Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Methodisch Werken Basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening in het sociaal werk. Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6,7,9,10,14 en 15 €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Methodisch Werken Basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening in het sociaal werk. Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6,7,9,10,14 en 15

 33 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Door middel van deze samenvatting als een van de weinigen dit vak dit jaar gehaald. Mooie uitgebreide samenvatting van alle hoofdstukken, waarin het belangrijkste duidelijk en uitgebreid beschreven wordt.

Aperçu 4 sur 44  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6,7,9,10,14 en 15
  • 12 janvier 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening in het sociaal werk
Hoofdstuk 1 – Terreinafbakening
Het is niet onmogelijk om het gehele beroepsmatig handelen, onderscheiden naar zijn verschillende
taken, te vangen binnen één model van methodisch werken. Dat model zal heel algemeen moeten
zijn. Zo kun je denken aan het ASPIRE-model. Het is een fasemodel dat je lineair, maar nog beter
cyclisch kunt gebruiken. Binnen de verschillende fasen staan de hoofdactiviteiten beschreven die de
beroepsbeoefenaar moet uitvoeren. Naam is al volgt opgebouwd:
- AS -> assesment: het verzamelen, analyseren en taxeren van relevante informatie.
- P -> plan: het met betrokkenen vaststellen van doelen; het onderhandelen over en opstellen
van een plan van aanpak om de situatie te lijf te gaan.
- I -> implement: het implementeren/uitvoeren van het plan van aanpak en het monitoren van
de daadwerkelijke uitvoering.
- RE-> review and evaluation: de tussentijdse en eindbeoordeling op grond waarvan een
eventuele nieuwe (bijgestelde) cyclus kan starten.

1.1 – De missie van het sociaal werk
Mensen hebben een bepaalde somatische en psychische constellatie. Hierdoor kunnen we
functioneren. Tegelijk vormt precies datgene wat het functioneren mogelijk maakt ook de begrenzing
ervan.
Mensen, met hun somatische en psychische structuur, leven in situaties. Leven, functioneren,
handelen vindt niet plaats in het luchtledige, mar in concrete situaties. Die situaties beiden pas de
mogelijkheidsvoorwaarden voor functioneren, maar geven tegelijkertijd de grenzen aan. Contact met
anderen, materiële middelen en maatschappelijke omstandigheden zijn voorwaarden om überhaupt
als mens, als ‘ik’ te kunnen functioneren. Mensen leven dus in situaties. Het functioneren van
mensen heeft betrekking op die situaties. Binnen het sociaal werk wordt dan ook gesproken over
psychosociaal functioneren: psycho en sociaal.

Het psychosociaal functioneren speelt zich af in de privésfeer (wonen, partnerschap,
ouderschap, vriendschap) en in de publieke sfeer (school, arbeid, voorzieningen). Het
problematische met betrekking tot dit psychosociaal functioneren kan gelegen zijn in
de volgende punten:
 In de persoon zelf, op het vlak van cognities, emoties, strevingen en gedrag; het is
mogelijk dat deze modaliteiten niet met elkaar in harmonie zijn, of dat hun invulling
niet langer vanzelfsprekend is. verder kan het zo zijn dat de persoon bepaalde zaken
wel wil bereiken maar daarvoor niet het adequate gedrag ter beschikking heeft. Het
gaat hier om interne afstemming: een afstemming binnen de persoon waardoor
ideeën, gevoelens en strevingen met elkaar in harmonie zijn.
 In de relatie tussen persoon en omgeving/situatie: het gedrag van de persoon (dat
eventueel wel in overeenstemming is met zijn ideeën, gevoelens en strevingen kan zijn)
is ofwel niet adequaat voor de situatie of zijn gedrag wordt door de omgeving niet
geaccepteerd of bekritiseerd. Het gaat hier om externe afstemming: een afstemming tussen
de persoon en zijn gedrag enerzijds (waarbij het gedrag een uiting is van zijn ideeën,
gevoelens en strevingen) en de situatie anderzijds.
 In de situatie: enerzijds kan er sprake zijn van een gebrek aan maatschappelijke faciliteiten,
anderzijds kan steun uit de directe omgeving ontbreken. Ook hier gaat het om externe
afstemming.

Sociaal werk wil de communicatieve zelfsturing bevorderen, dat wil zeggen: een zelfsturing van het
individu in verbondenheid met andere individuen, gebaseerd op gelijkwaardigheid en met behoud
van ieders eigenheid. De hulpverlening die het sociaal werk biedt is zowel begeleidend als
ondersteunend van aard. Zo min mogelijk voor de persoon doet en zoveel mogelijk persoon zelf laten
doen. Mensen emanciperen.

,De oplossingsgerichte benadering gaat ervan uit dat cliënten in de toekomst zelf keuzen kunnen
maken als het om hun handelen gaat. De werker is gericht op successen en sterke punten van de
cliënt op het bevestigen daarvan.
De strenghtsbenadering komt ook voor in de psychologie. Uitgangspunten van de
strengthsbenadering is: het individu beschikt over talenten en innerlijke hulpbronnen waardoor hij
effectief kan reageren op de uitdagingen van het leven. De sociaal werker focust op talenten en
hulpbronnen in plats van op pathologie en tekorten. De sociaal werker is daarmee gericht op
empowerment ofwel het vergroten en activeren van het probleemoplossend vermogen van de cliënt.
To empower betekent macht geven. De aandacht is niet primair gericht op datgene wat iemand niet
heeft of niet kan of niet ziet zitten maar op het vergroten van iemands vaardigheid om in bepaalde
situatie op een bepaald moment een bepaalde taak aan te kunnen. Cure naar care.

Door WMO is de missie in plaats van activeren van de cliënt naar activeren van de cliënt en van het
sociale netwerk rondom de cliënt verschoven.

1.2 – Cliënt-/Situatiegerichte hulp- en dienstverlening
1.3.1 – Psychosociale hulpverlening is cliënt-/situatiegericht hulp- en dienstverlening
1.3.2 – De plaats van signalering, collectieve belangenbehartiging en preventie
Het beroepsprofiel zegt over signaleren:
Het gaat bij deze taak om het signaleren van:
- Tekorten en gebreken in regelingen, voorzieningen en wetten, waardoor mensen nadelige
gevolgen of schade ondervinden.
- Risicofactoren binnen de cliëntsystemen zelf en het ontstaan van nieuwe risicogroepen.

Er zitten in deze omschreven taak twee invalshoeken besloten:
1. Signalering is zowel in analyse als in aanpak gericht op maatschappelijke omstandigheden en
belemmerende maatschappelijk-situationele factoren die van invloed zijn op de
cliëntproblematiek. Belemmerende maatschappelijke factoren moeten worden gesignaleerd
en geanalyseerd, waarna op grond van de bevindingen rapport wordt uitgebracht aan
derden. Hier is signalering primair gericht op collectieve belangenbehartiging.
2. Signalering is meer gericht op factoren binnen het cliëntsysteem zelf: risicofactoren moeten
opgemerkt en in kaart gebracht worden. Deze signalering lijkt primair gericht op preventie.
Hier komt veel meer het beeld naar voren dat het niet zozeer of niet alleen gaat om
verbetering van maatschappelijke condities, maar evenzeer om verbetering van condities
binnen het cliëntsysteem.

Dus:
- Signalering betreft het opsporen van voor (potentiële) cliënten belemmerende factoren
respectievelijk risicofactoren.
- Deze factoren kunnen gelegen zijn zowel in de sociale omgeving, de publieke sfeer, als
binnen het cliëntsysteem zelf.
- De uitkomsten van signalering moeten worden neergelegd bij relevante politieke instanties
of beleidsinstanties, zodat die iets kunnen doen aan deze maatschappelijke factoren.
- De uitkomsten van signalering kunnen daarnaast ook leiden tot preventieprogramma’s voor
cliëntsystemen zelf.

Het begin van de keten
De sociaal werker heeft oog voor en is alert op (risico)factoren die in feite het niveau van individuele
problematiek overstijgen, omdat:
 Deze cliënt de factoren gemeen heeft met andere cliënten

,  De factoren samenhangen met de sociale situatie, met algemene maatschappelijke
problemen en ontwikkelingen.
Begin dus bijna altijd in de cliëntgerichte hulpverlening.

Het einde van de keten
De sociaal werker kan geconstrueerde preventieprogramma’s uitvoeren in contact met een
cliëntsysteem. Hier gaat het weer over cliëntgericht werken. Vaak zal hierbij sprake zijn van een
outreachende aanpak enerzijds en het op maat maken van een programma, in samenspraak met
deze cliënt, anderzijds.

1.3.3 – Samengaan van de individuele, situationele en maatschappelijke invalshoek
Er blijkt dat de hulpverlening wordt losgekoppeld van de systematiek van signalering en preventie. Er
blijft wel een verbinding op twee manieren:
1. Ten eerste vinden de activiteiten met betrekking tot signalering en preventie vaak hun begin
en einde in de cliëntgerichte hulp- en dienstverlening.
2. In de tweede plaats willen we, naast activiteiten, vooral het perspectief van waaruit
signalering en preventie plaatsvinden betrekken in de client-/situatiegerichte hulp- en
dienstverlening.

1.3.4 – Het generieke karakter van de cliënt-/ situatiegerichte hulp- en dienstverlening
Er wordt een accent gelegd op het generieke karakter van de hulp- en dienstverlening. Het algemene
staat voorop, zij het met voldoende aandacht voor het specifieke. Bij specifieke hulp- en
dienstverlening valt te denken aan: een doelgroepbenadering (jeugdzorg), een sectorale benadering
(medisch maatschappelijk werk) of een thematische benadering (hulp bij seksuele problematiek).
Doelgroepbenaderingen = datgene wat over methodisch werken gezegd zal worden, gaat aan
eventueel doelgroepen vooraf, wordt niet doelgroepspecifiek
gemaakt.
Algemeenheidsmythe = op macroniveau houdt de
algemeenheidsmythe in dat de vrouwelijke sekse als
bijzondere categorie niet naast de andere bijzondere
categorie (mannen) gesteld wordt, maar tegenover een
veronderstelde algemene menssoort. Mannelijk = algemeen,
neutraal, normaal. Vrouwelijk = specifiek, bijzonder,
afwijkend. Het is een hardnekkige mythe, die niet alleen door
mannen in stand wordt gehouden.

1.3.5 – Cliënt-/situatiegerichte hulp- en dienstverlening in
beeld
Het overzicht van het figuur geeft een beeld van de meest
complexe hulpverleningssituatie: je ziet een integraal
hulpverleningsproces waarin de verschillende activiteiten in
samenhang met elkaar ondernomen worden. Met dit figuur
duidelijk maken hoe in de hulp- en dienstverlening elkaar
opvolgende activiteiten ondernomen kunnen worden
afhankelijk van een verschuiving in de definitie en de
complexiteit van het probleem. Uitgangspunt is dat e
hulpverlener als het ware met de minste hulp moet proberen
het grootste resultaat te bereiken: de maatschappelijke
participatie én de participatie in de privésfeer bevorderen en optimaal maken.

1.4 – Sociaal werk en zijn raakvlakken
1.4.1 – hulpverlening en andere disciplines

, Problemen in het psychosociaal functioneren kennen een objectieve component (de situatie) en een
subjectieve component (de persoon). Hulpverlening speelt zich af op het snijpunt van deze twee
componenten. Vaak wordt gesteld dat het moet gaan om integrale hulpverlening, wat wil zeggen dat
materiële en immateriële problemen tegelijk en in relatie tot elkaar worden aangepakt. Nu lijkt het
soms alsof immaterieel samenvalt met subjectief en materieel met objectief, dat is niet zo.

De subjectieve component is het handelen of functioneren van de persoon (zijn gedachten,
gevoelens, belevingen, strevingen en gedragingen); dit kun je immaterieel noemen.
De objectieve component is de situatie waarbinnen dit handelen of functioneren zich afspeelt. Deze
situatie kent materiële en immateriële aspecten: materiële, zoals inkomen en huisvesting;
immateriële zoals sociale relaties (netwerk) en maatschappelijke normen, regels en wetten.

Subjectieve component Objectieve component

Persoon situatie

- Handelen / psychosociaal - materiële aspecten
functioneren - sociale (relationele) aspecten
 - Maatschappelijke aspecten

Daarbij heeft het begrip ‘sociaal’ twee betekenissen:
- Als facet van ‘psychosociaal’ functioneren heeft het betrekking op de subjectieve
component: het doen en laten van de persoon (cliënt)
- Als aspect van de situatie heeft het betrekking op het geheel van relaties (personen, groepen,
netwerken) waarmee de persoon te maken heeft.

De aandacht van de hulpverlener voor de verschillende facetten kan in toenemende mate intensief
zijn. De hulpverlener kan:
- De facetten in samenhang met elkaar zien.
- De verschillende facetten expliciet onder de aandacht van de cliënt brengen, dat wil zeggen
tot onderwerp van gesprek maken
- De cliënt advies geven over deze facetten
- De cliënt leren iets te doen
- Zelf als hulpverlener ingrijpen.

Aandacht voor de persoon
Wanneer hulpverlening gericht is op de persoon van de cliënt, kan de hulpverlener de grens van het
sociaal werk bereiken. Het gat hier om de grenslijn met psychotherapie. De sociaal werker loopt
tegen deze grens aan:
- Wanneer hij de situationele kant van het (problematisch) functioneren van de cliënt uit het
oog verliest.
- Wanneer hij zich bezighoudt met zware (meervoudige) psychische stoornissen en dreigende
psychopathologie waarvan de oplossing vraagt om veranderingen in de
persoonlijkheidsstructuur.

Aandacht voor de situatie: materiële zaken
Daar waar het werk zich beperkt tot informatie geven en advisering, tot het toepassen van
regelgeving etc, daar houdt het op sociaal werk te zijn.

Aandacht voor de situatie: sociale (relationele) aspecten

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marreduteweerd. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter