Plaatsten op aarde worden gevormd door elementen. 4 ‘sferen’ vormen samen de aarde.
- De atmosfeer - de luchtlaag rondom de aarde, waarin ook het weer plaatsvindt.
- De lithosfeer - het buitenste deel van de aardkorst, met het reliëf, de bodem en de ondergrond
- De hydrosfeer - al het water op aarde, waaronder het grondwater en land- en drij js
- De biosfeer - al het leven op aarde, waaronder mensen planten en dieren
De sferen vormen een samenhangend geheel :
een systeem.
De waterkringloop en de gesteentekringloop
bevinden zich geheel in de hydrosfeer en de
lithosfeer.
Koolstof verplaatst zich gedurende de
koolstofkringloop tussen verschillende sferen:
planten, die onderdeel zijn van de biosfeer,
nemen koolstof op uit de atmosfeer en zetten
dit om in suikers.
Fossiele planten vormen uiteindelijk steenkool
(lithosfeer), en de koolstofdioxide komt na
verbranding weer in de atmosfeer terecht.
Betekenis tussen ‘aarde’ en ‘wereld’ zijn niet hetzelfde.
Aarde - beslaat onze planeet en de fysieke kenmerken ervan.
Wereld - wordt het geheel aan mensen en samenleving bedoeld.
Om de ligging van een plek op aarde aan te geven, wordt er gebruikgemaakt van relatieve
ligging of van absolute ligging.
Relatieve ligging - wordt verwezen naar de locatie ten opzichte van andere plaatsen
Absolute ligging - worden de geogra sche coördinaten gebruikt om de ligging ten opzichte van
de evenaar en de nulmeridiaan aan te geven.
De evenaar ligt precies tussen de noordpool en de zuidpool en
verdeelt de aarde in een noordelijk en een zuidelijk halfrond.
De horizontale lijnen op een kaart of globe (wereldbol) heten
breedtegraden of parallellen. Ze lopen evenwijdig aan de
evenaar. Op elk halfrond zijn er 90 breedtegraden. De noordpool
ligt op 90 graden NB (Noorderbreedte), de zuidpool op 90 graden
ZB (Zuiderbreedte). Plaatsen op lage breedte liggen dicht bij de
evenaar en plaatsen dicht bij de noordpool of dicht bij de zuidpool
liggen op hoge breedte (de breedteligging)
Om aan te geven hoe oostelijk of westelijk een plaats ligt (de
lengteligging), wordt aangegeven waar deze zich bevindt ten
opzichte van de nulmeridiaan. Er zijn 180 meridianen die ten
oosten van de nulmeridiaan liggen, op het oostelijk halfrond OL
(oosterlengte). Ten westen van de nulmeridiaan, op het westelijk
halfrond, liggen ook 180 meridianen WL (westerlengte.
Meridiaan - een meridiaan verbindt alle punten waar de zon
tegelijkertijd op haar hoogste punt staat. Rond de evenaar is de
aarde verdeeld is 360 graden, die vanaf een nulmeridiaan worden
uitgemeten, en aangeduid worden in graden (van 0 tot 180)
fi fi
, De aarde is een planeet: een hemellichaam dat draait rond een (lichtgevende) ster. In ons geval is
die ster de zon, een hete gasbol op een afstand van 150 miljoen kilometer.
De zon, 8 planeten die daaromheen draaien, 70 manen die rond de planeten draaien, vormen
samen het zonnestelsel.
Verschillende manieren waarop de bewegingen in het zonnestelsel op aarde merkbaar zijn:
- De aarde draait in een etmaal een rondje rond haar eigen as (aardrotatie). Daardoor zijn er
verschillen in dag en nacht.
- Zon komt op in het oosten.
- Zon gaat onder in het westen.
- Dit komt doordat de aarde vanaf de noordpool gezien tegen de klok in draait.
- Alle tijdzones zijn 15 lengtegraden breed (tweemaal 180 graden in 24 uur)
- Grenzen van tijdzones vallen doorgaans samen met landsgrenzen
- De aarde draait in een jaar een cirkel rond de zon
(aardbaan). De aardas staat een beetje scheef ten
opzichte van de zon. Hellingshoek is 23,5 graden.
Daardoor vallen de zonnestralen niet altijd loodrecht
op de evenaar. De helft van het jaar ten noorden
ervan en de andere helft ten zuiden ervan.
- Loodrechte stand van de zon beweegt tussen:
- Kreeftskeerkring op 23,5 NB (in juni)
- Steenbokskeerkring op 23,5 ZB (in december
- Zo ontstaan seizoenen.
- Midzomernacht op 21 juni in het
noordpoolgebied
- Poolnacht op 21 december in het
noordpoolgebied
- Rond de zuidpool is het precies andersom
- De getijden ontstaan door de aantrekkingskracht
van de maan. Die draait in een cyclus van 27 dagen
rond de aarde. Bij grote watermassa’s is die
zwaartekracht merkbaar doordat een ‘bult’ aan
water ontstaat aan de kant van de maan. Precies
aan de andere kant van de aarde ontstaat ook een
waterbult. Meer krachten spelen een rond
waaronder de snelheid waarmee de aarde en de
maan ronddraaien. De waterbult aan de andere kant
dan waar de maand staat, wordt veroorzaakt door
water dat door de snelle draaiing naar buiten geslingerd wordt.
- Vloed - wanneer het water omhoog komt.
- Eb - op plekken waar de bult weer afneemt
- Twee keer per etmaal hoogwater, twee keer laagwater.
- Eb en vloed komen elk twee keer voor en duren ongeveer 6
uur per keer
Veel processen in de lithosfeer, zoals vulkanisme en
gebergtevorming, ontstaan door endogene krachten: bewegingen
die ontstaan binnen in de aarde.
De aardkern bestaat uit een binnenkern van
vast ijzer (iets groter dan de maan,
temperatuur meer dan 6000 graden). De
buitenkern is vloeibaar. Daaromheen zit een
vaste aardmantel. Het buitenste deel van de
aardmantel (dikte 250 km) is taai-vloeibaar
(asthenosfeer) Heet gesteente stijgt hierin
met een tempo van enkele cm per jaar op en
stroomt naar opzij. De afkoeling zorgt voor
daling. Hierdoor kan dit proces continu
doorgaan. Deze bewegingen heten
convectiestromingen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alissavisch. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,86. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.