Eileen Gray
Eileen Gray staat voor code in mysterie, ze vernietigde al haar documentatie. Je zag haar
nooit samen met haar werken op foto’s staan, dat is omdat ze fundamentele eenzaamheid
en solitude belangrijk vond. Ook zijn er heel weinig portretten van haar bekend. Haar werk
staat bekend om 3 begrippen: raadsel, poëzie en dialoog. Raadsel is voor de verborgenheid,
gelaagdheid en onthullen. Poëzie staat voor het licht, tijd en technieken. Dialoog staat voor
het verplaatsen, bewegen en verschuiven. Haar werken zijn nooit ‘alleen maar’, het is altijd
meer dan je denkt. Er zijn ook invloeden van reizen in haar werken, daardoor ben je precies
altijd op een andere plaats. Eén van haar eerste werken is op Rue de Lota is Parijs voor Mme
Lévy. Gray gebruikt intergalactische motieven en ook de ‘Progue sofa’ wordt hier geplaatst.
Primitieve exotische beschavingen zijn hier terug te vinden.
Eileen Gray is van Ierland naar London gegaan en heeft daar op de Slade School of fine arts
gezeten, ook heeft ze veel vrienden en geliefden daar leren kennen. Na London is ze naar
Parijs getrokken voor wereldexposities, de Eifeltoren en academie Julian. Parijs was het
begin van de creatieve uitspattingen en werd beïnvloed door mythologieën, codes en
feminisme. Mythologieën onder andere door Ezra Pound en Aleister Crowley, feminisme
onder andere door Virginia Wolfs en Gertrude Stein.
Eileen Gray heeft 20 jaar les gevolgd bij de Japanse lakspecialist Seizo Sugawara. Japans
lakwerk is hout zodanig polieren dat het de glans krijgt van edelstenen. Haar eerste lakwerk
was ‘La magicien de la nuit’, daarna heeft ze ‘Le déstin’ gemaakt, ook nog andere
kamerschermen en een kamerscherm in kurk. Kamerschermen voor Gray is zowel onthullen
als verbergen, afscheiden als verbinden en verdelen als samenbrengen.
,Jacques Doucet was een meubelverzamelaar die graag een kamerscherm van Eileen Gray
wilde en toen is ze begonnen met het maken van meubels. Ze maakt eerst 2D composities of
schilderijen en maakt er daarna tapijten en meubels van, je kan ze beide in elkaar
herkennen. Eigenschappen van de meubels van Eileen gray zijn: nikkel, licht, handgrepen,
makkelijk, draaien, verschuiven, scharnier, etc. Ze wilde altijd alleen prototypes maken, dus
geen massa productie want daar had ze onbegrip voor. Haar werken zijn niet logisch, niet
rationeel en niet wetenschappelijk zoals Ludwig Mies Van der Rohe. Eileen Gray haar motto
is: ‘Désaxer’, weg van de symmetrie en interactie tussen materiaal en draagstructuur.
E1027 is een villa in Rocquebrune-Cap-Martin. Het is een kleine villa maar oogt groot door
de opdeling en plaatsing van de meubels. Gray werd nooit aanzien als de eigenares van de
villa, wel Jean Badovici omdat hij altijd op de foto’s stond. Ook werd Le Corbusier gezien als
eigenaar omdat hij daar schilderde op de muren en ook verdronk voor de villa. Het laagste
punt van de villa is de bassin en het hoogste punt van de villa is phare, geïnspireerd op het
monument 3e internationale.
, Alvar Aalto
Alvar Aalto had zijn boot ‘Nemo propheta in patria’ genoemd, dat betekent ‘niemand is
profeet in eigen land’. Hij voelde zich miskend en niet gewaardeerd in zijn eigen land. Zijn
stijl was niet heersend, niet modern en niet internationaal. Hij wilde heterogeen zijn,
diversiteit en verscheidenheid tonen. (Tegenovergestelde van Ludwig Mies Van der Rohe)
Alvar Aalto haalde veel inspiratie uit het neoclassicisme, Gunnar Asplund, Eliel Saarinen en
Italië. Bij elk project van Alvar Aalto kom je binnen, bereid je je voor, kom je ergens terecht
en daar vindt de climax plaats. Hij maakte ook geen gangen, alleen hallen die je naar ergens
leidde. Bij het binnenkomen in zijn architectuur gaat de buitenwereld weghaalt worden,
maar de natuur komt in bepaalde elementen terug. Door de vormen, materialen en texturen
ging hij voor sfeer/gemoed/emotie zorgen wat gaat eindigen in een climax.
Zijn allereerste project was de arbeidersclub ins Jyväskylä. Zijn eerste belangrijke project was
de Bib in Viipuri. Langs buiten is het heel modern en een witte doos. Binnen is het heel
eenvoudig en rustig. Alvar haalde veel inspiratie uit de Bib van Gunnar Asplund: van donker
naar licht, warm hout, smal. Nog een grote inspiratiebron is de natuur: dit zie je aan het
golvende dak, de details, de vanzelfsprekende functionaliteit en het licht.
Bij de technische universiteit van Otaniemi word je buiten voorbereidt op binnen door de
rode bakstenen, houten raamkozijnen, deurgrepen, volumes en kleine details. Geen enkele
gevel is hetzelfde wat zorgt voor dialoog met het landschap, dus heterogeen.
Alvar Aalto had meegedaan aan een wedstrijd voor het gemeentehuis van Säynätsalo. Zijn
motto is: ‘take them by surprise.’ In het koude Noorden wilde hij het warme Zuiden brengen.
Hij maakt een piazza met daarrond de gebouwen, wat zorgt voor een hiërarchie. De toren
van het gemeentehuis is het herkenningspunt. Buiten is de climax het plein, wat je
voorbereidt op binnen. Binnen is de climax de raadzaal. De vormgeving is: baksteen, raam
zonder zicht, scheerlicht, menselijke schaal, dakspant, etc.