HOOFDSTUK VIII. ADOPTIE
Volle adoptie kan enkel maar betrekking hebben op een minderjarig kind en een volle adoptie geeft
dat minderjarig kind dan hetzelfde statuut ten opzichte van de adoptanten en de familie van de
adoptanten hetzelfde statuut als een oorspronkelijk kind zeg maar van de adoptanten. Dus zorgt voor
een familieband een afstammingsband met de adoptanten maar ook ruimere familieband met de
ouders van de adoptanten, de andere kinderen van de adoptanten enzovoort. De geadopteerde heeft
identiek hetzelfde statuut als de andere kinderen van de adoptant. De volle adoptie verbreekt ook wel
volledig de banden met de oorspronkelijke familie behalve de huwelijksbeletselen.
Gewone adoptie kan betrekkingen hebben op een minderjarig kind of een meerderjarig kind. Die
gewone adoptie zorgt ook wel voor een afstammingsband ten aanzien van de adoptant, maar die zorgt
niet voor een volledige gelijkschakeling als een oorspronkelijke afstammingsband. De familiebanden
zijn al beperkt tot de adoptant en de geadopteerde en de eventuele kinderen van de geadopteerde,
maar er ontstaan geen banden met de ruimere familie van de adoptant. De ouders van de adoptant
worden niet de grootouders van de geadopteerde na een gewone adoptie enzovoort.
Op vlak van ouderlijk gezag is het wel zo dat zowel bij een volle als bij een gewone adoptie, als
het dus gaat om een minderjarig kind dat nog onder gezag staat, dat dan het ouderlijk gezag hoe dan
ook wordt uitgeoefend door de adoptant of door de adoptanten en niet meer door de oorspronkelijke
familie. De opvoeding komt terecht alleszins bij de adoptanten.
Eénouderadoptie: één adoptant doe met andere woorden overgaat tot adoptie.
• Tweeouderadoptie
• Bijzondere vorm van eenouderadoptie: Stiefouder- of partneradoptie
o Adoptieve afstammingsband geadopteerde en adoptant die echtgenoot/partner is
van (een van) de ouder(s) van het kind
o Doet geen afbreuk aan juridische banden tussen kind en (familie van) ouder die
echtgenoot/partner is van de adoptant
Bij een volle stiefouderadoptie verdwijnt zelfs die band volledig met die andere ouder en diens
familie. Bij een gewone adoptie verdwijnt die band niet volledig, maar komt het toch op een lager pitje
te staan, onder andere doordat dan die andere ouder niet langer het ouderlijk gezag uitoefent.
≠ eenouderadoptie die geen stiefouder- of partneradoptie is
Als het gaat om een tweeouderadoptie, heb je de twee adoptanten die samen ouder zijn van
het kind en als het gaat om minderjarig kind ook samen ouderlijk gezag uitoefenen over dat kind. Bij
stiefouder of partner adoptie bedoel ik met gezamenlijke ouderschap dan het ouderschap van de
oorspronkelijke ouder en diens partner die het kind geadopteerd heeft. Die oefenen dan samen het
ouderlijk gezag uit over het kind.
151
,Historiek tweeouderadoptie en stiefouder- of partneradoptie:
Een evolutie heeft voorgedaan van een geïntegreerde benadering van dat ouderschap,
gezamenlijke ouderschap na adoptie dan, van een geïntegreerde benadering naar een stapsgewijs
steeds meer gedesintegreerde benadering.
• BW 1804: adoptant 50+, geen afstammelingen, adoptie van meerderjarigen
• Wet 22/3/1940: adoptie minderjarigen
• Wet 10/2/1958: adoptie door twee personen (tweeouderadoptie) en stiefouderadoptie.
