HOOFDSTUK 1: REVALIDATIE IN EEN BIOPSYCHOSOCIAAL PERSPECTIEF
ICF-MODEL ALS CONCEPTUEEL KADER
→ 5 descriptieve dimensies
→ Gevolgen van pathologie
→ Atheoretisch, niet-cultuurgebonden
→ Standaardtaal
→ Populatienorm
→ Typering van vermogen en uitvoering
→ Meetinstrumenten
→ Niet gewoon alles neerschrijven maar enkel wat relevant is -> belemmerend en bevorderend
→ Aandoening, functies en anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie is de
gezondheidstoestand -> niet de levenskwaliteit
→ Casus
- ICF -> functies en eigenschappen
- Anatomisch
- Fysiologisch
- Psychologisch
- Anamnese -> medicatie en factoren
- Hulpvraag – inzicht – prognose – therapiedoelstellingen
→ Hulpvraag is vaak met iets biopsychosociaal
→ Kinesitherapeutische prognose -> kijken naar doelstellingen en of deze haalbaar zijn
- Omgeving -> sociaal vangnet
GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT
= de perceptie van individuen van hun positie in het leven in de context van de cultuur en de waardesystemen
waarin zij leven en in relatie tot hun doelen, verwachtingen, standaards en bezorgdheden. Het is een breed
begrip dat wordt bepaald op een complexe wijze door de gezondheid van de persoon, zijn psychologische
toestand, zijn mate van onafhankelijkheid, zijn sociale relaties, zijn persoonlijke overtuigingen en zijn relatie
met belangrijke kenmerken van izjn omgeving.
- Politiek, sociologie, economie en gezondheidszorg
- Toename levensverwachting
- Onderzoeks- en behandelingsmogelijkheden
- Subjectieve > objectieve beoordeling -> perceptie over hoe zelf aanvoelt
1
,→ Psychologische aspecten van levenskwaliteit
→ Gap-theory -> discrepantie tussen ervaren en verwachte gezondheidsgerelateerde
levensomstandigheden
Levenskwaliteit
Fysiek Psychologisch Sociaal Spiritueel
Welbevinden -> subjectief Functionele status -> objectief
→ Disability paradox -> ervaring van patiënt helemaal anders dan die van buitenwereld
→ Response shift -> verandering in zelfgerapporteerde levenskwaliteit
- Rekalibratie -> interne standaarden
- Reprioritering -> waarden
- Reconceptualisering -> betekenis
→ Subjectieve beoordeling
- Referentiekader individu
- Herinneringen en ervaringen
- Standaarden om mee te vergelijken
- Subjectieve algoritme
→ Interindividuele verschillen
→ Intra-individuele longitudinale verschillen
→ Determinanten en meten van levenskwaliteit
- Determinanten
- Subjectieve evaluatie > objectieve factoren
- Perceptie mentale gezondheid > fysieke gezondheid
- Meten
- Subjectieve perceptie
- Mantelzorger/zorgverlener
- Generieke of ziektespecifieke vragenlijsten
- QoL Appraisal Profile
2
,→ Betekenis van levenskwaliteit in revalidatie
→ Revalidatieteam
- Centraal
- Individuele wensen en behoeften
- Gesprek/SEIQoL
- Revalidatiedoelstellingen
- Resulaat
→ Verwachtingen <-> referentiekader
POSITIEVE PSYCHOLOGIE: ONTWIKKELEN VAN POSITIEVE KRACHTEN IN DE MENS
→ Ontwikkelen van positieve krachten in de mens
→ Martin Seligman -> psychology is not just the study of pathology, weakness, and damage; it is also
the study of strength and virtue. Treatment is not just fixing what is broken; it is nurturing what is
best.
