voorkennis
OEFENINGEN VERMOGENSPLANNING EN
FISCALE PROCEDURES
1 VOORKENNIS
1.1 ERFRECHT
Bepaal in elk van deze gevallen wie wat krijgt.
DC overlijdt en laat na:
• A: kind geboren uit huwelijk van DC en vooroverleden X
• C: kind, verwekt en geboren tijdens het huwelijk van de DC met X, maar buiten dit huwelijk (van
affaire)
• D: kleinkind, kind van vooroverleden kind B, van DC en X
• E: kleinkind, kind van A
Allemaal eerste orde! Descendenten
De kleinkinderen zijn 2e graad, kinderen 1e graad
• A: 1/3 in volle eigendom
• C: 1/3 in volle eigendom
• D: 1/3 in volle eigendom (plaatsvervulling voor overleden kind verdeling bij staken)
DC overlijdt en laat na:
• GV: grootvader langs vaderszijde
• B en C: twee neefjes, kinderen van vooroverleden broer A
B en C elk 50% als plaatsvervanging voor broer A. (2e orde)
Grootvader is van 3e orde.
DC overlijdt en laat na:
V en M: vader en moeder
A en B: twee broers
Allemaal 2e orde → elk ¼ (ouders krijgen sowieso ¼)
Moesten er geen broers en zussen zijn ouders 3e orde
Broers en zussen zijn sowieso 2e orde.
DC overlijdt en laat na:
• GV: grootvader langs moederszijde
• B: neefje, kind van vooroverleden broer A
B: 100% → plaatsvervanging + nog geen kloving want zit nog in 2e orde!
Pagina 1 van 42
,voorkennis
DC overlijdt en laat na:
• V: vader
• GV: grootvader langs vaderszijde
• O: oom langs moederszijde
• K en N: kozijn en nicht, kinderen van vooroverleden tante langs moederszijde
Kloving vanaf 3e orde: helft voor vaderszijde, andere helft voor moederszijde.
Vader erft 1/2 VE + 1/6 VG (mildering)
• MAAR: mildering want vader samen met zijverwanten: vader krijgt dus nog 1/3 in vruchtgebruik
van het deel langs moederszijde. → 1/6 vruchtgebruik dus
Oom erft 1/12 NE + 1/6 VE
K en N 1/24 NE + 1/12 VE
DC overlijdt en laat na:
• GV: grootvader langs moederszijde
• OGV en OGM: overgrootouders , ouders van grootmoeder langs moederszijde
• A: kleinkind van oom langs moederszijde
Kloving vanaf 3e orde! MAAR vaderszijde is niet bestaand
GV krijgt alles
DC overlijdt en laat na:
• Gv en GM: grootouders langs moederszijde
• A: dochter van vooroverleden grootoom
GV en GM erven elk 50%
DC overlijdt en laat na:
• LLE met wie hij gehuwd was onder het wettelijk stelsel;
• A, B en C drie kinderen
LLE krijgt gehele nalatenschap in VG
A B en C krijgen elk 1/3 NE
DC overlijdt en laat na:
• LLE met wie hij gehuwd was onder het wettelijk stelsel
• M: moeder
• B: broer
LLE krijgt gehele nalatenschap in VG → VE van alle goederen in onverdeeldheid + gemeenschappelijk
vermogen.
M: ¼ van eigen vermogen in blote eigendom
B: 3/4 van eigen vermogen in blote eigendom
Pagina 2 van 42
,voorkennis
DC overlijdt en laat na:
• A: wettelijk samenwonende partner
• B en C: 2 kinderen
Kinderen elk ½ in volle eigendom van de volledige nalatenschap behalve het GV en inboedel → daar
krijgen ze enkel NE van
A: krijgt VG van gemeenschappelijk vermogen en inboedel
1.2 HUWELIJKSVERMOGENSRECHT – ERFRECHT
1. Een echtpaar bezit, waarde bepaald op de dag van het overlijden, de volgende goederen:
Op naam van de man:
– Een spaarrekening met een saldo van 9.600,00 EUR
– Een zichtrekening met een saldo van 1.920,00 EUR
– Een auto met een waarde van 11.520,00 EUR
– Kasbons ter waarde van 13.440,00 EUR
– Een effectenportefeuille die hij van zijn oom geërfd heeft en die na betaling van de successierechten een
waarde heeft van 96.000,00,00 EUR
Op naam van de vrouw:
– Een spaarrekening met een saldo van 28.800,00 EUR
– Een zichtrekening met een saldo van 960,00 EUR
– Een auto met een waarde van 9.600,00 EUR
– Een stuk bouwgrond dat zij van haar ouders heeft gekregen, geschatte waarde 57.600,00 EUR
Op naam van beiden:
– Een woning met een geschatte waarde van 172.800,00 EUR
– Een inboedel met een geschatte waarde van 7.680,00 EUR
– Een spaarrekening op beider naam het een saldo van 15.360,00 EUR
Het echtpaar is getrouwd in 1960. De man overlijdt.
