Anatomie en fysiologie:
maagdarmstelsel
Waarom moeten levende organismen voedingsstoffen opnemen om te overleven?
Anabolisme (= opbouw).
Katabolisme (= afbraak voor E).
Wat zijn de functies v/h spijsverteringsstelsel?
Ingestie: wanneer voedsel via mond het spijsverteringskanaal binnenkomt.
Mechanische verwerking: fysieke bewerking van voedsel (kauwen).
Vertering: chemische afbraak van voedsel (afbraak & opname bouwstoffen).
Secretie: afgifte water,, zuren, enzymen en buffers.
Opname: verplaatsing van kleine organische moleculen, elektrolyten, vitaminen en water.
Uitscheiding: verwijdering afvalstoffen uit lichaamsvloeistoffen.
Uit welke 4 delen bestaat de wand v/h spijsverteringskanaal? Dunne darm van binnen naar buiten
Mucosa Bestaat uit:
o Slijmvlies (buitenste laag dekweefsel bevochtigd door klierproducten).
o Lamina propia (onderliggende laag los bindweefsel).
Bevat veel dwarsplooien functie:
o contacctopp. met voedselbrij vergroten (groter opp. voor opname).
o In dunne darm aanwezigheid darmvlokken (villi) (Extra vergroting contactopp)
Plaatsen met grote mechanische belasting (mondholte, farynx, oesophagus en anus) bedekt met gelaagd
plaveiselepitheel
Overige deel bedekt met èènlagig cilindrisch epitheel (bevat verschillende kliertypen).
Buizen die uitmonden op epitheeloppervlak vervoeren klierproducten geproduceerd door klieren in lamina
propria / submucosa / accessoire klieren.
Spierlaag aanwezig: Muscularis mucosae Beweging darmplooien-, en vlokken.
Submucosa/ Bevat BV, zenuwen, lymfevaten en lymfeklieren → Zenuwweefsel (Meissnerplexus):
bindweefsellaag o Reguleren en coördineren van samentrekkingen van het gladde spierweefsel.
o Regulatie klierproductie spijsverteringsklieren.
Musculosa Gladde spieren + Dikste laag van de wand: Inwendige laag kringspieren → Buitenste laag lengtespieren.
Functie:
o Kneedbeweging (mengen) + voortstuwen.
o Kneedbeweging en voortbeweging:
Autonome, reflectorische bewegingen.
Gereguleerd door plexus myentericus (tussen kring- & lengtespieren).
Activering spieren GI kanaal door parasympatische prikkel.
, Remming spieren GI kanaal door sympathische prikkel.
Serosa / Bedekt muscularis externa langs grootste deel GI kanaal Uitgezonderd in mondholte, farynx, oesophagus
Sereuze membraan en endeldarm – dicht netwerk collagene vezels.
Sommige delen GI kanaal opgehangen aan mesenteria:
o Dubbele laag sereus membraan
o Biedt plaats aan bloedvaten, zenuwen en lymfevaten
o Houdt aangehechte organen op hun plaats en voorkomt dat darmen knopen.
Wat zijn de delen v/h maagdarmstelsel?
Mondholte Bekleedt met gelaagd plaveiselepitheel.
Functies:
o “Betasten” en onderzoeken voedsel alvorens het inslikken.
o Mechanisch verkleinen voedsel (kauwen).
o Bevochtigen en vermengen voedsel met speeksel.
o Begint de vertering door enzymen in speeksel.
Begrenzing mondholte:
o Laterale begrenzing: wangen.
o Frontale begrenzing: lippen (labia); Ruimte tss wangen/lippen/gebit = vestibulum.
o Tandvlees (gingivae) omgeeft en bedekt de inplanting van gebitselementen.
o Bovenste begrenzing:
Harde gehemelte = palatum durum.
Zachte gehemelte = palatum molle.
o Onderste begrenzing: de tong - Verbonden met onderliggend epitheel d.m.v. tongriempje (frenulum linguae).
o Grens met oropharynx: - Tongbasis – huig (uvula).
TONG
Gespierd verplaatsen voedsel in mond).
Functies:
o Mechanische bewerking (samendrukken, likken, vervormen).
o Bewerking voedsel (hulpmiddel kauwen en klaarmaken om door te slikken).
o Onderzoek voedsel: tast-, temperatuur-, en smaakzintuigen.
SPEEKSELKLIEREN
Soorten:
o OorSK(glandula parotis) Laterale en achterste oppervlak onderkaak.
o OndertongSK (glandulae sublinguales) Onder slijmvlies v/d mondbodem.
o OnderkaakSK (glandulae submandibularis) Mondbodem mediaan v/d mandibula.
Samenstelling: 99,5% water + 0,5% vaste stoffen (slijmen, enzymen, ionen, IgA, lysosymen).
Hoeveelheid (1-1,5L/d) en productie ↑ tot 7ml/min. en pH gaat van 6,7 naar 7,5.
Keelholte/ Soorten:
farynx o Nasofarynx: