangsregeling
o Echter, de rechtmatige verwachtingen van een bepaalde categorie van rechtsonderhorigen mogen niet worden
miskend zonder dat een dwingende reden van algemeen belang het ontbreken van een overgangsregeling kan
verantwoorden




Page 4 of 157

,In geval van betwisting hanteert het GwH (idem EHRM) een bewijslastverdeling. Aan de verzoeker komt het toe om het
bestaan van een verschil in behandeling te bewijzen. Aan de regering behoort het vervolgens om het bestaan van
afdoende rechtvaardiging voor het betwiste verschil aan te tonen.

Afdeling 3. Socialezekerheidswetgeving
Artikel 23 van de Grondwet bepaalt hoe dat de wet, het decreet of de in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel de
sociale rechten waarborgen en de voorwaarden voor de uitoefening daarvan bepalen.

De SZ-wetgeving is in het algemeen van openbare orde: de inning en berekening der bijdragen, de afbakening van het
toepassingsgebied van de socialezekerheidswetten, de voorwaarden voor de toekenning en uitbetaling van
socialezekerheidsprestaties, de omvang van de prestaties en de verjaringstermijn.

Van dwingend recht is het recht aangaande de verjaring van de terugvordering van onverschuldigde prestaties, aangezien
ze slechts de belangen van de betrokken sociaal verzekerde dient.

Noch van openbare orde, noch van dwingend recht zijn de wetsbepalingen die de rechten vaststellen van de sociaal
verzekerde of de in zijn rechten gesubrogeerde SZ-instellingen tegen aansprakelijke derden.

§1. Bevoegde wetgever
1) Bevoegdheidsverdeling op supranationaal niveau
De Europese Unie heeft in het algemeen niet zo veel regelgevende bevoegdheden op het vlak van de sociale zekerheid.
In sommige domeinen verleent het VWEU haar evenwel een uitdrukkelijke wetgevingsbevoegdheid.

a. Wetgevingsbevoegdheid op het vlak van de sociale zekerheid in het algemeen
Bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden streeft de Europese Unie onder meer naar een adequate
sociale bescherming en de bestrijding van sociale uitsluiting. Niettemin kan de Unie op grond van die doelstellingen alleen
geen maatregelen nemen. Daartoe moet een bevoegdheidsgrond zijn opgenomen in het VWEU.
--
Beginsel van bevoegdheidstoedeling
Beheerst de afbakening van de bevoegdheden van de Unie. Krachtens dat beginsel handelt de Unie enkel binnen de
grenzen van de bevoegdheden die haar in de verdragen zijn toegedeeld door de lidstaten.
De uitoefening van die bevoegdheden wordt beheerst door de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.
--
Subsidiariteitsbeginsel
Krachtens dit beginsel treedt de Unie, op de gebieden die niet vallen onder haar exclusieve bevoegdheid, slechts op
indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende kunnen worden verwezenlijkt door
de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen
optreden beter kunnen worden bereikt door de Unie.
--
Evenredigheidsbeginsel
Krachtens dit beginsel gaan de inhoud en de vorm van het optreden van de Unie niet verder dan wat nodig is om de
doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken.
--
Bevoegdheid op Europees niveau
- Lidstaten behouden bevoegdheid om de fundamentele beginselen van hun SZ-stelsels vast te leggen
- Het domein van de sociale bescherming is dus geen exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie
- De Unie ondersteunt en vult het optreden van de lidstaten aan
o Het mag echter niet de vorm aannemen van harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
van de lidstaten op het vlak van de sociale zekerheid en sociale uitsluiting
o Op het vlak van sociale zekerheid kunnen het Europees Parlement en de Raad d.m.v. richtlijnen weliswaar
minimumvoorschriften vaststellen die geleidelijk van toepassing zullen worden

Open coördinatie
- De Europese Commissie werkt daartoe nauw samen met de lidstaten bij het verrichten van studies, het uitbrengen
van adviezen en het organiseren van overleg zowel omtrent vraagstukken op nationaal niveau als omtrent
vraagstukken die de internationale organisaties aangaan
- Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld

Page 5 of 157

,- De Commissie raadpleegt het Economisch en Sociaal Comité, alvorens adviezen uit te brengen
- Deze methode van soft law houdt enkele normatieve elementen in
o Het vastleggen van gemeenschappelijke doeleinden en het engagement om die te bereiken, alsmede het meten
van de vooruitgang met behulp van daartoe vastgelegde indicatoren en de evaluatie van de vooruitgang of het
gebrek daaraan
- Bijvoorbeeld: de Aanbeveling Toegang Sociale Bescherming
o Het beoogt de Europese Unie bij te dragen tot een betere sociale bescherming van vooral atypische werknemers
en zelfstandigen. De niet-bindende aanbeveling verzoekt de lidstaten ernaar te streven dat alle werknemers,
ambtenaren en zelfstandigen zijn aangesloten bij een SZ-regeling voor elk van de sociale risico’s waarop de
aanbeveling van toepassing is. De lidstaten dienen een plan voor te leggen waarin zij aangeven met welke
nationale maatregelen lacunes ter zake zullen worden weggewerkt

Hoewel de lidstaten de bevoegdheid behouden om de fundamentele beginselen van hun SZ-stelsels vast te leggen,
moeten zij bij de uitoefening van die bevoegdheid wel het Unierecht eerbiedigen. Zo moet de wetgever rekening houden
met het Unierecht inzake de interne markt en het vrij verkeer.

De Belgische wetgever wordt voorts, in het kader van het economisch en monetair beleid van de Unie, aangespoord om
bepaalde maatregelen op het vlak van de SZ en de bestrijding van de sociale uitsluiting te nemen. Het economisch beleid
van de lidstaten wordt aangezien als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en wordt gecoördineerd binnen
de Raad die daartoe globale richtsnoeren opstelt en, zo nodig, waarschuwingen en aanbevelingen formuleert aan het
adres van de lidstaten.

De EU heeft een exclusieve bevoegdheid inzake het monetaire beleid voor de Eurozone. De lidstaten blijven wel bevoegd
voor hun begrotingsbeleid.

b. Specifieke wetgevingsbevoegdheden op het vlak van sociale zekerheid
Op het terrein van de SZ voor grensoverschrijdende personen heeft de EU uitdrukkelijke bevoegdheden verkregen
- Iedere Unieburger geniet het recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven
o Onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die in het primaire en secundaire Unierecht zijn
vastgesteld
- Bijzondere wetgevingsprocedure
o De Raad kan volgens deze procedure maatregelen inzake sociale zekerheid en sociale bescherming vaststellen
met het oog daarop
▪ Tenzij de Verdragen in de daartoe vereiste bevoegdheden voorzien
▪ Bijvoorbeeld
→ Door aan al dan niet in loondienst werkzame werknemers en hun rechthebbenden te waarborgen dat
alle verzekeringstijdvakken die zij in verschillende lidstaten hebben volbracht, worden bijeengeteld met
het oog op het verkrijgen en behoud van het recht op uitkeringen alsmede voor de berekening daarvan
→ De Unie ontwikkelt voorts een gemeenschappelijk immigratiebeleid
o Na goedkeuring door het Europees Parlement
▪ De Raad kan met eenparigheid van stemmen, passende maatregelen nemen om discriminatie op grond van
geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid
te bestrijden
→ De Unie heeft op die gronden richtlijnen genomen die rechtstreeks ingrijpen in het SZ-recht van de
lidstaten, bijvoorbeeld op het vlak van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
- Gewone wetgevingsprocedure
o Europees Parlement en de Raad kunnen
▪ Regelingen treffen m.o.o. het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit
▪ Kunnen de basisbeginselen van stimuleringsmaatregelen van de Unie vaststellen ter ondersteuning van de
maatregelen die de lidstaten nemen
→ Harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten uitgezonderd




Page 6 of 157

, 2) Bevoegdheidsverdeling op internrechtelijk niveau
Overeenkomstig artikel 23 GW waarborgt de bevoegde wetgever het recht op SZ. Die grondwetsbepaling is zelf geen
bevoegdheidsverdelende norm. Andere bepalingen van de Grondwet verdelen de regelgevende bevoegdheid tussen de
federale wetgever en de wetgevers van de gemeenschappen en gewesten.

