H1: Inleiding tot de industriële productietechnologie
Duurzaamheid
- 1987: Gro Harlem Brundtland
o Ontwikkeling waarbij we voldoen aan de behoeftes van de huidige generatie zonder de
kansen van de toekomstige generaties om aan hun behoeftes te voldoen af te pakken
- Rekening houden met MVO 3 pijlers, 3 P’s
o Economisch: Profit (laatste tijd Prosperity = welvaart)
o Ecologisch: Planet
o Sociaal: People
- Nu: SDG’s door VN hoe duurzaamheid garanderen op 17 vlakken
1. Omschrijving en situering
- Productie: de voortbrenging van maatschappelijke goederen, de bevrediging van de
maatschappelijke behoefte (zonder behoefte geen productie)
- Technologie: de leer van de bewerkingen die natuurproducten moeten ondergaan om ze ten
dienste van de industrie te laten functioneren / leer van hulpmiddelen en methoden die met
fabricage samenhangen
o Wordt gebruikt om de behoefte te vervullen
o Toegepaste wetenschap geen wetenschap maar gebruikt wetenschappelijke kennis
- Productietechnologie: op een systematische manier toepassen van wetenschappelijke kennis en
inzichten om een maatschappij of gemeenschap te voorzien van hun behoeften en verlangens, in
termen van goederen en diensten (samen producten)
o Engels: manufacturing
o Groot deel geautomatiseerd en computergestuurd
- Succesfactoren van een economisch systeem
o Slimme innovatietechnologie (R&D zorgt voor innovatie en vernieuwing)
o Energiezuinigheid
o Duurzaam materiaalbeheer
o Globalisering (veroveren van internationale afzetmarkten)
,- Goederen: tastbaar
o Consumentengoederen: gekocht door particulieren
o Kapitaalgoederen: gekocht door bedrijven om G&D mee te maken (bv. gebouwen,
machines)
- Manufacturing / industriële productie: verschillende standpunten
o Technologisch: grondstof eindproduct of halffabricaat dmv verschillende processen
Mechanische, thermische, fysische of (bio-)chemische processen
Product verandert van vorm, eigenschappen, samenstelling…
Vaak ontstaat een afvalstroom (tegenwoordig nevenstroom zie cradle to cradle)
o Economisch: beginproduct vermarktbaar product door creëren van TW
- Indeling van de economische activiteit in verschillende sectoren
o Primaire sector: landbouw, veeteelt, jacht, visserij, delfstoffenwinnning grondstoffen en
voedsel
o Secundaire sector: verwerking van grondstoffen (industriële productie)
o Tertiaire sector: dienstensector, verkoop aan consument van producten uit secundaire
sector
o Quartaire sector: niet-commerciële dienstverlening (vaak door subsidies overheid)
- Meer gedetailleerde classificatie door Europees parlement = NACE
o Gebruikt voor de verspreiding van statistieken
o Kent aan elke economische activiteit een code toe (ook gebruikt om nieuwe onderneming te
registreren)
Niveau 1: sectie: lettercode
Bv. industrie = sectie C
Niveau 2: afdeling: 2 cijfers (bv 10)
Bv. sectie C heeft 24 afdelingen
Niveau 3: groep: 3 cijfers (bv 10.1)
Niveau 4: klasse: 4 cijfers (bv 10.11)
- Wereldwijd overkoepelende classificatie = ISIC
o Opgericht door VN
o Secties p 3 (niet vanbuiten te kennen)
2. Historische context
- Eerste industriële revolutie = ontstaan van industriële productie
o Eind 18e eeuw
o Stoommachine = zeer grote hoeveelheden energie beschikbaar op één plaats
o Begin van de opkomst van de mechanische industrie
o Opkomst grote industriële bedrijven ipv kleine ambachtelijke bedrijfjes
o Georganiseerd samenbrengen van PF (arbeid, machines, gereedschappen)
o Opkomst van spoorwegen en stoomscheepvaart stimuleert transport van Gs en materiaal
- Tweede industriële revolutie
o Eind 19e – begin 20e eeuw
o Elektrificatie = op grote schaal elektriciteit opwekken = massaproductie
o Vervanging ijzer door staal
o Ontwikkeling verbrandingsmotor energie uit chemische reactie (verbrandingsmotor)
- Derde industriële revolutie
o Net na WOII
o Evolutie in ruimtevaart, micro-elektronica & informatietechnologie (opkomst pc’s)
, o Automatisatie en globalisering
- Vierde industriële revolutie = smart factory 4.0
o Digitalisatie / high-tech strategie
o Nieuwe technologieën en concepten binnen de kennis- en maakeconomie
- Nanotechnologie
o Nauwkeurigheid waarmee productiebewerkingen worden uitgevoerd neemt toe =
miniaturisatie
Eerst microtechnologie, later nano (1 nm = 10 -9 m)
o Kennis en gedrag (manipuleren, meten, plaatsen…) van materialen op nanoschaal
o Zorgt voor ontwikkelen nieuwe en technologisch aantrekkelijkere producten
o Bv. bestrijden van tumoren, ontwikkeling medicijnen, batterijen, kleinere computerchips
- Biotechnologie
o Studie en het gebruik van levende organismen (planten, dieren, micro-organismen), al dan
niet genetisch gewijzigd, voor de productie van chemische stoffen, materialen en bio-
energie
o Kennis DNA
o Groene biotechnologie: landbouw en voeding (groot in Vlaanderen)
o Witte biotechnologie: toepassingen in industrie materialen en energie voortbrengen
o Rode biotechnologie: toepassingen in de geneeskunde
o Blauwe biotechnologie (recentst): toepassingen in (marine)milieu sanering, lucht, bodem,
water
3. Produceren in een industriële omgeving
- Grote bedrijven = verschillende bedrijfssoorten, bv. productontwikkeling, productie, marketing,
verkoop
3.1. Productontwikkeling
- Productontwikkeling = productplanning + productontwerp
o Productplanning = signaleren van behoeften consument + zoeken naar ideeën en concepten
van nieuwe producten (taak marketingafdeling)
Wanneer best markt betreden?
