H1: INLEIDING TOT DE PSYCHIATRIE (CLAES)
Wat is psychiatrie?
Medisch specialisme: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs op vlak van psychiatrische ziekten
Psychiatrische ziekte = afwijking psychische functie(s) + lijdensdruk en/of sociaal disfunctioneren
3 psychische functies/domeinen = trias psychica
o Cognitief, denken: rationele, bewustzijn, oriëntatie, geheugen, waarnemen, denken, intelligentie…
o Affectief, voelen: stemming, emotieregulatie en -herkenning
o Conatief, wil, gedrag
4e domein toevoegen: lichamelijke functies psychisch onwel zijn kan zich uiten via het lichaam!
o Lichamelijk dysfunctioneren kan duiden op psychologische klachten
o Bv. lichamelijke klachten onderzoeken niets vinden vaak psychologisch
Wanneer psychische functie afwijkend?
o Duidelijk: bv. buurman spuit gifgas langs televisie in woonkamer op bevel van CIA of stem horen van overleden
vader die beveelt om zelfmoord te plegen
o Minder duidelijk: iedereen is tegen mij, iedereen wil mij kapot, ik zag net iemand lopen en dacht dat het mijn
overleden moeder was, ik sta er zo slecht voor dat ik beter uit het leven kan stappen
o Grens normaal abnormaal ook maatschappelijk en cultureel bepaald
Doel van psychiater: verklaren en verstaan
o Verklaren dmv diagnostische analyse
o Pt als mens proberen te begrijpen/verstaan: persoon proberen te begrijpen door met hem te praten en te
exploreren waarom hij zich zo voelt: “kan ik begrijpen dat deze persoon zich zo voelt na wat hij heeft
meegemaakt? Zou ik mezelf in die situatie ook zo voelen?”
psychiatrie: subjectief en moeilijk!
o Vaak geen specifieke oorzaak, maar interactie tussen verschillende lagen: psychologisch, biologisch,
relationeel, sociaal.. interactief-gelaagd model!
Interactief-gelaagd model
o Schema niet kunnen reproduceren, wel begrijpen
1
, o Psychiatrische problemen hebben vaak multipele oorzaken die in verband staan met elkaar
Bv. relatieproblemen: gliacellen gaan pro-inflammatoir beeld veroorzaken, waardoor depressie je bent
depressief door relatieproblemen, niet door hersenprobleem, maar het een brengt het ander teweeg.
De psychiatrische anamnese: 5 stappen
Cf somatische geneeskunde met specifieke kenmerken:
o Subjectieve symptomen: beschrijving door pt wat pt ervaart
o Observatie pt tijdens anamnese (gelijktijdig): hoe ziet pt eruit, hoe zegt hij dingen, hoe houdt hij zich…
o Symptoom, sociale en biografische anamnese
o Instrument psychiater = eigen persoon interactie pt – psych = cruciaal voor goede diagnose!
(er zijn geen diagnostische onderzoeken, geen technische hulpmiddelen in psychiatrie)
Speciële anamnese: zorgvuldige bevraging hoofdklacht
o Vrij vertellen, open vragen, echte interesse tonen + OBSERVATIE!
o Ongezonde nieuwsgierigheid vermijden! Doorboor psychische huid vd pt niet nodeloos, zeker niet indien er
onvoldoende vertrouwen is opgebouwd
o Brede bevraging psychopathologische domeinen: cognitief, affectief, conatief, suïcidaliteit
o Cognitief (bewustzijn, oriëntatie, psychose): geheugenproblemen zijn frequent
Bewustzijnsdaling/-vernauwing
voelt u zich suf/in een waas? Heeft u het gevoel niet goed te kunnen begrijpen wat er om u heen gebeurt?
Stoornis korte-termijn geheugen
kost het meer moeite om dingen te onthouden tov vroeger?
Stoornis lange-termijn geheugen:
merkt u dat u steeds meer van vroeger bent vergeten?
Hallucinaties: dingen horen, zien, voelen die er niet zijn
bv. schizofrenie en auditieve hallucinaties of delirium tremens en visuele hallucinaties
(psychose = symptoom van psychiatrisch lijden, GEEN diagnose!)
hoort u soms geluiden/stemmen terwijl niemand in de buurt is? Ziet u soms dingen die anderen niet zien?
