NLK I Geertje Hutsebaut 2022-2023
NEDERLANDSE TAALKUNDE I
SAMENVATTING SYLLABUS
INLEIDING
NLK reikt van 1430 – 1700; rederijkers – renaissance – barok – classicisme
HOOFDSTUK I
INLEIDING
Scharniermomenten naar de rederijkers
Theaterstaat (blijde inkomst = vorm van theater) waarbij vorst deze gebruikt als ‘machtmiddel’ aka
eerbied betuigen aan de stad & omgekeerd
Voorgeschiedenis van verandering:
1. Bourgondische eenmaking van de Nederlanden
2. Cultuur verandert op snijvlak tussen hof en stad
3. Groter aandeel wereldlijke literatuur
4. Van voorschrift naar druk
Driestandenmaatschappij tot 1430:
1. Clerus
2. Rijken/adel
3. Boeren
4. Handelaars/burgerij
Hofschrijver behoort niet tot de adel
Poorters (gewone mensen) mochten vestigen in stad, hebben privileges, maar
moeten afkopen bij de heer (hogere stand)
Hangt dus vast in soort netwerk waarbij ieder binnen eigen stand blijft, maar wel in contact met ander
De rederijkersliteratuur en -cultuur (1430-1550)
= als gilden of broederschappen georganiseerde dicht- en toneelgezelschappen
= “camers van rhetoryken”
Met een performant (goed presterend) karakter van de literatuur en de spektakelcultuur zoals in de
eigen specifieke poëtica en de sociale organisatievormen (rederijkerskamers, rederijkersfeesten, dicht-
en toneelcompetities) als door de genologische keuzes (refrein, rondeel, lied, ballade, toneel) en de
verbeeldingsmiddelen (gebruik allegorische figuren, blazoenen, rebussen, memoratieve schemata)
Rederijkersgezelschappen aan het begin van de 15de eeuw, zijn ontstaan in stedelijk verband en hebben een
eigen functie & betekenis tov. de verschillende georganiseerde vormen van literatuurbeoefening in de stad.
Herman Pleij, het gevleugelde woord;
Nieuwe leefomgeving van de stad vroeg eigen literaire expressie, vormgeving, thematiek en
organisatie.
1
,NLK I Geertje Hutsebaut 2022-2023
Rederijkerskamers
= exponenten van elitaire cultuurbewegingen die zich bedienden van het woord
= ook op platteland, maar dan in dorpen. Deze concentreerden zich op het primair beleven
van de devotie aan de hand van teksten, voorstellingen in groepsverband
Stedelijke kamers hadden meer pretenties, zochten de wereld op en speelden een rol bij
stedelijk vertier en plechtigheden rond de landvorst (hoofd van het land) en zijn familie.
+ omvangrijk repertoire van zinnespelen (ernstige toneelspelen)
Deze literaire institutionalisering, voor het eerst in de letterkunde van de moedertaal was het gevolg van…
1) Cour amoureuse = liefdeshof waar rederijkers zich vestigden in de stad
2) de puys (podia) in Noord-Franse steden waarop stad gespeeld werd
3) Brabantse en Vlaamse steden stimuleerden ook georganiseerde literaire activiteiten die niet exclusief
op literatuur gericht waren, maar met teksten werkten in groter verband
4) er bestonden al een groot aantal feestgezelschappen op semipermanente basis
a) wijkgezelschappen waren verbonden aan specifieke stadswijken en traden naar buiten tijdens
Vastenavond vieringen & andere feestrituelen. Deze bestonden uit vertoningen met een literair
karakter, spreuken bij een stille vertoning & wagenspelen.
b) plaatselijke schutterijen die esbattementen (korte, komische toneelstukken) speelden & andere
kortere toneelwerken vertoonden (zoals overgenomen door rederijkers)
c) geestelijke broederschappen, ambachtsgilden en neringen (beroepsverenigingen) vertoonden
theater en openbare verbeeldingen bij ommegangen & blijde inkomsten (intrede van de
landvorst)
d) semiprofessionele groepjes van voordragers en toneelspelers die een andere ambacht
uitoefenden. Deze waren vooral actief op de hoogtijdagen (belangrijke feestdagen) van de kerk &
andere feestelijkheden.