Alleen gehuwden
• Wet 21/3/1969: ook personen met afstammelingen mogen adopteren
• Wet 27/4/1987: ook alleenstaande kan minderjarig kind ten volle adopteren
• Wet 24/4/2003 (iwt 1/9/2005): tweeouderadoptie en stiefouder- of partneradoptie door
samenwonende paren verschillend geslacht
• Wet 18/5/2006 (iwt 30/6/2006): ook paren zelfde geslacht
Art. 343 § 1 oud BW
a) Adoptant: een persoon, echtgenoten of samenwonenden
b) Samenwonenden: twee personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben
afgelegd of twee personen die op een permanente en affectieve wijze samenwonen sedert ten minste
drie jaar op het tijdstip van de indiening van het verzoek om adoptie, voor zover zij niet door een band
van bloedverwantschap zijn verbonden die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de
familierechtbank geen ontheffing kan verlenen.
WIE:
• Gehuwd
• Wettelijk samenwonend
o geen absoluut huwelijksbeletsel
• Feitelijk samenwonend
o min. 3 jaar ononderbroken
o affectief
o geen absoluut huwelijksbeletsel
§1. Voorwaarden
Parl. voorbereiding wet 24/4/2003 (Parl.St. Kamer 2000-01, 50-1366/01 en 1367/001, p. 11-12)
• “Drie voorwaarden moeten evenwel worden vervuld. De eerste voorwaarde is dat deze
personen niet met elkaar verwant mogen zijn. Bijgevolg kan een persoon niet worden
geadopteerd door een zus en een broer (…).
• “De tweede voorwaarde houdt verband met stabiliteit. De adoptanten moeten op het tijdstip
van de indiening van het verzoek sedert ten minste drie jaar permanent samenwonen. Het
gaat daarbij om het belang van de geadopteerde, meestal een kind, die reeds uit zijn omgeving
is weggehaald en over waarborgen moet kunnen beschikken dat de familie waarin het wordt
opgevangen een stabiel milieu vormt.
152
, Waarom? Wel omdat de wetgever ervan uitging dat dat In het belang is van de geadopteerde,
meestal een kind die uit zijn oorspronkelijke omgeving wordt weggehaald. En die moet kunnen
beschikken over een familie waarin het wordt opgevangen, dat die familie een stabiel milieu vormt.
Die voorwaarde van stabiliteit verklaart dat de wetgever voor de feitelijk samenwonende eraan
toegevoegd heeft dat het minimum 3 jaar voortdurend samenwoning moet zijn. De wetgever ging
ervan uit dat als je een huwelijksrelatie hebt aangegaan dat je de bedoeling toch had om een relatie
te hebben met een zekere bestendigheid. Idem voor wettelijk samenwonenden. Maar voor feitelijk
samenwonenden, dat is nog meer precair. Of uit feitelijke samenwoning daaruit blijkt niet noodzakelijk
de intentie om aan uw relatie toch een zeker duurzaam karakter te geven. Vandaar dat de wetgever
daar uitdrukkelijk een duurzaamheidsvereiste aan heeft toegevoegd. Je moet al minstens 3 jaar
samenwonen voordat je samen een adoptieverzoek kan indienen of de ene een verzoek voor adoptie
van het kind van de andere.
• De derde voorwaarde heeft betrekking op de hoedanigheid van de relatie tussen de
adoptanten, die verplicht van affectieve aard moet zijn. Het belang van de geadopteerde, in
hoofdzaak van het geadopteerde kind, schuilt erin te worden opgevangen in een familie, in de
algemene betekenis van het woord. Twee vrienden, hoe eerbaar hun streven ook mag zijn,
kunnen dat de geadopteerde niet bieden”
U ziet hier heel duidelijk dat de wetgever geredeneerd heeft vanuit het belang van het kind. En zo
hoort het natuurlijk ook hè. En de wetgever heeft hier, dat is eigen aan wetgeving, een abstracte
invulling gegeven aan het belang van het kind. De wetgever is er in het algemeen, in abstracto vanuit
gegaan dat het in het belang is van een kind na een adoptie om opgevangen te worden/ om terecht te
komen in een gezin dat gevormd wordt door een koppel. Een paar. Een paar in de betekenis van ja een
koppel die een relatie hebben met elkaar. Dus geen broer zus, geen twee vrienden. Ook twee vrienden
kunnen samenwonen, ook broer en zus kunnen samenwonen maar neen die mogen niet samen ouder
worden van een kind via een adoptie. Het moet gaan om een koppel die bovendien een stabiele relatie
hebben of een relatie waarvan je zou mogen van uitgaan dat ze stabiel is: gehuwd, wettelijk
samenwoont of minstens 3 jaar samenwonend.
