Samenvatting Geschiedenis vwo 6 historische contexten hoofdstuk 2 de verlichting in theorie en praktijk Geschiedenis Werkplaats CE
55 vues 3 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting geschikt voor leerlingen uit vwo 6. In deze samenvatting is hoofdstuk 2 ' De verlichting in theorie en praktijk' samengevat en onderverdeeld in de volgende paragrafen:
§1 Verlichte denkbeelden ()
§2 Revoluties in Amerika en Frankrijk ()
§3 Politieke cultuur in de 19e...
Historische Contexten Hoofdstuk 2
De verlichting in theorie en praktijk
§1 Verlichte denkbeelden (1650-1789)
6) De wetenschappelijke revolutie
6) Het streven van vorsten naar een absolute macht.
7) Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle
terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale
verhoudingen.
7) Voortgaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur
een eigentijdse verlichte vorm te geven (verlicht absolutisme).
De Duitse filosoof Immanuël Kant schreef dat verlichting de bevrijding van de
mens is uit de onmondigheid (het niet in staat zijn om je verstand zonder leiding
van anderen te gebruiken). ‘Durf te denken en heb de moed je eigen verstand te
gebruiken.’ De vrijheid werd volgens Kant overal beperkt. ‘Het openbaar gebruik
van het verstand moet altijd vrij zijn, alleen dan kan verlichting onder de mensen
tot stand komen.’
Traditionele christelijke denkbeelden werden al sinds het einde van de
middeleeuwen ter discussie gesteld. Het westerse denken was ondergeschikt aan
geloof en traditie. Men was volkomen afhankelijk van God. Door de toename van
kennis kwamen er andere denkwijzen:
- In de renaissance onderzochten wetenschappers met humanistische
analyse de betekenis van teksten uit de oudheid.
- Ontdekkingsreizigers kregen meer kennis van de wereld buiten Europa.
- Door verbetering van ambachtelijke technieken kregen Europeanen de
natuur meer onder controle. Zo konden de Nederlanders hun land tegen
water beschermen met betere windmolens.
- Empiristen (John Locke) stelden dat kennis voorkomt uit waarneming en
ervaring.
- Rationalisten (René Descartes) zagen de rede (logica) als belangrijkste
bron van kennis.
Bovenstaande punten droegen bij aan de wetenschappelijke revolutie van de 17 e
eeuw, met als hoogtepunt de natuurwetten van de Engelsman Isaac Newton.
De wetenschappelijke revolutie zorgde aan het eind van de 17 e eeuw voor
optimisme om met het verstand en onderzoek alles te begrijpen en te verklaren
en om de wereld te verbeteren. Zo ontstond er een beweging die het verstand
(de ratio) gebruikt op alle terreinen van de maatschappij: de verlichting. Alles
moest redelijk zijn en wat hier niet aan voldeed moest verworpen worden.
Er werd tijdens de verlichting vaak gedebatteerd over de plaats van godsdienst in
de samenleving:
- Voorheen werd er gedacht dat de staat het ware geloof moest beschermen
en dat de kerk de naleving van de godsdienstige wetten moest af dwingen
(ketterij bestrijden).
- Door de reformatie lag de nadruk meer op het individuele gevoel. Volgens
Luther en Calvijn waren mensen individueel verantwoordelijk tegenover
, God, maar ze vonden ook dat de overheid de ware godsdienst moest
bevorderen.
- Verlichte denkers stelden dat het geloof helemaal ligt bij het individu en
dat mensen zelf moesten kunnen kiezen wat ze geloofden. Ze benadrukte
het belang van vrijheid en tolerantie.
- John Locke streefde naar een scheiding van kerk en staat, want de staat
wist niet wat het ware geloof was en moest zich niet met het geloof van
zijn onderdanen bemoeien. Zelfstandig denkende mensen konden alleen
zelf bepalen wat ze geloofden.
Ideeën over de samenleving:
- Volgens de traditionele christelijke opvatting was de mens van nature
zondig, dus lag bij opvoeding en onderwijs de nadruk op het straffen. Zo
kunnen kinderen leren hun ‘zondige natuur’ in bedwang te houden en zich
te houden aan de regels.
- De verlichte denker Jean Jacques Rousseau geloofde dat de mens van
nature goed was en dat de maatschappij slecht was (leugens,
ongelijkheid). Zijn ideale opvoeding is in de natuur, zonder straf of dwang
en zonder godsdienstonderwijs.
- Volgens de verlichte denker Locke was een mens bij de geboorte ‘een
onbeschreven blad’. Opvoeding en omstandigheden bepaalden of het kind
later goed of slecht werd. Opvoeders konden kinderen beter helpen om
hun eigen interesses te ontwikkelen, i.p.v. dwang voor dingen die de
kinderen niet wilden.
- Veel verlichte denkers waren aanhangers van de vooruitgangsgedachte en
geloofden in maatschappelijke vooruitgang. Toch was er onder hen ook
twijfel over of het verstand de mensen gelukkiger en de wereld beter kon
maken. Armoede, gebrek en andere ellende was volgens hun domheid en
achterlijkheid. Daarom dachten ze dat misstanden bestreden konden
worden met opvoeding, onderwijs en verspreiding van kennis.
Ideeën over de politiek:
- Volgens traditionele opvattingen was een rechtvaardige samenleving
geordend naar Gods wil, met gegeven soevereiniteit van God aan de
koning. Volgens Lodewijk XIV betekende dit droit divin (goddelijk recht)
dat hij absolute macht moest hebben en zich alleen tegenover God hoefde
te verantwoorden. Verschillende groepen hadden verschillende rechten en
iedereen had zijn eigen plaats.
- Verlichte denkers als Locke en Rousseau gingen uit van natuurrechten:
alle mensen zijn vrij en gelijk geboren en hebben natuurlijk recht op leven,
gezondheid, vrijheid en bezit. Een samenleving is pas rechtvaardig als
deze rechten werden gerespecteerd. De macht van de staat was
gebaseerd op een sociaal contract, waarin mensen een deel van hun
vrijheid afstaan aan de overheid in ruil voor: bescherming van hun leven,
bezit en vrijheid en hun optreden als neutrale rechter. Als de regering zijn
macht misbruikte of ongeschikt was mochten de burgers een andere
regering aanstellen (opstand).
Rousseau was op basis van zijn opvatting over ‘de algemene wil’
(volkssoevereiniteit) voorstander van een directe democratie (net als Athene). Dit
was beter dan een vertegenwoordigende democratie, waarin afgevaardigden
werden gekozen die de wetten mochten maken.
Ook vond hij sociaaleconomische gelijkheid belangrijk, want democratie kon
alleen werken zonder grote sociale verschillen. Alle mensen zijn van nature gelijk,
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ElenavanVliet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.