Hoofdstuk 7_Stereotypen
1 Stereotypen – begrippen
Stereotypen
= bijna onwrikbare (veranderd bijna niet) opvattingen en algemene representaties van een specifieke groep
Soorten
1) Persoonlijk stereotype
= geschematiseerde beeld dat welbepaald persoon heeft over een andere groep
2) Sociaal stereotype
= beeld over andere groep dat gedeeld wordt door alle leden van een groep
3) Autostereotype
= stabiele beeld dat groepsleden over hun eigen groep hebben
Vooroordelen
= ongerechtvaardigde negatieve stereotype opvatting over een ander, uitsluitend gebaseerd op het feit dat
de ander tot een groep behoort
= denken in meer- en minderwaardigheid
Etnocentrisme
= Eigen etnische groep (land, volk, godsdienst, ..) als beter of hoogwaardiger beschouwen
= Waarden en normen afwegen aan eigen cultuur/ groepsleiders spelen in op gevoelens van angst en haat
= Hardvochtige versie van de I/O-gedachte
Racisme
= een aan etnocentrisme verwante en foute denkwijze waarbij men mensen van een andere cultuur
veroordeelt ‘zichtbaar’ (<-> etnocentrisme)
2 Kenmerken
Kenmerken stereotypen
1 Tweerichtingsverkeer
Mannen tov vrouwen
Wij kijken op stereotype manier naar docenten en docenten doen dit ook naar studenten toe
2 Schadelijke gevolgen
Iemand kan lijden onder de clichés die op hem worden gekleefd
Bv. veel verstandige kinderen die nu weten dat ze dyslexie, ADHD… hebben, werden 20j geleden in het
onderwijs opzijgezet als ‘dom’ => zelfbeeld en eigenwaarde aangetast
Nog groter gevaar => haat tussen groepen (bv. IS, Rusland…)
3 Vereenvoudigen altijd de realiteit
Reductionistisch denken (= …………………………………………………………………)
=> sluit aan bij contrast denken tussen in- en outgroup
Homogeniteitseffect (= leden outgroup homogener gezien qua persoonlijkheid & andere
kenmerken dan leden ingroup -> kenmerk groep overzetten naar kenmerk groepslid)
Bv. alle russen zijn…, alle scouts zijn…
Principle of least effort en need for closure
= over gesimplificeerde generalisaties en nood aan enkelvoudige, sluitende antwoorden
4 Informatieverwerking
Nieuwe informatie wordt genegeerd (liever gedrag en informatieverwerking aanpassen dan
stereotiep)
Selectieve aandacht aan informatie die binnen stereotype past
1
, Tegensprekende informatie = uitzondering
Self-fulfilling prophecy => hoe past dit in het plaatje, gedragen naar verwachtingen
Fundamentele attributiefout (gedrag = uiting persoonlijkheidskenmerken/ minimaliseren
invloed van omstandigheden)
Denkbeeldige correlaties (echt opzoek gaan naar uitingen van die kenmerken en gaat deze
uitvergroten)
3 Benaderingen
Hoe ontstaan stereotypen?
Enkele verklaringen schetsen adhv:
Coercion-theorie Stanford gevangenisexperiment
Realistische-conflicttheorie Sociaalcognitieve benadering
Robbers Cave-experiment Sociale-identiteitstheorie en socialisatie
Jane Elliot
3.1 Coercion-theorie
Coercion-theorie
= de maatschappij wordt bijeengehouden door een klein aantal individuen die machtig zijn en de
meerderheid domineren en onderdrukken – die baat hebben bij discriminatie van bepaalde groepen
Gustave Le Bon
Beschreef autoritaire invloeden op psychologie van de massa
Denkwijze
Ging ervan uit dat mensen, zodra ze samenkwamen en een groep vormden, gewillig hun eigen gedachten
inruilden voor een groepswil
Totalitarisme
= systeem waarbij despotische leider of clan volledige macht in handen heeft en een voortdurende dreiging
van geweld bestaat
3.2 Realistische-conflicttheorie
Realistische-conflicttheorie
= stereotypen zijn het gevolg van werkelijke of waargenomen conflicten over schaarse bronnen
= concurrentie – dit doen: aanleiding en verantwoording voor stereotypen
Concurrentie
Verhoogt solidariteit binnen de groep – stelt grenzen tussen in- en outgroup scherper
= bitsere stereotypering
Experiment
24 jongetjes uit middenklassengezinnen
2 groepen
Zagen elkaar = conflicten/ sportwedstrijden – ergere conflicten
=> getuigen vonden jongens ‘slecht, gestoord…’ terwijl ze hiervoor heel normaal waren
verklaard vanuit competitie voor schaarse bronnen tussen groepen
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur WillemsEmma18. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.