Gegevens over eigenschappen van het product
Taak van marketing
o Productontwerp: uitwerken van concepten tot gedetailleerde ontwerpen (mbv technische
tekeningen en productgebaseerde productmodellen)
Info over vorm, afmetingen, materialen van het product
Waar vind je de grondstoffen, hoeveel energie is er voor nodig
Rekening houden met stakeholders
Programma van eisen = lijst van mogelijke verwachtingen van alle stakeholders
wordt in relatieschema gegoten (verbanden zoeken tussen functie, materiaal en
processen)
Nood aan vakkennis en sociale vaardigheden
Rekening houden met nodige technologische processen bij de productie
- Levens cyclus analyse = LCA (zie ppt slide 12)
o Productontwikkeling productie distributie verkoop gebruik terugname uit de
markt)
o Komende fasen van de cyclus moeten betrokken worden bij ontwerp product
, Lineaire economie circulaire economie
o Ontwerp maken volgens het Design for Reuse of Design for Recycling principe
o Inzetten op resource recovery = terugwinnen van grondstoffen uit afvalstromen en
gebruiken voor andere toepassingen
- Productkentallen uit een marketinggerichte context
o Productlevenscyclus = tijdsduur waarin een product succesvol kan verkocht worden 4
fasen
Fase 1. R&D: Na ontwikkeling gaan verkoopcijfers omhoog (als het product aanslaat)
er is nog geen sprake van concurrentie = monopolie
Fase 2. groei: andere bedrijven ontwikkelen gelijkaardig product, proberen het zelf te
verbeteren concurrentie obv eigenschappen
Fase 3. Massaproductie: product is volledig ontwikkeld, er zijn weinig verschillen tussen
producten van verschillende bedrijven concurrentie obv prijs
Fase 4. Terugname uit de markt: er zijn nieuwe en betere producten beschikbaar dus
het product wordt niet meer geproduceerd einde productlevensduur
o Ontwikkelingstijd = tijdsduur van het ontwikkeltraject tot een productierijp ontwerp
o Productlevensduur = gemiddelde levensduur van een exemplaar van een product
o Totaalserie: aantal stuks dat van één model geproduceerd wordt
Cradle to cradle = wieg tot wieg = C2C
- Grondleggers: Braungart & Mc Donaugh
- Downcycling: telkens als we een product recycleren is er kwaliteitsverlies
o Na enkele recyclages moet afval toch gestort worden = cradle to grave
- Nood aan upcycling = recyclage zonder kwaliteitsverlies
o Afval bestaat niet, waste = food
- Al bij productontwerp moet je denken hoe je je product na gebruik zal kunnen afbreken en
recycleren = biodegradeerbaarheid
- Deze circulaire economie is nog niet gerealiseerd
3.2. Productie technologisch bekeken: het productieproces en de procestechnologie
- Productieproces: reeks van gebeurtenissen, geordend in de tijd, waarbij een ingangsproduct
wordt omgezet in een gewenst uitgangsproduct, met TW
o Stuksproductie: er wordt slechts één, uniek product geproduceerd arbeidsintensief &
klantgericht duur (bv. kunstwerk)
o Serieproductie: meerdere producten per keer worden vervaardigd grotere machines,
weinig klantgericht*, weinig arbeidsintensief minder duur
*Mass-customization zorgt dat klantspecifieke behoeften op grote schaal toch verwerkt
kunnen worden
o Continue of flowproductie: productieproces dat (bijna) nooit stopt bulkproducten in
grote volumes fabrieken draaien continu automatisering, weinig arbeid = lage kostprijs
Level production: in geval van vaste capaciteit en evenredige bezetting
- Technische productiesystemen: keuze en volgorde van bewerkingen worden door de mens
bepaald
- Natuurlijke productiesystemen: slechts kleine invloed van de mens mogelijk (bv. fotosynthese)
- Materiaal- en energiestromen omzetten in producten gebeurt door een aaneenschakeling van
eenheidsoperaties of eenheidsprocessen al deze samen vormen het productieproces
o Deze operaties zijn onafhankelijk de sector of het eindproduct vrij gelijkaardig