De gemeenschappen en de gewesten zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd voor de aangelegenheden die niet zijn
toevertrouwd aan de federale overheid, onder de voorwaarden en op de wijze bepaald door een bijzondere wet.

Bijzondere wet Hervorming Instellingen
- De sociale zekerheid behoort nog voor het grootste gedeelte tot de bevoegdheid van de federale wetgever
o Alleen de federale wetgever is bevoegd voor de SZ m.o.o. de vrijwaring van de economische unie en de
monetaire eenheid die de federale staat kenmerken
▪ Voorkomen dat uiteenlopende SV-bijdragen uitmonden in van gewest tot gewest verschillende loon- en
productiekosten en aldus Belgische monetaire en economische unie in het gedrang zouden brengen
- Rekent het gezondheidsbeleid en bijstand aan personen tot de persoonsgebonden zaken die de Grondwet heeft
toevertrouwd aan gemeenschappen, maar voegt daar aan toe dat aangrenzende SZ-regelingen niet daartoe behoren
- Kent, samen met de Grondwet, aan de gemeenschappen de bevoegdheid toe om steunmaatregelen te nemen ten
gunste van verschillende categorieën van personen

Maatregelen waarmee een gemeenschap een SZ-regel wil wijzigen, vervangen of opheffen, komen neer op een
bevoegdheidsoverschrijding. De toekenning van een bijzondere bijstand, onderscheiden van de bijstand toegekend in het
kader van het door de federale overheid georganiseerde SZ-systeem, is wel geoorloofd.
De twee bevoegdheidstoewijzingen moeten op dusdanige wijze worden geïnterpreteerd dat zij verenigbaar zijn met
elkaar. De betrokken gemeenschap moet er wel zorg voor dragen niet de federale wetgeving inzake het verzekeringsrecht
alsmede inzake de reglementering en controle op de verzekeringsmaatschappijen te wijzigen.

§2. Wetgevingsprocedure
De Belgische SZ-wetten zijn nog niet geïntegreerd in één wetboek. Per socialezekerheidsregeling bestaan een of meer
basiswetten en uitvoeringsbesluiten. De federale SZ-wetgeving kenmerkt zich, zoals hierna wordt toegelicht, door het
overgrote aandeel van de uitvoerende macht in de totstandkoming ervan en door specifieke inspraakprocedures.

1) Verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht
- GwH: het waarborgen van het recht op sociale zekerheid is niet een aan de formele regelgevers voorbehouden
aangelegenheid; de wetgever kan bepaalde bevoegdheden overdragen aan de koning. Vereist is dat:
o De essentiële beleidskeuzes worden vastgesteld door de wetgevende vergadering en dat slechts de nadere
uitwerking daarvan wordt overgelaten aan de uitvoerende macht
o De bevoegdheidsdelegatie mag niet te onbepaald of te ruim zijn
o In voorkomend geval dienen aan de Koning de criteria te worden aangereikt op grond waarvan hij zijn
bevoegdheid moet uitoefenen

Een merkwaardigheid bestaat erin dat de wetgever een beperkte verordenende bevoegdheid toekent aan bepaalde SZ-
instellingen of hun beheerscomités. Deze verordeningen worden soms omgezet in KB’s, zodat zij hun binding dan daaraan
ontlenen en aldus ontsnappen aan on(grond)wettigheid.

In nota’s, richtlijnen of omzendbrieven verdedigen SZ-administraties interpretaties van de wet in tal van
aangelegenheden.

2) Inspraakprocedures
Diverse federale overheidsdiensten bereiden de SZ-wetgeving voor. De FOD Sociale Zekerheid en de FOD Werk, Arbeid
en Sociaal Overleg nemen het leeuwendeel hiervan voor hun rekening.
De regeling inzake het recht op maatschappelijke integratie en het recht op maatschappelijke dienstverlening worden
opgenomen door de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale
Economie.
De inspraak van de organisaties blijft beperkt tot het geven van een niet-bindend advies dat in geval van wetgeving op
regeringsinitiatief wel moet worden ingewonnen op straffe van nietigheid.
--


Page 7 of 157

,Nationale Arbeidsraad (NAR)
Heeft een algemene adviserende opdracht die erin bestaat op aanvraag of uit eigen beweging aan een minister of aan de
wetgever advies te verstrekken omtrent algemene vraagstukken van sociale aard die de werknemers en werkgevers in
alle sectoren van het bedrijfsleven aanbelangen. Haar adviesbevoegdheid strekt zich uit tot SZ-aangelegenheden.
Haar bevoegdheid doet geen afbreuk aan die van de beheerscomités van de SZ-instellingen.
--
Behoudens in spoedeisende gevallen onderwerpt de bevoegde minister elk voorontwerp van wet of ontwerp van
organiek besluit of verordening aan het advies hetzij van de Nationale Arbeidsraad, hetzij van het beheerscomité.

In materies die zowel de ambtenaren als de werknemers aanbelangen, blijft de Nationale Arbeidsraad bevoegd.
--
Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen
- Opgericht in de schoot van de FOD Sociale Zekerheid
- Heeft zowel op verzoek van de betrokken minister als op eigen initiatief een algemene bevoegdheid inzake het
formuleren van voorstellen, het verlenen van advies of het verstrekken van aanbevelingen nopens alle
aangelegenheden die betrekking hebben op het sociaal statuut der zelfstandigen
- De bevoegde ministers zijn ertoe gehouden, behoudens in spoedeisende gevallen, het advies van het algemeen
beheerscomité in te winnen over de krachtlijnen van het te voeren beleid en alle voorontwerpen van wet met
betrekking tot het sociaal statuut der zelfstandigen

Afdeling 4. Socialezekerheidstechnieken
De SZ-regelingen kunnen worden opgedeeld, naargelang van de techniek waarvan de Belgische wetgever zich bedient:
de sociale verzekering en de sociale bijstand.

§1. Sociale verzekering
De sociale verzekering is een afgeleide van de verzekeringstechniek.
Sociaal verzekerden genieten het voordeel hun schade niet alleen te moeten dragen. Zij zijn - in ruil voor de hulp van de
andere sociaal verzekerden - een bijdrage verschuldigd, ook als zij niet zijn getroffen of bedreigd door een verzekerd
sociaal risico.
Toch is de bijdragebetaling, vanuit juridisch-technisch oogpunt, niet de bron van het recht op prestaties in de wettelijke
SV. Zowel de bijdrageplicht, als het recht op prestaties vinden hun juridische grondslag immers in de wet. De wetgever
bepaalt soms dat sociaal verzekerden recht hebben op prestaties, ook in geval zij geen SV-bijdragen kunnen dan wel
moeten betalen. Bijvoorbeeld jongeren die de school verlaten, maar geen betaalde betrekking vinden, kunnen onder
bepaalde voorwaarden aanspraak maken op inschakelingsuitkeringen, zonder voordien SV-bijdragen te hebben betaald.

