Lessen SV
1. Inleiding tot het medisch diagnostisch proces
Een diagnose stellen is de basis voor het verloop van het proces. Belangrijk is de anamnese en
het klinisch onderzoek. De anamnese leidt alles (hoekstenen van de diagnose). Het klinisch
onderzoek bepalen de keuze van verdere testen.
1. Anamnese en lichamelijk onderzoek
Patiënt komt bij dokter:
- Kan klagen over veel verschillende dingen.
- Vb pijn die niet weggaat.
- Achtergrondgegevens worden gevraagd.
- Voorgeschiedenis : antecedenten : wat hij/zij
vroeger heeft meegemaakt. Kan zowel
medisch (verwijderen van apendix) als
neutraal zijn.
- Systeem anamnese : vragen stellen over
andere organenstelsels. Impact op dagelijks
leven is ook belangrijk (hoe ernstig de pijn is)
- Familiale anamnese : wat heeft die persoon
familiaal. Zijn er genetische ziektes in de
familie?
- Professionele anamnese : bv
mijnwerkerslong,..
- Usus : is er medicatiegebruik, drugsgebruik, alcoholgebruik,…
Je weet dus waar de patient voor komt, dan begint het klinisch onderzoek.
Klinisch onderzoek:
- Inspectie: ziet hij geel, bleek, gespannen,… Hoe voelt hij zich,.. Oog ziet geel door
bilirubine
- Palpatie: voelen. Voelen of de lever vergroot is. Is die pijnlijk, glad, hobbelig,..
- Percussie: luisteren door percuteren. Op buik of longen bv. Indien vocht in longen zit dan
klikt een long doffer.
- Auscultatie: stethoscoop. ademruis,…
Patient wordt van top tot teen
onderzocht. Hoofd en hals
bekijken. Gelaat, oren,…
Kliersteken voelen : lymfeklieren
worden opgespoord. Hart
ausculteren. Slagaders voel je
kloppen t.h.v pols, lies,… PPA =
palpatie = voelen naar de darm,
aars. PPV = palpatie van vagina,…
Voorbeeld: het actueel probleem is pijn
We gaan kijken waar de pijn zit. Kijken of deze uitstraalt naar andere plekken.
Is de pijn acuut ontstaan of al langere tijd bezig? Is het geassocieerd met
andere symptomen zoals braken of koorts?
, Patiëntkarakteristieken
-> risicoanalyse
Immuungedeprimeerde patiënten : na
transplantatie, immuunziekte, door
veroudering … hebben zij een verminderde
immuniteit.
Vitale parameters
-> Urgentie inschatting
Mentale status = bewust zijn
Als dit allemaal prima is, zijn we op ons
gemak en is de urgentie minder
Als 1 van de parameters afwijkt dan kan er iets broeden, dan maken we ons zorgen. Als we in
de NEWS score in 2 of 3 zitten dan is het zeer urgent.
2. Aanvullende testen
Soorten testen:
- Laboratoriumonderzoeken
- Bloedtesten: ontstekingsparameters (CRP), functie van organen, serologische
testen (antilichamen tegen micro-organismen), immunologische testen
- Urineonderzoek
- Onderzoek van andere lichaamsvochten
- kweken
, - Radiologisch onderzoek
- Standaard met röntgenstralen met of zonder contract (jodiumrijk)
- Risico IV contrast -> Anafylactoïde reactie, acute nierinsufficiëntie, acuut
hartfalen, hyperthyroidie
- Echografie met geluidsgolven
- CT met roterende röntgenbuis
- Kernspintomografie: waterstofatomen in magnetisch veld
- Isotopenonderzoek: elektromagnetische (gamma)straling
- Endoscopisch onderzoek: alle lichaamsholtes kunnen hiermee betreden worden
- Gastroscopie
- Colposcopie
- Bronchoscopie
- Oesophagoscopie
- Functionele onderzoeken: onderzoeken van de functie van het orgaan
- ECG
- EMG
- EEG
- Longfunctieonderzoek
- Manometrie: Als we slikken is er een drukgolf => begeleidt de bolus van de mond
naar de maag. Die drukken kunnen worden gemeten
- Anatomopathologisch onderzoek
- Cytologie: cellen onderzoeken bv maligne cellen zoeken in urine
- Biopsie: stukje weefsel nemen
- Autopsie: inwendig onderzoek van het lichaam -> als je het echt niet weet
3. Medische besliskunde: beslissingen nemen o.b.v. resultaten
Na alle testen weet men het vaak nog niet zeker -> testresultaten zijn zelden absoluut. Elke
test heeft een sensitiviteit en een specificiteit.
De predictieve waarde van een test = de voorspellende waarde van een test
- Positief predictieve waarde
- Negatief predictieve waarde
, Bij een goede test willen we de vals negatieven en de valst positieven zo klein mogelijk.
(zie vb dia 41)
Als de prevalentie hoog is, is de positief predictieve waarde ook hoog.
Als de prevalentie laag is, is de positief predictieve waarde ook laag.
Dus zelfs bij een goede test moeten we opletten bij een ziekte met een lage prevalentie!
- Belang van gouden standaard: bv serumtroponine bij hartinfarct
- Belang van afkappunt: het moet boven een bepaalde waarde liggen die vastgelegd is
- Belang van doel van de test: voor screening een heel gevoelige test en voor bevestiging
een heel specifieke test.
4. Scoresystemen
Glasgow coma score: dient om bewustzijn te volgen. EMV schaal (eye motor and verbal
respons) -> 15/15 is beste score. Vb patiente met hoofdtrauma => moet je opvolgen in het
ziekenhuis, zeker in het geval van een subarachnoïdale bloeding. Kan drukken op de
hersenvliezen. Kan zorgen voor een lucide interval waarbij pt even terug bij bewust zijn is en
nadien terug in een coma valt.
Wells score: voor longembolen