Wanen: gevoel dat gedachten gecontroleerd worden van buitenaf of dat uw gedachten opgenomen
worden door anderen (bv. schizofrenie, bv. armoedewaan bij psychotische depressie)
denkt u soms dat uw gedachten door anderen van buitenaf gecontroleerd worden? Heeft u het gevoel
dat men probeert u schade te berokkenen? Dat er een complot tegen u beraamd wordt?
Incoherentie
o Affectief (stemming, angst, dwang)
Depressieve stemming
Voelt u zich somber? Weet u waarom u zich verdrietig voelt? Zijn er nog leuke momenten of bent u
continu verdrietig?
Interesseverlies, anhedonie (= niet meer kunnen genieten, belangrijk symptoom voor depressie!)
Heeft u minder interesse voor bijna alle activiteiten? Kunt u nog in dingen plezier hebben?
Euforie (bv. manisch depressief)
Voelt u zich zonder duidelijke reden erg gelukkig? Kan u er soms nauwelijks van slapen?
Gespannenheid, prikkelbaarheid, boosheid
voelt u zich nerveus of gespannen? Bent u opvliegend of agressief?
Angst, paniekaanvallen
angstaanval: heftige plotse angst + gevoel dat borstkas toesnoert + spieren gespannen
(angstaanval zonder lichamelijke verandering bestaat niet!)
Voelt u zich zorgelijk, angstig, paniekerig? Heeft u aanvallen van angst?
Fobieën, vermijdingsgedrag
treedt angst op in bepaalde situaties die u probeert te vermijden?
Dwanggedachten (bv. 30x / dag handen wassen)
dringen zich tegen uw zin vervelende en ongewenste gedachten of neigingen aan u op?
Dwanghandelingen
moet u telkens dingen controleren? Moet alles in een bepaalde volgorde volgens vaste regels
2
, gebeuren?
!! (Dwang: mensen weten dat ze absurd bezig zijn waan: mensen hebben niet door dat ze gek zijn) !!
o Conatief (gebruik van een middel, eetgedrag)
Eten in kaart brengen = belangrijk onderdeel psychiatrische anamnese
volgt u een normaal eetpatroon (3x/dag), let u veel op uw gewicht en uw voeding, maakt uw omgeving
zich soms zorgen over uw eetpatroon? Gaat u soms met opzet braken na een maaltijd?
Gebruik van een middel screeningsvragen
Kan u mij iets vertellen over uw gebruik van alcohol? Gebruikt u dagelijks alcohol? Hoeveel eenheden
per dag ongeveer? Slaapmiddelen/kalmeermiddelen/drugs?
als u de indruk krijgt dat er fors gebruik is van drugs/alcohol/tranquilizers, dan belangrijk om dit in
kaart te brengen! Vaak nuttig om “gemiddelde dag” in detail te overlopen!
o Suïcidaliteit = grootste risico in psychiatrie!
Passief
Ik begrijp dat u het momenteel erg moeilijk heeft, zijn er soms momenten dat u denkt “ik zou er liever
niet meer zijn”?
Actief graduele bevraging
Denkt u soms dat u zichzelf iets zou willen aandoen?
Hebt u al nagedacht op welke manier u een eind aan uw leven zou maken?
Heeft u al voorbereidingen getroffen om een eind aan uw leven te maken (bv. afscheidsbrief, opsparen
medicatie, locatie…)
Persoonlijke + familiale psychiatrische VG
o Persoonlijk: eerdere psychiatrische stoornissen in kaart brengen
Symptomen, welke hulp, diagnose, behandeling en resultaat
Gegevens vroegere behandelaars waarmee je mits toestemming van pt contact mag opnemen
o Familiaal: familieleden met gekende psychiatrische problematiek (vnl. eerstegr. Verwanten: ouders,
broers/zussen, kinderen)
Somatische anamnese en lichamelijk onderzoek
o Lichamelijk onderzoek bij specifieke indicaties
o Vb. als iemand van 60 zonder psychiatrische VG ineens dingen begint te horen/zien, dan kan je misschien wel
eens een scanner doen.
