ARCHITECTUURGESCHIEDENIS
NEOSTIJLEN EN ECLECTICISME
CONTEXT
Neostijlen: teruggrijpen naar klassieke oudheid
Maatschappelijke context:
Ontstaan van industriële revolutie en van een industriële maatschappij (sociaal, economisch,
politiek)
- Kennis en industrie
➔ Statuut wetenschappers (kennis is macht) kennis is rationeler in renaissance
➔ Rationeel en analytisch (wereldbeeld veranderd)
o Standenmaatschappij weg
➔ Toegepaste kennis (landbouw, industriële revolutie)
- Sociaal-cultureel
➔ Liberté, Egalité, Fraternité & ontstaan bourgeoisie (men kan zichzelf opwerken in
sociale ladder)
➔ Bevolkingsexplosie (geneeskunde) & plattelandsvlucht (waar bevolking
onderbrengen?)
Politieke context
1830, ontstaan België (Sterke natievorming, inclusief identiteitsopbouw. Welke natie zijn we?
En hoe kunnen we onze identiteit legitimeren?)
Ruimere maatschappelijk context
- Ontstaan van industriële revolutie en van een industriële maatschappij (sociaal,
economisch, politiek)
➔ Eeuw van industrialisering en groei van wetenschappelijke kennis: nieuwe technieken,
nieuwe materialen, nieuwe productiemogelijkheden…sterke impact op de bouwsector
o Nieuwe typologieën
o Nieuwe materialen
o Meer bouwmogelijkheden
➔ Ijzerarchitectuur -> meer nood aan ingenieurs (technische kennis)
Opleiding tot architect
- Academie onderwijs (beaux-arts, schone kunsten)
➔ Studie van antieke bouworde, tekenen en modellen leren
➔ Prix de Rome:
o wedstrijd voor pas afgestudeerde architecten
o reisbeurs om naar Rome te reizen en daar klassieke architectuur te bestuderen
(later ook Athene) vroeg in 19e eeuw
,19e eeuwse noden:
- Nieuwe visie nodig om te beantwoorden aan maatschappelijke evoluties (industrialisering)
- Architectuur in vraag gesteld -> Professionalisering van bouwsector: opkomst van nieuwe
beroepen: ingenieurs, algemene aannemers, technische opleidingen, Opkomst van
nieuwe onderwijsvormen als resultaat, nijverheidsscholen
Evolutie opleiding & beroep
- Academie-onderwijs (Beaux-Arts)
- Ecole spéciale du Génie Civil in Parijs 1745 geeft ook aanleiding tot opleiding van
ingenieurs- opleiding te Gent in 1835 (later ook in Leuven en Brussel)
- Oprichting Sint-Lucasscholen vanaf 1862 voor kunstonderwijs (inclusief architectuur)
- Oprichting nijverheidsscholen (technische scholen) vanaf midden 19de eeuw:
professionalisering van bouwbedrijven
Nieuwe media & communicatiekanalen (tijdschriften, expo’s, salons (samenkomst van oa
kunstenaars om ideeën uit te wisselen, kennis op te doen)
➔ Doel: kennis laten zien
➔ Grote impact op architectuur
Stedelijke transformaties
- toenemende bevolkingsgroei maakt dat aandacht voor leefwaliteit toeneemt (hygiëne en
gezondheid, groen, …) maar ook nood aan meer en betere huisvesting en infrastrucuur
➔ landbouwers trekken naar stad door welvaart (hoe huisvesten, bouwlimiet bereikt)
- Groeiende stedelijke problemen
- Limieten bebouwde omgeving bereikt
- Verkeerscongestie
- Toenemende populatie (1840: 10 m2/persoon)
- Moeilijke levensomstandigheden en slechte levenskwaliteit
- Betere huisvesting en infrastructuur
Stadssanering Parijs: (onder leiding van George Eugène Haussmann (aangesteld in 1852,
stedenbouwkundige))
- Vroeger historische stadsstructuur (nu niet meer)
- Afbraak gebouwen voor brede wegen met uitzicht op monument
- Burgerij eist plek in stad
➔ Huisvesten hogere klassen
TYPOLOGIE
= gelijkenissen na vele observaties, kenmerken, ‘typisch’, is geen functie maar valt samen met
functie
Nieuwe bouwprogramma’s voor nieuwe noden en nieuwe levenswijzen.