§2.Besluit
• Evolutie van geïntegreerde benadering van gezamenlijk ouderschap na adoptie, naar
stapsgewijze desintegratie
• Geen volledige desintegratie
o Wetgever: belang van kind – “normale” familiale omgeving
o Situatie per 1/1/2017: tussen adoptanten bij tweeouderadoptie / tussen adoptant en
ouder bij stiefouder/partneradoptie, op ogenblik van adoptieverzoek: actuele,
stabiele, affectieve (partner) relatie tussen niet-verwanten
153
, AFDELING II. DESINTEGRATIE: RECENTE EVOLUTIES
Onthoud dan goed dat dat het uitgangspunt was van de wetgever want ondertussen zijn er
dingen gebeurd die maken dat we toch wel sterk zijn afgeweken van dat uitgangspunt. En die dingen
zijn gebeurd op het niveau van het grondwettelijk hof.
Wat is er gebeurd in de rechtspraak van het grondwettelijk hof? Wel uit die rechtspraak volgt
dat waar de wetgever duidelijk de bedoeling had het niet mag gaan om een broer en zus die samen
een kind adopteren of de ene het kind van de andere adopteert.
1) Partneradoptie: nauwe verwantschap tussen k.adoptant en ouder is geen absoluut beletsel meer
voor partneradoptie
2) Adoptie door voormalige partner van ouder, met zelfde gevolgen als partneradoptie, is mogelijk
(onder bepaalde voorwaarden)
De wetgever zoals we hebben gezien is ervan uitgegaan dat er een bestaande relatie moet zijn.
Je moet samenwonen of gehuwd zijn om samen een kind te kunnen adopteren of te kunnen overgaan
tot partneradoptie. Maar in sommige gevallen is als gevolg van rechtspraak van het grondwettelijk hof
adoptie ook mogelijk gemaakt door, met dezelfde gevolgen als een partneradoptie, iemand die geen
partner meer is want de relatie is beëindigd maar die wil toch nog die band met dat kind juridisch
versterken via adoptie.
§1. Partneradoptie: verwantschap k.adoptant en ouder
Art. 343 § 1 BW b) Samenwonenden: twee personen die een verklaring van wettelijke
samenwoning hebben afgelegd of twee personen die op een permanente en affectieve wijze
samenwonen sedert ten minste drie jaar op het tijdstip van de indiening van het verzoek om adoptie,
voor zover zij niet door een band van bloedverwantschap zijn verbonden die leidt tot een
huwelijksverbod waarvoor de familierechtbank geen ontheffing kan verlenen.
Er mag geen absoluut huwelijksbeletsel bestaan, dus het mag niet gaan om twee broers, broer
en zus, twee zussen, of om moeder en zoon die kunnen niet samen een kind adopteren, vader en zoon,
of vader en dochter, of grootvader en dochter enzovoort. Maar die voorwaarde heeft geen absolute
gelding meer. Dus de voorwaarde dat het niet mag gaan om nauwe verwanten die heeft geen
absolute gelding meer in het adoptierecht vandaag, ook al staat ze er nog wel exact zoals ze er staat
momenteel in uw oud burgerlijk wetboek.
1) GwH 16 februari 2017, nr. 25/2017 (Toledo):
• art. 343 § 1, b) BW, in samenhang gelezen met art. 162 en 164 BW schendt art. 10, 11 en 22bis
Gw, in zoverre zij de gewone adoptie van de kinderen van de ene wettelijk samenwonende
partner door de andere wettelijk samenwonende partner niet toelaat wanneer er tussen hen
sprake is van een huwelijksbeletsel waarvoor de Koning geen opheffing kan verlenen als
gevolg van de volle adoptie van een van de wettelijk samenwonende partners door de ouders
van de andere partner.
154