Deel 2 | Lichaam, natuur/scheikunde
Lichaam | Natuur/scheikunde Deel 1
Tout pour ce livre (51)
École, étude et sujet
Summa College
Allround Schoonheidsspecialiste
AFP
Tous les documents sur ce sujet (7)
Vendeur
S'abonner
xkussnikitaa1
Aperçu du contenu
Afp deel 2 bloed en lymfe
Rode bloedcellen (erytrocyten)
De functie is zuurstof vervoeren van de longen naar de lichaamscellen.
In mindere maten nemen de rode bloedcellen koolstofdioxide uit de lichaamscellen mee terug naar
de longen, zodat je die weer uit kunt ademen.
Rode bloedcellen bevatten het roodgekleurd eiwit hemoglobine.
Hemoglobine bevat ijzer waardoor zuurstof en koolstofdioxide zich aan hemoglobine binden.
Bij de binding van zuurstof ontstaat oxyhemoglobine.
Een rode bloedcel leeft ongeveer 120 dagen.
Hierna word de cel in de milt, de lever of in het rode beenmerg afgebroken.
Hierbij splitst het ijzer zich af van de hemoglobine.
Dit ijzer wordt dan opnieuw gebruikt bij de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen.
Als er te weinig hemoglobine in je bloed zit, of te weinig rode bloedcellen heb je bloedarmoede.
Hierdoor word er minder zuurstof naar organen en weefsels vervoerd en kan je bijvoorbeeld
vermoeid of duizelig worden.
Bloedarmoede kan ontstaan door bloedverlies, of een tekort aan bouwstoffen voor de rode
bloedcellen, zoals ijzer of vitamine b12.
Witte bloedcellen (leukocyten)
Witte bloedcellen beschermen tegen bacteriën en virussen.
Witte bloedcellen kunnen zichzelf zelfstandig voortbewegen naar de plek waar ze nodig zijn.
Dit doen ze met protoplasma-uitsteeksels, ook wel schijnvoetjes genoemd.
Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen, onder ander granulocyten en lymfocyten.
Granulocyten
Granulocyten worden aangemaakt in het rode beenmerg.
Het zijn de cellen die als eerste bacteriële infecties of ontstekingsreacties tegengaan.
Als er lichaamsvreemde stoffen of ziekte verwekkers binnendringen, treden de granulocyten buiten
de bloedbaan.
Granulocyten kunnen van vorm veranderen en zich zo door de semipermeabele wand van een
haarvat wringen.
Ze komen dan in het weefselvocht terecht.
Hier pakken ze de indringers aan.
De granulocyt omhult de ziekteverwekker en verteert deze, dit proces noem je fagocytose.
Hierbij sterft de granulocyt zelf ook af.
Zo ontstaat er pus (etter).
Pus bestaat uit witte bloedcellen die vol zitten met ziekteverwekkers, weefselvocht en afgestorven
weefsel.
Lymfocyten
Lymfocyten zijn veel kleiner dan granulocyten.
Ze worden aangemaakt in de lymfeknopen en in de milt.
Lymfocyten komen in bloed voor, maar vooral in de lymfe.
Lymfocyten maken antistoffen aan tegen specifieke indringers (antigenen).
In het lichaam zijn voor ieder mogelijk antigeen al aparte lymfocyten aanwezig.
Pas na een besmetting met het antigeen gaan de specifieke lymfocyten zich vermenigvuldigen en
antistoffen aanmaken.
Het duurt een tijdje voordat de antistoffen zijn aangemaakt en in deze periode kan een mens ziek
worden.
, Zodra er genoeg antistoffen zijn aangemaakt, kan de ziekteverwekker uitgeschakeld worden.
Na een 2e besmetting worden er veel sneller antistoffen gevormd.
Dit komt omdat tijdens de eerste besmetting geheugencellen zijn aangemaakt.
De ziekteverwekker is dan sneller uitgeschakeld, dit houd in dat je immuun bent voor de ziekte.
Actieve immunisatie = je lichaam maakt zelf antistoffen aan.
Passieve immunisatie = je krijgt kant en klare stoffen toegediend die je eigen lichaam niet snel
genoeg of niet voldoende aanmaakt.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes worden aangemaakt in het rode beenmerg.
Het zijn eigenlijk geen cellen, maar stukjes van cellen.
Bloedplaatjes zorgen ervoor dat het bloed stolt als het buiten de bloedvaten treedt.
De bloedstolling is een belangrijk middel van het lichaam om bloedverlies te voorkomen.
Voor een goede stolling zijn de eiwitten fibrinogeen en protrombine nodig.
Deze worden aangemaakt in de lever, onder invloed van vitamine K.
Ze zijn opgelost in het bloedplasma: het zijn plasma-eiwitten.
Als iemand zich verwondt blijven bloedplaatjes plakken aan de rand van de wond.
Ze activeren de protrombine en fibrinogeen, zodat deze samen de stof fibrine vormen.
Fibrine vormt een netwerk van draden op de wond.
Dit vormt de basis voor een korstje.
Na een tijdje geneest de wond.
Bloedplasma
Bloedplasma bestaat voor 91% uit water en 7% plasma-eiwitten.
De overige 2% zijn antistoffen, voedingsstoffen en afvalstoffen.
Bloedplasma heeft een belangrijke transportfunctie voor het lichaam.
Hierdoor komen nuttige stoffen op de plekken terecht waar ze nodig zijn en worden afvalstoffen
afgevoerd.
Zo kan je lichaam functioneren en wordt het beschermd tegen ziekte verwekkers.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xkussnikitaa1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.