Gevraagd:
Wat valt in de nalatenschap en wie krijgt wat:
Huwelijksvermogensstelsel:
Hypothese A: Zonder huwelijkscontract
Hypothese B: Huwelijkscontract scheiding van goederen
Hypothese C: Huwelijkscontract algehele gemeenschap, geen verdelingsbedingen Familiale situatie:
Hypothese 1 : Het echtpaar heeft 3 kinderen
Hypothese 2 : Het echtpaar heeft geen kinderen, familie van de man in leven: zijn vader , twee broers,
een zuster, twee kinderen van een vooroverleden zuster, drie boers van zijn vader, vier kinderen van een
vooroverleden zuster van de vader, twee zusters van zijn moeder en twee kinderen van een
vooroverleden broer van zijn moeder
Pagina 3 van 42
,voorkennis
HYPOTHESE A: zonder huwelijksstelsel = wettelijk stelsel
Wat valt in de nalatenschap?
= vereffening en verdeling van de nalatenschap
- Eigen vermogen man = Een effectenportefeuille die hij van zijn oom geërfd heeft en die na
betaling van de successierechten een waarde heeft van 96.000,00,00 EUR
- Eigen vermogen vrouw = Een stuk bouwgrond dat zij van haar ouders heeft gekregen, geschatte
waarde 57.600,00 EUR
- Gemeenschappelijk vermogen = al de rest dat overblijft van EV man en EV vrouw optellen bij GV =
271.680,00
Man overlijdt dus zijn nalatenschap berekenen:
EV man + de helft van GV = 96.000,00 + 135.840,00 = 231.840,00
Wie krijgt wat?
Hypothese 1: Het echtpaar heeft 3 kinderen
- LLE krijgt
• het vruchtgebruik van 231.840,00
• de volle eigendom van 135 840 → andere helft van GV
- 3 kinderen krijgen elk 1/3 naakte eigendom van 231.840,00
Hypothese 2: Het echtpaar heeft geen kinderen, familie van de man in leven: zijn vader , twee broers,
een zuster, twee kinderen van een vooroverleden zuster, drie boers van zijn vader, vier kinderen van
een vooroverleden zuster van de vader, twee zusters van zijn moeder en twee kinderen van een
vooroverleden broer van zijn moeder
- LLE:
• VE van 135 840
• VG van 96 000 (waarom niet 231 840?)
- Vader: ¼ NE van 96 000
- 2 broers en zus: 3/16 NE 96 000
- 2 kinderen vooroverleden zus: 3/32 NE 96 000
Pagina 4 van 42
,voorkennis
HYPOTHESE B: huwelijkscontract scheiding van goederen
Wat valt in de nalatenschap?
= vereffening en verdeling van de nalatenschap
- GV = 172.800,00 + 7.680,00 + 15.360,00 = 195.840,00
- EV man = 9.600,00 + 1.920,00 + 11.520,00 + 13.440,00 + 96.000,00 = 132.480,00 + helft
van GV = 132.480,00 + 97.920,00 = 230.400,00
- EV vrouw = 28.800,00 + 960,00 + 9.600,00 + 57.600,00 = 96.960,00 + helft van GV = 96.960,00 +
97.920,00 = 194.880,00
Wie krijgt wat?
Hypothese 1: Het echtpaar heeft 3 kinderen
- LLE: krijgt vruchtgebruik van EV man: 230 400
- 3 kinderen: krijgen elk 1/3 naakte eigendom van EV man 230 400
Hypothese 2: Het echtpaar heeft geen kinderen, familie van de man in leven: zijn vader , twee broers,
een zuster, twee kinderen van een vooroverleden zuster, drie boers van zijn vader, vier kinderen van
een vooroverleden zuster van de vader, twee zusters van zijn moeder en twee kinderen van een
vooroverleden broer van zijn moeder
LLE: VE (97 920) + VG (132 480)
Vader: ¼ NE van 132 480
2 broers en zus: 3/16 NE van 132 480
2 kinderen vooroverleden zus 3/32 NE van 132 480
HYPOTHESE C: Huwelijkscontract algehele gemeenschap, geen verdelingsbedingen
Familiale situatie
Wat valt in de nalatenschap?