→ Positieve psychologie = vertrekken van wat de patiënt wel nog kan
→ Wat kan de patiënt nog wel en waar wil hij voor gaan -> niet enkel medische
- Optimisme
→ Positieve afloop -> vertrouwen, volharding, motivatie
→ Copingstijl met moeilijkheden
→ Revised Life Orientation Test = LOT-R -> vragenlijst om optimisme te
meten
→ Voorbije gebeurtenissen -> stabile en global <-> toevallig en specifiek
→ Optimistisch is toevallig en specifiek -> kan snel veranderen naar
pessimisme
→ Attributional Style Questionnaire
→ Zoeken naar positieve dingen over bepaalde gebeurtenis
→ Positieve gevoelens -> minder stress en grotere levensvoldoening
→ Probleemgerichte copingstijl en positieve herkadering -> niet vermijdende
copingstijl
= mediërende factor voor emotioneel welbevinden
→ Ondersteunende sociale netwerken opbouwen
→ Deels genetisch + veilige hechting van jonge kinderen
→ Cognitieve gedragstherapie -> negatieve interpretatieschema’s + afbakenen van
realistische, bereikbare doelen
→ Motivatie tot handelen -> zoeken actief naar oplossing voor probleem
- Hoop
→ Meer doelgericht dan optimisme
→ Pathway thinking
→ Agency
→ Trait Hope Scale en State Hope Scale
<-> Beck Hopelessness Scale -> doorverwijzen
→ Invloed bij pathologie -> correlatie met depressie
→ Minder hoop -> groter risico op depressie
→ Perceptie van levensgebeurtenis, verwachting iets te veranderen, interpretatie
van oorzaak, gevolgen en eigen mogelijkheden, gebeurtenis belangrijk,…
- Patient empowerment
3
, HOOFDSTUK 2: REVALIDANT ALS MENS
- Gedragsstijlen en probleemgedragingen
- Persoonlijkheidsstoornissen/speciale karaktertrekken in zorg
- Gevolgen voor hulpverlener
- <-> patiëntenperspectief -> coping
- Begrip = minder dreiging
- Eigenaardigheden, persoonlijkheid, vooroordelen van hulpverlener
- Communicatie
- Doorverwijzen
PSYCHOLOGIE VAN PERSOONLIJKHEID
DE PERSOONLIJKHEID
= geheel van relatief permanente, stabiele persoonlijkheidskenmerken -> individuele bijzonderheden in
lichamelijke kenmerken en individuele regelmatigheden in gedrag en beleving = wat jou jou maakt
PERSOONLIJKHEIDSTHERAPIE
→ Dynamisch-interactionistisch paradigma
- Ontwikkeling van persoonlijkheid tijdens leven
- Wisselwerking tussen omgeving en genetica
- Van eenzijdige theorieën naar humanistische benadering
Psychoanalyse
→ Ontwikkeld door Sigmund Freud
→ Ontstaan van werk met hysterische patiënten
→ Slechts enkele case studies
→ Niet gekwantificeerd
→ Alles komt uit patiënt -> vrije associatie
→ Mensen gemotiveerd door onbewuste driften en verlangens en staat in groot contrast met bewustzijn
→ Theorie van onderbewuste -> ego – id – superego -> theorie klopt niet meer
- Ego -> balans tussen id en superego en fungeert in realiteit
- Id -> driften en los van realiteit -> lustprincipe
- Superego -> geweten en streeft naar perfectie
→ Afweermechanismen als reactie op angst -> streven naar behoeftebevrediging
Leertheorie
→ Ontwikkeld door B.F. Skinner
→ Reactie op psychoanalyse -> enkel observeerbaar gedrag
→ Gedrag bepaald door law of effect -> mensen doen dingen die ze plezierig vinden en vermijden dingen die
ze niet plezierig vinden
→ Persoonlijkheid = aangeleerde manier om op stimuli te ervaren
→ Interne drijfveren bestaan -> geen verklaring voor gedrag
→ Klassieke conditionering = neutrale stimulus gekoppeld aan ongeconditioneerde stimulus -> respons
→ Operante conditionering = gedrag herhaald want bekrachtigd of bestraft
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RiVe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.