De SV-techniek krijgt de kwalificatie “sociaal”, omdat zij op diverse wijzen afwijkt van de werkwijzen van de commerciële
verzekeringen
- Zij gaat vaak uit van een risicoconcept dat afwijkt van het in de klassieke verzekeringswereld gangbare begrip
o Risico wordt beschouwd als een onzekere, niet van de wil van de verzekerde afhankelijke gebeurtenis
- De sociale verzekeringen voorzien in bepaalde gevallen in een bescherming tegen commercieel minder goed of niet
verzekerbaar geachte risico’s
o Het verzekeren van het werkloosheidsrisico is daar een goed voorbeeld van
- Zij laten personen die al zijn bedreigd of getroffen door een risico, toe tot de verzekering
- Zij berekenen de verzekeringsbijdrage niet op basis van de kans dat de sociaal verzekerde wordt getroffen door het
verzekerde sociale risico
- Kennen in aantal gevallen prestaties toe aan sociaal verzekerden die geen of minder dan normaal bijdragen betalen

De sociale verzekering doet aldus een beroep op twee vormen van solidariteit
- Horizontale solidariteit van personen die minder dan anderen worden bedreigd door een bepaald risico met
diegenen die meer blootstaan aan of het slachtoffer worden van een bepaald risico
- Verticale solidariteit van personen met hoger inkomen met diegenen voor wie SV-bijdragen moeilijker te dragen zijn




Page 8 of 157

,De wetgever verplicht sociaal verzekerden om deel te nemen aan en bijdragen te betalen voor een wettelijke sociale
verzekering.
In België wordt, op het federale vlak, de verzekering voor geneeskundige verzorging beschouwd als een volksverzekering.
Hetzelfde geldt, op het Vlaamse vlak, voor de Vlaamse sociale bescherming.

De overige federale sociale verzekeringen vertonen in eerste instantie nog steeds een professioneel karakter. In principe
verwerft uitsluitend wie een beroepsactiviteit uitoefent, toegang tot de sociale verzekeringen, al bepaalt de wetgever
dat alleen voor zelfstandigen in uitdrukkelijke bewoordingen.

Band tussen uitoefening van beroepsarbeid en toegang tot sociale verzekeringen is mettertijd veel elastischer geworden
- Bepaalde categorieën van personen die niet behoren tot de beroepsbevolking, worden opgenomen in de kring van
de sociaal verzekerden van sommige sociale verzekeringen
o Bv. stagairs kunnen aanspraak maken op beroepsziektewet
- In bepaalde gevallen wordt de sociaal verzekerde ook beschermd in bij wet bepaalde perioden van inactiviteit die
worden gelijkgesteld met de uitoefening van een beroepsactiviteit

Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de eigen rechten en de afgeleide rechten op sociale verzekering
- Een eigen recht
o De titularis put zijn recht op sociale verzekering uit bijvoorbeeld zijn eigen beroepsactiviteit of bijdragestorting
- Afgeleide rechten
o Komen toe aan personen die hun recht op SZ ontlenen aan hun bij wet omschreven band met een ander
persoon. Als die band wordt verbroken, houdt het afgeleide recht op SZ-prestaties (na enige tijd) op te bestaan
▪ De echtgenoot van een overleden werknemer geniet bijvoorbeeld onder bepaalde voorwaarden het recht
op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering

De Belgische professionele sociale verzekeringen zijn ingericht per beroepscategorie. Zo bestaan afzonderlijke sociale
verzekeringen voor ambtenaren, werknemers en zelfstandigen. De diverse categorieën van de beroepsbevolking worden
niet op dezelfde wijze beschermd.

De kosten van de SV-prestaties en de kosten voor het verlenen ervan moeten collectief gefinancierd worden door middel
van bijdragen of belastingen, of door allebei samen. De opbrengst van de SV-bijdragen wordt wel aangevuld met
rijkstoelagen en andere inkomsten.

Om de omvang van de klassieke SV-bijdragen en de rijkstoelagen te kunnen beperken doet de wetgever ook een beroep
op alternatieve financieringsbronnen. Bv. vennootschapsbijdrage ter financiering van sociaal statuut der zelfstandigen.

De SV-bijdragen en, in belangrijke mate, de SV-prestaties, verschillen, naargelang van de beroepscategorie waartoe de
sociaal verzekerden behoren of waarbij zij worden ondergebracht.

