Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Algemene Psychologie €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Algemene Psychologie

 7 vues  0 fois vendu

Samenvatting Psychologie: Algemene Psychologie Geslaagd in eerste zit.

Aperçu 4 sur 43  pages

  • 14 janvier 2023
  • 43
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
odedehaene
Psychologie en pedagogie
Hoofdstuk 1: Kennismaking met de psychologie
1.1 Een definitie van de psychologie
 Psychologie is de wetenschap van het menselijk gedrag; het is de wetenschap die het
menselijk gedrag en mentale processen bestudeert; wetenschappelijke studie van de
doelgerichte interactie tussen persoon en situatie. (wetenschappelijke studie van het
individuele gedrag en de mentale activiteiten)
1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis
 Intuïtieve mensenkennis of het gezonde verstand is niet hetzelfde als de
wetenschappelijke kennis. (zelfkennis)
- Ervaringen (intuïtief): gesprekken met anderen, cultuur,...
- Subjectief: persoonlijke ervaring en eigen bevindingen
- Moeilijk te controleren: wie gelijk heeft valt niet te controleren
- Kan in de steek laten


 Wetenschappelijke psychologie
- Systematisch (methodisch): verworven via een wetenschappelijk
onderzoek
- Objectief: psycholoog mag zich niet laten leiden door eigen ervaringen of
meningen
- Controleerbaar: controleren of de bevindingen juist zijn
- theorieën of modellen
Exacte wetenschap / menswetenschap:
“Het oudste kind van het gezin is de slimste”; wetenschappelijk aangetoond (maar niet omdat het
aangetoond is dat het altijd zo is. Ze zien het in het grote geheel en niet individueel)

 De doelstellingen:
- Beschrijven wat er gebeurt
- Verklaren waarom het gebeurt
- Voorspellen wat er zal gebeuren
- beïnvloeden wat er gebeurt
1.2.1 Verschillen in het verzamelen van gegevens
 Methoden in de psychologie:
Men moet bij de psychologie altijd uitgaan van het objectiviteitsbeginsel (elk
onderzoek moet hetzelfde kunnen herhaald en gecontroleerd worden)
In sommige gevallen is dit niet mogelijk (intersubjectiviteit) daarbij gaat men dan
verschillende onderzoekers hetzelfde laten bekijken maar zonder invloeden van
elkaar moeten ze tot een zelfde appreciatie komen.



1

, Eerst doet men een observatie met een onderzoeksvraag (wat wil men onderzoeken)
daarna gaat men een literatuurstudie uitvoeren (wat al bekend is over dat onderwerp) en
daarna het eigenlijke onderzoek (beschrijvend onderzoek, correlatie-onderzoek of een
experimenteel/verklarend onderzoek) en daarna dan de evaluatie.
 Begrijpende/beschrijvende: men probeert correcte informatie te verzamelen over
een onderwerp.
Natuurlijke observatie: gedrag wordt geobserveerd in een natuurlijke context.
+ levendig beeld van wat er gebeurt
_ aanwezigheid van onderzoeker kan invloed hebben
? Ongemerkt observeren of langere tijd bij de proefpersoon blijven


Interview of vragenlijsten: reeks vragen die de ondervraagde in hun eigen
tempo moeten beantwoorden zonder dat de onderzoeker er bij is.
- Ongestructureerd interview: geen vragen vooraf maar spontaan
- Gestructureerd interview: vragen vooraf opgemaakt
- Vragenlijst: vooraf opgestelde vragen die schriftelijk beantwoord moeten
worden.
_ antwoorden stemmen niet gelijk met de realiteit, niet serieus genomen. Mensen
gaan ook sociaal wenselijk gaan reageren
? Anonieme vragenlijsten of een eerste stap van een verklarend onderzoek.
Psychologische tests: procedures voor het meten van vaardigheden of eigenschappen
zoals persoonlijke intelligentie of persoonlijkheidskenmerken.
Gevalstudies: intensief gedetailleerd onderzoek van één persoon of één gebeurtenis.
+ detailrijk
_ veralgemenen is niet mogelijk


 Participerende observatie: binnenuit observeren door zelf actief deel te nemen.
 Gebruik van databanken: gegevens en informatie anoniem vinden in databanken.
 Fysiologische metingen: hersenscans en bloeddruk metingen kunnen kenmerkend zijn
voor gedragskenmerken.