- Nadenken over nieuwe typologieën / vernieuwen van typologieën om samenleving vorm
te geven:
➔ Gevangenissen, kazernes, scholen, volkshuizen, overdekte markten,
stationsgebouwen, winkelgalerijen, theaters, kerken …
, ➔ Herdenken van woning, woonarchitectuur afgestemd op diverse woonnoden en
financiële mogelijkheden: burgerwoningen, sociale woningen …
19e -eeuwse burgerwoning:
- 2 trappen
➔ 1 trap voor personeel (van kelder naar zolder)
➔ Personeel niet in privézone
➔ Soc/pol context te lezen in architectuur
➔ Gevel heel chique (financieel welzijn uitstralen), interieur minder afgewerkt
Nieuwe typologie en bouwprogramma’s:
School:
Via modelbouw nadenken over schoolprogramma’s
Mutueel (oudere jaren onderwijzen jongere jaren) onderwijs wordt klassikaal onderwijs
➔ Één grote zaal worden klassen
➔ Eisen gesteld over ventilatie, meubilair
o Opgelegde wetgeving
o Typische kenmerken per locatie
Paviljoenen:
Tonen veelzijdigheid van architecten en ingenieurs
Tentoonstellingspaviljoenen worden staaltjes van architectuur en ingenieurskunde
Economische groei vraagt om nieuwe economische ruimte (markthallen, beurzen,…)
Stationsarchitectuur:
Discussie rond spoorwegen:
- Pro:
➔ Sterk draagvlak voor innovatie: Koning Leopold II gewonnen voor spoorwegen
➔ Versterkt economische expansiemogelijkheden
- Contra:
➔ Economische belangen: Landbouw & Steenkoolindustrie: protest arbeiders Le Grand
Hornu wordt ook gehoord in het Parlement
➔ Protest tegen het inzeten van publieke middelen
➔ Reizigersbelangen (veiligheid)
Belgische industrialisering en urbanisering:
Motor:
- Snelle groei van fabriek -en mijnindustrie
- Snelle transformatie naar een exportgerichte, industriële economie gebaseerd op
grootschalige en gemechaniseerde productie-eenheden (katoen, wol, ijzer en steenkool).
- Transport is cruciaal in stads -en netwerkontwikkeling (voor vervoer van en naar fabriek)
, ➔ Transport vergt architectuur (stationsarchitectuur)
o Bv. Antwerpen centraal
o Antwerpen Centraal 1895-1905
o Lokettengebouw Architect Louis de la Censerie (spoorwegeningenieur)
o Multifunctioneel stationsgebouw:
▪ Trein, post en telegrafie
▪ Loketten, foyer, kantoren
o Impressionante architectuur:
▪ Eclectisch gebouw, geïnspireerd op station van Zwitserse Luzern
▪ Impressionante koepel (70H) voor lokettengebouw
▪ Symbolische verwijzingen naar stad Antwerpen en koning Leopold II
(leeuwen & initialen)
o Naast Gare Maritime (Tour & Taxis) enige overblijvende 19de-eeuwse
monumentale spoorweghallen.
STIJLDEBAT
Esthetische keuze, neostijlen
Midden 18e eeuw
- wijzigende sociale context:
➔ expliciete reactie tegen frivole barok en rococo architectuur
➔ historisme en rationaliteit worden sleutelconcepten, belangrijk
- technische innovaties vinden hun weg naar architectuur
- mijlpaal 1784: oprichting van Ecole des Ponts et Chaussées in Parijs,
- architectuur als ‘kunst en kunde’, versus architectuur als ‘technische opdracht’
Historisme
- voor neoclassicisme ‘klassieke oudheid’ terug enige bron van kennis en inspiratie voor
eigentijdse architectuur
- Kritiek op renaissance en barok: te veel kopiëren van de ‘vormen’, zonder de kern van
architectuur te bestuderen
- Belangrijke stimulans voor ontwikkeling van ‘archeologische’ discipline
Herucaneum (1738) en Pompei (1748) -> opgravingen
Spilfiguren: Johann Joachim Winckelmann (1717-1768)
Pro-Griek
Klemtoon op belang van Griekse kunsten
Via schrijven analyse overbrengen
Giovanni Battista Piranesi (1720-1778)
Pro-Romein
Visueel (tekeningen) analyse overbrengen
➔ Strijd (polemiek) tussen beiden, vonden allebei eigen geschiedenis belangrijkste