= vereffening en verdeling van de nalatenschap
Algehele gemeenschap = enkel gemeenschappelijk vermogen
GV = waarden van alle goederen optellen = 425.280, = 212.640,00
Wie krijgt wat?
Hypothese 1: Het echtpaar heeft 3 kinderen
- LLE krijgt vruchtgebruik van GV
- 3 kinderen krijgen elk 1/3 van GV in naakte eigendom
Hypothese 2: Het echtpaar heeft geen kinderen, familie van de man in leven: zijn vader , twee broers,
een zuster, twee kinderen van een vooroverleden zuster, drie boers van zijn vader, vier kinderen van
een vooroverleden zuster van de vader, twee zusters van zijn moeder en twee kinderen van een
vooroverleden broer van zijn moeder
- LLE: krijgt volle eigendom van GV
Pagina 5 van 42
, vestiging van de rechten
2 VESTIGING VAN DE RECHTEN
Een Belg is, na een succesvolle beroepsloopbaan in België, in Frankrijk gaan wonen om te genieten van
zijn oude dag. Lang kan hij echter niet leven als God in Frankrijk want na een jaar overlijdt hij plotseling.
Zijn kinderen in België erven zijn vermogen dat zich nog grotendeels in België bevindt. Zijn zij in België
erfbelastingen verschuldigd?
Hij is op moment van overlijden geen rijksinwoner → geen successierecht Artikel 1.1.0.0.2, 1e lid,18° VCF
recht van overgang Artikel 2.7.3.1.1. VCF
• wanneer? OG in België gelegen wanneer het geen rijksinwoner is.
• zetel van fortuin (beheer) en domicilie in België
Bij het overlijden van een Duitser erven zijn kinderen het appartement gelegen aan de Belgische kust.
Zijn zij erfbelastingen in België verschuldigd? Zo ja, zijn zij ook erfbelasting verschuldigd op de
kunstwerken die zich in het appartement bevinden?
Recht van overgang want OG in België gelegen en hij is geen rijksinwoner.
• Niet op inboedel! Is geen OG
• Artikel 2.7.3.1.1. VCF
• art.1.1.0.0.2, 1e lid,18°VCF
Pieter heeft een mooi vermogen bij elkaar gespaard en wenst zijn 3 kinderen, naar aanleiding van het
huwelijk van zijn dochter, bij leven reeds een deel van zijn vermogen over te maken. Hij schenkt aan
zijn beide dochters een stuk bouwgrond ter waarde van 350 000,00 euro en aan zijn zoon een
effectenportefeuille ter waarde van 350 000,00. In de schenkingsakte wordt een beding van bedongen
terugkeer voorzien. Wat zijn de fiscale gevolgen in volgende hypotheses:
1. Pieter overlijdt 2 jaar na de gedane schenkingen
Goederen die men door schenking gedurende het leven van de DC heeft gekregen vallen niet
in de nalatenschap en worden niet door erfrecht verkregen dus zijn, op basis van art.
2.7.1.0.1. VCF, in principe niet belastbaar met successierecht.
• Fictiebepaling Artikel 2.7.1.0.5 VCF §1. → goederen geschonken binnen 3 jaar voor
overlijden vallen wel nog binnen nalatenschap indien hier geen schenkbelastingen op
betaald zijn.
o En waarvan de fiscus kan bewijzen dat ze hebben plaatsgevonden
(bankonderzoek → mag enkel bij erfbelastingen, anders bankgeheim) +
wettelijk vermoeden van eigendomstitel (opzoeken)
o WAT? Schenking effectenportefeuille valt onder fictiebepaling
▪ dit enkel wanneer er geen schenkbelasting werd betaald op het
ogenblik van de schenking, dus ingeval van bankgift (als er wel
gebruik is gemaakt van een notariële akte → wel belasting betaald
dus niet nog eens)
o Niet de schenking van de bouwgronden: hier is al een belasting op betaald
Pagina 6 van 42