o Vb. traagwerkende schildklier (hypothyroïdie) kan depressie uitlokken
o Vb. anemie kan je suf maken
Sociale anamnese
o Eerste milieu: leefsituatie (alleenstaand, samenwonend…), relaties met partner en kinderen? Welke steun
wordt verwacht en gekregen?
o Tweede milieu: functie, werkprestatie, werkomstandigheden, waardering, collegiaal contact,
overeenstemming capaciteiten en ambities… (geen werk: reden? Oorzaak? Toekomstverwachting?)
o Derde milieu:
Gezin van herkomst: band met ouders, broers, zussen
Burgerrol: deelname aan maatschappelijke organisaties en verenigingen
Sociale rol: vrienden en kenissen
Ontwikkelingsanamnese
o Polsen naar factoren die predisponeren tot/beschermen tegen psychiatrische stoornissen + ontwikkeling
persoonlijkheidskenmerken tijdens levensloop
o Predisponerende gebeurtenissen en ervaringen
Zwangerschaps- en geboortecomplicaties
Affectieve, pedagogische of materiële verwaarlozing
3
, Verlating door ouders (overlijden, echtscheiding)
Mishandeling, seksueel misbruik
Opvoedingsstijl van ouders
Ontwikkelingsstoornissen, leerstoornissen, gedragsstoornissen, andere psychiatrische symptomen
kindertijd/puberteit
Psychiatrische observatie
o Algemeen
Uiterlijk: bv. (on)verzorgd, kledij, 60-jarige die zich kleedt als 16-jarige of omgekeerd …
Contactname: wijze van begroeten, wederkerigheid, contactgroei
Houding: vriendelijk, coöperatief, kil, schuchter…
Klachtenpresentatie: met gevoel, onverschillig, overdreven, emotieloos…
Gevoelens/reacties bij onderzoeker: neutraal, sympathie, medeleven, irritatie…
o Psychische functies
Suf, afwezig Lichte BWZ↓
Bewustzijn Wegdoezelen, reactie op aanspreken Somnolent
Geen antwoord, voert opdrachten uit Soporeus
Snel afgeleid Verhoogd afleidbaar
Aandacht Overmatig oplettend, reageert op hypervigilteit
elke prikkel
Ziet, hoort, voelt, ruikt dingen die er Visuele/auditieve/tactiele/
Cognitief
Waarneming niet zijn olfactorische hallucinaties
Gevoel dat omgeving niet echt is Derealisatie
Onlogisch/onsamenhangend spreken Incoherentie
Stopt kort met praten, abrupte Gedachtestop
Denken: vorm onderbreking in gedachtestroom
Springt van ene op andere gedachte, Gedachtevlug, associatief denken
wel te volgen
Abnormaal opgewekt, zichzelf Euforische stemming
overschatten
Stemming
Somber, wanhopig, pessimistisch Depressieve stemming
Ontstemd, prikkelbaar, boos Dysfore stemming
Affectief
Snel wisselende emoties zonder Labiel affect
externe aanleiding
Affect
Weinig tot geen emoties Vlak affect
Emoties die niet passen bij context Inadequaat affect
Beweegt snel vanuit onrustig, Psychomotore agitatie,
gedreven gevoel versnelling
Conatief Psychomotoriek Beweegt weinig, geremd Psychomotore retardatie
Uitgesproken motorische retardatie Katatonie
met hypertonie van spieren
Diagnose en classificatie
Wanneer spreken we van een psychiatrische stoornis?
o Syndroom waarbij # kenmerkende afwijkingen van psychische functies samen aanwezig zijn
o Symptomen blijven een tijd aanwezig
o Belangrijke lijdensdruk of beperking in het functioneren (ervaren door pt en/of omgeving)
Classificatiesysteem
o WHO: ICD-11 (international classification of diseases)
o APA: DSM (diagnostic and statistical manual of mental disorders
DSM-5 diagnose
o Poging om mentale fenomenen te beschrijven en te structureren
o Gebaseerd op klinische symptomen (niet op technische OZ)
o Klassiek: “Als pt X symptomen heeft uit volgende lijst, gedurende minstens Y dagen en daardoor wordt
gestoord in zijn functioneren, dan luidt de diagnose …”
4