H7

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
H5+6

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
Tout pour ce livre (237)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Taal
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
anouckdejager01
Aperçu du contenu
Kennisbasis spelling
De leerinhoud
Elementaire spellinghandeling:
Deze spellingstrategie bestaat uit de volgende stappen:
- het gesproken woord auditief analyseren in afzonderlijke fonemen, bijvoorbeeld in het woord /tuin/ de fonemen /t/, /ui/
en /n/;
- de volgorde van de fonemen onthouden;
- de juiste grafemen koppelen aan de fonemen, bijvoorbeeld t aan /t/;
- het hele woord schrijven tuin.
De elementaire spellinghandeling is te beschouwen als het spiegelbeeld van de elementaire leeshandeling, waarin het
geschreven woord tuin wordt omgezet in het gesproken woord /tuin/.
Spellingstrategieën:
Meestal wordt er neen indeling gemaakt in direct en indirecte spellingsstrategieën.
Directe spellingsstrategie: De spellingsregels is geautomatiseerd, Je kunt het woord goed schrijven zonder er te veel over
na te denken.
Indirecte spellingsregels (Huizinga,2003):
- Fonologische strategie: (auditieve strategie), een woord in afzonderlijke klanken en of klankengroepen verdelen.
Als een woord auditief wordt geanalyseerd (in spraakklanken foneem voor foneem) dit noem je de elementaire
spellingshandeling
Als je een woord in klankgroepen gaat verdelen analyseren gebruik je de klankclusterstrategie
- Woordbeeldstrategie: (visuele strategie) doet beroep op het woordgeheugen.
Vooral bruikbaar bij leenwoorden en woorden die klanken bevatten met klanken die je op
meerdere manieren kunt schrijven (ei-ij, ou-au ect.)
- Regelstrategie: Bij het schrijven van niet klankzuivere woorden een spellingsregel toepassen.
- Analogiestrategie: Een woord schrijven door het te vergelijken met een ander woord. Je leert het woord schrijven
door zelf een regelmaat te ontdekken, je hebt hier geen regel voor geleerd.
Je vergelijkt aan de hand van overeenkomsten in de klankvorm en op basis van overeenkomsten in
de betekenis.
- Hulpstrategie: Gebruik maken van zelfbedachte geheugensteuntjes of ezelsbruggetjes
Hulpmiddelen correcte spelling:
- De woordenlijst Nederlandse Taal (het groene boekje) hier staat alleen in geschreven hoe je een woord schrijft
niet wat het betekent.
- Op de computer kun je de hulp inschakelen van een spellingschecker.
Spellingattitude: Het belangrijk vinden dat je tekst er verzorgd uitziet, dus zonder spelfouten.
- Als taalgebruiker is het belangrijk om ook de feitelijk correctie spelling te hanteren.
- Een positieve spellingattitude (spellingsbewustzijn) kan worden gestimuleerd door leerlingen veel de gelegenheid
te geven om zelf teksten te schrijven. Te controleren en te corrigeren. Hierdoor leren leerlingen zelfstandig-
spelling- en interpunctiefouten onderkennen en corrigeren.
Klankzuivere woorden:
Fonologisch principe: een foneem weergeven als een grafeem is de basis van de Nederlandse spelling. Woorden die
volgends het fonologisch principe worden geschreven noem je klankzuivere woorden.
- De schrijfwijze van veel woorden wijkt echter af. Deze woorden noem je ook wel niet-klankzuivere woorden.
, Spellingscategorieën:
Nederlandse spelling kun je onderscheiden in veranderlijke en onveranderlijke woorden.
Een indeling in een klein aantal veelomvattende spellingscategorieën levert het Expertisecentrum Nederlands:
- Clusters van medeklinkers (schr-, -rnst);
- Specifieke spellingpatronen (-uw, -eeuw, -oei, -nk);
- Woorden met historisch afgeleide schrijfwijzen met ei/ij, au/ou, c/k;
- Woorden met open en gesloten lettergrepen (bomen - bommen);
- Samenstellingen (inclusief tussen-n en –s: pannenkoek, stationsstraat);
- Meervouden en verkleinwoorden (schip-schepen, duim-duimpje);
- Achtervoegsels (gevaarlijk-heerlijk, aardigheid-volledigheid);
- Woorden met apostrof (komma’s, thema’s);
- Woorden met deelteken (trema) en koppelteken (ideeën, Noord-Brabant).
Werkwoordspelling:
De spelling van de werkwoorden wordt in het algemeen als moeilijk ervaren. Die moeilijkheid kent onder meer de volgende
oorzaken:
Toepassen van verschillende spellingprincipes
In de werkwoordsvorm hij vindt schrijven we een d vanwege het principe van gelijkvormigheid: in het hele werkwoord
vinden horen we een d, dus in de korte vorm vindt schrijven we ook een d. In de werkwoordsvorm hij vindt schrijven we
een t aan het eind vanwege het principe van de overeenkomst: we schrijven vindt met een t omdat we dat
bij loopt en werkt ook doen.
Toepassen van basaal grammaticaal inzicht
De spelling van een werkwoord is ook afhankelijk van andere woorden in een zin. Om uit te maken hoe je /vind/schrijft,
moet je nagaan wat het bijbehorende onderwerp is. Is het onderwerp ‘ik’, dan moet je alleen het principe van
gelijkvormigheid toepassen: ik vind. Is het onderwerp ‘hij’, dan moet je ook nog het principe van de overeenkomst
toepassen: hij vindt. Voor de werkwoordspelling moet je met andere woorden weten wat het ‘onderwerp’ en de
‘persoonsvorm’ in een zin is, en wat de relatie is tussen die zinsdelen.
Domeindidactiek
Correct spellen:
- De leerkracht moet laten zien hoe het moet. In het schriftelijk materiaal dat de leerlingen wordt aangeboden
mogen geen spellingsfouten zitten. Bij twijfel raadpleegt een leraar altijd een geschikt hulpmiddel.
- Een leraar die zelf aandacht besteed aan correcte spelling draagt bij aan en positieve spellingattitude.
Instructieprincipes onveranderlijke woorden:
Visuele inprenting (visueel dictee of flitsen): de leerlingen krijgen het woord eerste te zien doormiddel van bijvoorbeeld
een woordkaart, ze spreken vervolgens het woord uit en schrijven het op zonder visuele ondersteuning. Tenslotte
vergelijken ze het de geschreven tekst met datgene wat er op het kaartje staat.
- Te gebruiken voor woorden waarvan de spelling niet te redeneren is (Etymologisch principe.) hierbij kun je
denken aan ei-ij, ou-au, c of k of s.
Analogie: uitgaand van een grondwoord (kapstokwoord, voorbeeldwoord, net-als-woord) leren de leerlingen nieuwe
doelwoorden aan.
Regel: spelling wordt aangeleerd doormiddel van een regel
- Deductief: de leerkracht reikt hem aan
- Inductief: kinderen stimuleren om het zelf te ontdekken
Instructieprincipes werkwoordspelling:
Analogie: de leerkracht leert doormiddel van voorbeeldwoorden de verschillende werkwoordcategorieën aan. Dit wordt in
een werkwoordschema aangeboden. Hierin staan ook mogelijke vervoegingen en andere schrijfwijzen. De leerlingen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anouckdejager01. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.