e) De jongeren domineerden de wijkgenootschappen en het Vastenavond vertier. Toch
organiseerden ze ook periodieke charivarirituelen (ritueel waarbij een individu of een stel dat de
sociale gedragsnormen had overtreden werd bespot en bestraft. Eer werd een optocht gehouden
met ‘ketelmuziek’, spottende toneelstukjes, spotliederen en gejoel van omstanders) met een
alternatieve rechtspraak met oog op eigen belangen. Ze manifesteerden zich bovendien als
leerlingen van de plaatselijke Latijnse school, die in het Latijn toneel speelden en door de stad
beloond konden worden
1.2 DE REDERIJKERS
Namen- en termenlijst
De Fonteine
Blazoen stelt fontein met 3 spuiers voor, die staan voor de Goddelijke Drievuldigheid
= milde, onuitputtelijke bron voorziet God Zijn dienaren van de genadegaven nodig geacht om tot de ware
volmaaktheid te komen
De statuten
Melancholie - Kwalijke invloeden op lichaam en geest, waarbij de
duivel bezit van je ziel probeert te nemen.
Luiheid - De moeder van alle kwaad beschouwen
Goddelijke Drievuldigheid - God de Vader – de Zoon, Christus – de Heilige
Geest
Hoofdstad - De sterkst bevolkte stad in de Nederlanden tijdens
de Middeleeuwen
STRUCTUUR De Fonteine
2
, NLK I Geertje Hutsebaut 2022-2023
‘upperste in regemente’ - Bestuurder
De bode - Verantwoordelijk voor het bijeen roepen van de
leden
Blazoen - Wapenschild met spreuk en zinnebeeldige
voorstelling
Uniform - Geborduurde voorstelling van het blazoen op de
gildekleding
‘capproen’ - Kap met schouderkraag
‘devize’ - Devies of kernspreuk
VERANDERINGEN IN STRUCTUUR
‘facteur’ - Zorgt voor de te spelen of voor te dragen teksten
‘prince d’amours’ - Leider van de dichtwedstrijden, toneeloefeningen
en -vertoningen
Vaandrig - Vaandeldrager
WAT ZO BELANGRIJK AAN DEZE KAMER?
‘Refrain’ - Refrein
‘hoedekin’ - Krans
Navolging van het ‘Refrain’ - Gedicht met evenveel verzen, hetzelfde
rijmpatroon & dezelfde refrein- of stokregel
‘gheselscip vander const van Rethoriquen’ - Rederijkerskamer
Puy - Podia
Cour amoureuse - < Zuid-Frankrijk, zelfde als fin’amors of hoofse,
onbereikbare liefde
- Opvoering door hovelingen
De Gentse rederijkerskamer De Fonteine
9 december 1448:
Gentse stadsbestuur keurt de statuten goed die De Fonteine had voorgesteld
De statuten opent met drievoudige motivering - Belang & nut van die bezigheden tegen melancholie
en als middel tegen luiheid
- Aanbidding en verering de goddelijke
Drievuldigheid
- De meeste steden in Vlaanderen reeds zo’n
gezelschap, maar niet in Gent, als hoofdstad
De Fonteine was dus zeker niet de eerste organisatie
gewijd aan literatuur te Gent!!
Nieuw reglement verschafte jonge gezelschap een bestuurlijke - Al wie bedreven is in een ‘const’ of
houvast & grotere interne samenhang, De Fonteine was bijzonder prestige geniet
namelijk een zeer open gezelschap - Geëiste reglement en het oordeel van de
bestuurders respecteren, anders een
financiële sanctie!
STRUCTUUR De Fonteine
Periodiek te verkiezen bestuur - Om 2 jaar verkozen ‘upperste in regemente’ en een raad van 4 personen.
- Deze kozen dan een klerk en een bode.
- Titel van de bestuurder zou uiteindelijk ‘prince’ worden
blazoen & uniform - Om 2 jaar Fonteinisten nieuwe ‘capproen metter devize’ aankopen
Kerkelijke & devotionele - Eigen altaar, patroonsfeesten, kerkdiensten, zielenmissen, dooschulden…
3