 Correlatie-onderzoek

2

, Men gaat zoeken naar verbanden tussen karakteristieken die men gemeten heeft. Men
zoekt een correlatie tussen variablen.
Een variable is een kenmerk dat kan veranderen en gemeten wordt (gewicht, lengte,
leeftijd)
Correlatie is de mate van de samenhang (getal tussen -1 en 1)
- Lengte en gewicht correleren positief met elkaar (positieve correlatie (ze variëren
in dezelfde richting))
- Negatieve correlatie tussen de grootte van de klasgroep en de resultaten van de
rekentest (negatieve correlatie (ze variëren in tegengestelde richting))
- Correlatie= 0 ( er is geen verband tussen 2 variabelen)
- Positieve correlatie: verband varieert in dezelfde richting
- Negatieve correlatie: verband varieert in tegengestelde richting
- Nul correlatie: er is geen verband
Correlatie ≠ causaal verband: causaal verband is de oorzaak.
Het kan immers ook zijn dat er een derde variabel is die beide onderzochte variabelen
veroorzaakt.
 Experimenteel/ verklarend onderzoek
- Zoeken naar een causaal verbant tussen 2 variabelen.
- Onderzoeker grijpt in en manipuleert 1 of meer variabelen en kijkt of dit een effect
heeft op de andere variabelen.
- Bijvoorbeeld:
- Correlatie tussen blootstelling aan geweld (A) en agressief gedrag (B)= 0,30
- A-> B (blootstelling aan geweld-> agressief gedrag)
- B-> A (agressief gedrag-> blootstelling aan geweld)
- C-> A&B
- Hypothese formuleren: voorspelling op basis van een observatie of theorie die kan
onderzocht worden. (agressief gedrag)
- De hypothese in een experiment gieten: operationalisering van de hypothese, zodat
ze te toetsen valt ( computerspel)
- onafhankelijke variabele: de variabele die de onderzoeker manipuleert
tijdens het spel om effect op het gedrag te achterhalen.
- afhankelijke variabele: de variabele die de onderzoeker meet
- controlevariabelen: de aspecten die de onderzoeker onder controle wil
houden.
- Data verzamelen en analyseren
- Hypothese evalueren (resultaten experiment: hypothese bevestigen of verwerpen)


Voorbeeld:
Men wil onderzoeken of het al dan niet kijken van gewelddadige films een invloed heeft op het stellen
van gewelddadig gedrag.


3

, De afhankelijke variabele is: het stellen van gewelddadig gedrag A
De onafhankelijke variabele: is het kijken van gewelddadige films B
- A-> B ( het stellen van gewelddadig gedrag heeft als gevolg dat ze zullen kijken naar
gewelddadige films)
-B-> A ( het kijken van gewelddadige films heeft een invloed op het stellen van gewelddadig
gedrag)


De onafhankelijke variabele is hetgeen de onderzoekers gaan manipuleren.
De ene groep kreeg een gewelddadige film te zien, de andere groep niet.
- De groep die de agressieve film zag is de experimentele groep, de andere is de controle
groep. (manipulatie: ene groep wel andere niet)
Dan werden beide groepen op de proef gesteld tijdens een voetbalmatch: AV werd gemeten
- tackels werden gemaakt, groep die agressieve film bekeken had reageerde agressiever op
een tackel dan de groep die de film niet bekeken had.
= er is een causale of oorzakelijke relatie tussen AV en OV.


Onafhankelijke variabele (geslacht) invloed op de afhankelijke variabele(het stellen van gewelddadig
gedrag) : hoofddeffect
- Niet meer agressie na het zien van agressieve films maar dat jongens ongeacht welke soort
film ze gezien hebben agressief gaan reageren.
- geen hoofddefect voor agressieve films maar voor geslacht
- Het zou ook kunnen dat het kijken van agressieve films wel bij jongens leidt tot meer
agressief gedrag dan bij meisjes. (interactie-effect: effect van ene onafhankelijke variabele invloed
heeft op de andere)

2.4 Domeinen binnen de psychologie
Theoretische psychologie:
- Algemene psychologie (functieleer):
Bestudeert algemene psychologische processen zoals de waarneming en het geheugen,
denken, leren, de motivatie en de gevoelens en emoties.
- Persoonlijkheidspsychologie
- Ontwikkelingspsychologe: bestudeert de veranderingen die zich in het gedrag voordoen
naargelang van de leeftijd.
- Sociale psychologie: bestudeert het gedrag voor zover de beïnvloed wordt door of invloed
uitoefent op anderen.
- Psychopathologie: bestudeert afwijkend gedrag


- Toegepaste psychologie: probeert vanuit de inzichten verkregen uit de theoretische
psychologie binnen diverse situaties een betere aansluiting te bewerken tussen het individu
en zijn omgeving.
- Schoolpsycholoog: School en leerlingen zo goed mogelijk op elkaar afstemmen.

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur odedehaene. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49
  • (0)
  Ajouter