In dit document vind je een goede uitgebreide samenvatting van alle leerstof voor virologie. De samenvatting bedraagt ook veel afbeeldingen waar extra uitleg bij staat geschreven. Verder vind je ook een volledig overzicht van al de te kennen virussen van de opdrachten. Ze staan opgelijst in een ord...
Samenvatting Virologie
HOOFDSTUK 1
Virus = parasitair stukje DNA/RNA omgeven door een capside met eventueel een extra enveloppe
• obligatoir intracellulair
• Virussen kunnen interageren met het menselijke DNA
• Enveloppe = dubbele fosfolipide laag dat afkomstig is van de gastheer wanneer het virus de cel verlaat
OPM: het menselijk lichaam bevat een virale flora (delen uit het menselijk DNA zijn ook afkomstig van
virussen)
Een virus kan in twee ‘fasen’ voorkomen
Virion = de inactieve vorm van het virus wanneer het zich buiten de gastheer bevindt
• Vertoont GEEN metabolsime (niet levende deeltjes)
• Bevat 1 molecule DNA/RNA
• NIET in staat om onafhankelijk van levende cellen te reproduceren
Actief virus = het virion werd door de gastheercel opgenomen door endocytose. Het virus wordt terug actief
en zal zijn genetisch materiaal vrijstellen om zichzelf te vermenigvuldigen.
Structuur
Naakte virussen:
• Erfelijk materiaal + eiwitmantel (capside)
• Hardnekkiger dan een virus met enveloppe
Enveloppe virussen: (komt het meeste voor bij de mens)
• Enveloppe = fosfolipide dubbellaag afkomstig van
de gastheer
OPM: de enveloppe maakt het virus meer kwetsbaar
omdat het membraan sneller beschadigd kan worden
Capside = een eiwitmantel rond het genetisch materiaal (opgebouwd uit capsomeren in een specifiek patroon)
• beschermen viraal genetisch materiaal tegen de omgeving
o stabiliseert het virus
o specifieke herkenning en verpakking van het genetisch materiaal
o interactie met het celmembraan van de gastheercel om een enveloppe te vormen
• helpen bij transfer tussen de gastheercellen
o binden op celreceptoren op de gastheercel
o fuseren met het celmembraan
OPM: viruspartikels zijn METASTABLE = buiten de cel moeten ze het erfelijk materiaal kunnen beschermen,
binnen de cel moeten ze het erfelijk materiaal kunnen loslaten voor infectie
• stabiele structuur: identieke eiwitten zijn symmetrisch gerangschikt zodat er een maximaal contact
ontstaat
o doordat de eiwitten identiek aan elkaar zijn en zichzelf stabiliseren door te binden met elkaar
zijn ze makkelijk te maken in het labo
o de capside proteïnen kunnen zichzelf assembleren tot virus like particles (VLPs)
▪ HBV en HPV vaccin is gebmaakt uit VLPs uit gist. Er worden lege virussen geassembleerd
waardoor het lichaam antistoffen zal produceren
• onstabiel: de structuur van het capside bestaat NIET uit covalente bindingen waardoor kleine
beschadigingen er snel voor zorgen dat de mantel breekt
1
, Helicle symmetry (meest voorkomend bij de mens)
• eiwitsub-units geschikt rond RNA
nucleocapside = eiwitsub-units liggen direct tegen het RNA omdat
dit een instabiel stuk is dat beschermd moet worden
Icosahedrale capside
• Kubische symmetrie: basisstructuur is een icosaëder
(regelmatig 20 vlak)
• Meest voorkomend in de natuur
Complexe symmetrie (bv bacteriofagen)
Virale enveloppen en enzymen
• Veel virussen bevatten een uitwendig flexibel membraan = enveloppe
o Fosfolipide dubbellaag afkomstig van de gastheercel
• Eukaryote virussen bevatten spikes
o Hechten aan de glycoproteïnen op het membraan
o Eiwitten gecodeerd door het virus zelf
o Nodig om op de juiste celreceptoren te kunnen binden (vaak antistoffen aanmaken tegen de
spikes)
OPM: er ontstaan snel mutaties in de genen die coderen voor de spikes. Dit komt doordat RNA snel muteert
omdat het RNA polymerase niet aan proof-reading doet en RNA is enkelstrengs
• Sommige virussen bevatten RNA-afhankelijk polymerase omdat het polymerase van de gastheercel niet
bruikbaar is
• Reverse transcriptase (retro-transcriptase) = om omzetten van mRNA terug naar DNA
Virale nucleïnezuren
• DNA of RNA virussen
o Enkelstreng of dubbelstreng
o ssRNA wordt opgesplitst in twee groepen:
▪ +RNA heeft dezelfde oriëntatie als het mRNA en kan dus rechtstreeks wordt afgelezen
OPM: NIET alle +RNA is mRNA
▪ -RNA heeft complementaire oriëntatie en moet dus eerst omgezet worden naar +RNA
o Genomen zijn lineair (minder stabiel) of circulair (meer stabiel)
2
,7 taxonomische klassen op basis van erfelijk materiaal
Algemeen schema van virale reproductie
1) Het virus zal aanhechten aan het celmembraan van de gastheer
op specifieke receptoren (sleutel-slot principe)
Tropisme = enkel cellen met de juiste receptoren (glycoproteïnen op het
celmembraan zijn vatbaar voor het virus)
2) Overdracht van het erfelijk materiaal door:
- Fusie: de enveloppe en het celmembraan van de gastheer zullen
samensmelten
- Endocytose
3) Synthese van virale proteïnen en nucleïnezuren (alles wordt apart
aangemaakt en pas later samengevoegd)
- Vroege genen: coderen voor eiwitten die de gastheercel zullen
overnemen en synthetiseren DNA/RNA
4) Self-assambly (alles wordt samengevoegd)
5) Destructie van de gastheer
- De cel van de gastheer barst open waarbij alle nieuwe
virusdeeltjes vrij komen
- De virussen verlaten druppelsgewijs de gastheercel
Kweek van virussen
Dierlijke virussen:
• Kweek in proefdieren
• In eieren (kippen embryo’s) voor kweken van influenza virussen
• Celculturen (bv HeLa)
o Monolagen van dierlijke cellen: cytopathische effecten (CPE)
▪ Als het virus aanwezig is in de cellen zullen er degeneratieve symptomen optreden
▪ Elk virus heeft een eigen typische CPE
3
, Voorbeeld CPE:
• inclusion bodies = samenklitten van virale eiwitten
• Syncitia = door het samensmelten van naburige cellen worden reuzecellen gevormd met meerdere
kernen
• primaire culturen (A) vertrekken uit een biopt
o NADEEL: cellen kunnen niet oneindig blijven delen dus de cultuur moet altijd dopnieuw
opgestart worden
OPM: het soort cellen dat nodig is, is afhankelijk van het soort virus
• Continue cellijn
o HeLa (C) / muis fibroblasten (B)
o Kunnen oneindig blijven delen
Virussen van bacteriën
Bacteriofagen
• Opkweken in bacterieculturen
o In bouillon: door de bacteriofagen zullen de bacteriën sterven, hierdoor wordt de bouillon
terug helder. De dode cellen liggen op de bodem en de bacteriofagen kunnen opgezuiverd
worden
o Op agar: plaques (heldere zone) op de agar daar waar de bacteriën lyseren
Plantenvirussen
• Celculturen van plantencellen
• Protoplast culturen (plantencellen zonder celwand)
• Kweek op volledige planten
Detectie van virussen of virale componenten
4 detectietechnieken
Detectie van het virus
Onder de elektronenmicroscoop
NADEEL:
• Duur
• Beperkte gevoeligheid
•
Detectie van infectie
• Kweek in celcultuur (alleen infectueze
• Detectie van CPEs
(bij polio en herpes)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Dorien2022. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.