De Belgische sociale verzekeringen worden in beginsel slechts toegepast op rechtsverhoudingen die kunnen worden
gelokaliseerd op het Belgische grondgebied. Zowel de Belgische wetgeving, als internationale overeenkomsten en
Europese verordeningen bepalen in welke gevallen de Belgische socialezekerheidswetgeving wordt toegepast op
grensoverschrijdende situaties.

§2. Sociale bijstand
Socialebijstandsregelingen
Verlenen geen gunst, maar een subjectief recht op SZ-prestaties. Wie voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor de
toekenning ervan, kan zijn recht - indien nodig - doen erkennen door de rechter.

De SB-regelingen eisen geen bijdragebetaling van de uitkeringsgerechtigden, maar worden in principe gefinancierd met
de algemene financiële middelen van de overheid. Zij behouden hun uitkeringen wel voor aan gerechtigden die aantonen
behoeftig te zijn en niet te beschikken over (voldoende) bestaansmiddelen. Zij verschillen daardoor van de sociale
verzekeringen die hun prestaties in principe verstrekken, ongeacht de vermogens- of inkomenssituatie van de sociaal
verzekerde.
--




Page 9 of 157

, Demogrante uitkeringen
Door het onderzoek van de bestaansmiddelen van de gerechtigde onderscheidt de techniek van de SB zich van SZ-
regelingen die de gerechtigde bij intrede van een welbepaald sociaal risico een prestatie verstrekken zonder enige
voorafgaande bijdragebetaling of bestaansmiddelentoets. Men gebruikt hiervoor soms de term ‘demogrante
uitkeringen’. De Vlaamse gezinsbijslagenregeling is een voorbeeld hiervan.
--
Basisinkomen
Inkomen dat in principe aan iedereen wordt toegekend, ongeacht de intrede van een sociaal risico en zonder
bijdragebetaling of onderzoek van de vermogens- en inkomenssituatie. De sociale bijstand verschilt ook van de door
sommigen als alternatief voor de SZ-uitkeringen voorgestelde techniek van het “basisinkomen”.
--
De socialebijstandsregelingen verlenen verschillende soorten socialezekerheidsprestaties.
- Minimuminkomen
o Bv. de inkomensgarantie voor ouderen, bestaan in een minimuminkomen
- Aanvulling van het minimuminkomen of de bestaansmiddelen van de betrokkene
- In een aantal gevallen neemt de SB-prestatie niet de vorm van een uitkering in speciën aan
o In het kader van de maatschappelijke dienstverlening kan bijvoorbeeld ook materiële, sociale, geneeskundige,
sociaal-geneeskundige of psychologische hulp worden verleend

De klassieke socialebijstandsregelingen verlenen hun tussenkomst slechts
- Ingeval de staat van behoefte gepaard gaat met een bijkomende kenmerkende eigenschap van de
uitkeringsgerechtigde
o De door die regelingen vereiste eigenschap is dan tot op zekere hoogte vergelijkbaar met het verzekerd sociaal
risico waarvoor sociale verzekeringen zijn ingericht ten behoeve van de leden van de beroepsbevolking
▪ Zo gelijkt bijvoorbeeld de regeling inzake de tegemoetkomingen voor personen met een handicap op een
arbeidsongeschiktheidsregeling

Recht op maatschappelijke dienstverlening
- Beoogt te verhelpen dat, ondanks het bestaan van die SB-regelingen niet iedereen een leven leidt dat (volledig)
beantwoordt aan de menselijke waardigheid
- De openbare centra voor maatschappelijk welzijn krijgen een vrij grote autonomie bij het bepalen van de toe te
kennen maatschappelijke dienstverlening om aldus een op maat van elke individuele hulpzoekende toegesneden
dienstverlening te waarborgen

De hoger vermelde SB-regelingen eisen dat de gerechtigden in België verblijven en staan in verschillende mate open voor
buitenlandse personen. Voor asielzoekers is een afzonderlijke socialebijstandsregeling in het leven geroepen.




Page 10 of 157

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Rechtenstudent1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

81849 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,99  15x  vendu
  • (1)
  Ajouter