Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Nederlandse samenvatting boek Politics van Andrew Heywood voor eerste tentamen van inleiding politicologie €11,79   Ajouter au panier

Resume

Nederlandse samenvatting boek Politics van Andrew Heywood voor eerste tentamen van inleiding politicologie

 31 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 9, 18 en 19 van het boek Politics van Andrew Heywood. Deze samenvatting is in het Nederlands geschreven, waardoor het gemakkelijker is om het boek te begrijpen. Het bevat alle belangrijke aspecten van het boek, wat je moet leren voor het eerste dee...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 34  pages

  • Non
  • Hoofstuk 1 t/m 9 + 18 & 19
  • 16 janvier 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Aantekeningen samenvatting politicologie
Hoofdstuk 1
Twee problemen bij de term ‘politiek’:
● De associaties
o Het is een beladen term
o Het houdt voor veel in: problemen, verstoring en geweld.
● Men wordt er niet over eens wat het betekent

Twee benaderingen:
1. Politiek als een arena » gedrag wordt politiek door waar het zich afspeelt
2. Politiek als een proces » gedrag dat bepaalde kenmerkende kwaliteiten inhoudt.

Concepten van politiek
1. Politiek als de kunst van de overheid/regeren
- Dat wat de staat bezig houdt.
- David Easton: gezaghebbende toekenning van waarden
- Webers drie vormen van autoriteit:
o Traditioneel
o Charismatisch
o Legaal-rationeel
- Politiek is wat zich afspeelt binnen een polity, een systeem van
sociale organisatie met als middelpunt het overheidsapparaat.

2. Politiek als publieke zaken
- Aristoteles: de mens/man is van nature een politiek dier »
alleen binnen een politieke community kan de mens een goed
leven lijden.

Consensus = overeenkomst
- Brede overeenkomst: geaccepteerd door een grote groep
- Exacte overeenkomst: maakt oneindigheid over zaken van detail mogelijk.

Een procedurele consensus is een bereidheid om besluiten te nemen via een proces van overleg en
onderhandelingen. Een inhoudelijke consensus is een overlapping van ideologische standpunten die
blijk geven van overeenstemming over brede beleidsdoelstellingen.

3. Politiek als consensus en compromis
- Vredig debat

4. Politiek als kracht/power
- Meest radicaal
- Wanneer A B is laat doen wat B zonder de invloed van A niet had gedaan.
o Decision-making power (Robert Dahl)
o Agenda setting (Bachrach en Baratz)
o Gedachte controle (Lukes)

Politiek
- Normatief = het voorschrijven van waarden en gedragsnormen; wat zou moeten zijn in
plaats van wat is
- Objectief = extern voor de waarnemer, aantoonbaar; niet beïnvloed door gevoelens,
waarden of vooringenomenheid

Empirische traditie
- Analyseren en verklaren (normatief is prescriptief, zij doet aanbevelingen).
- In de 19e eeuw hadden de ideeën zich ontwikkelt tot wat nu bekend staat als het
positivisme.

,Positivisme: de theorie dat sociaal, en eigenlijk alle vormen van, onderzoek zich strikt moeten
houden aan de methoden van de natuurwetenschappen.

Behaviorisme: Het geloof dat sociale theorieën alleen moeten worden geconstrueerd op basis van
waarneembaar gedrag, dat kwantificeerbare gegevens voor onderzoek oplevert.
→ David Easton

→ Kwam onder druk te staan vanaf 1960. Het zou de reikwijdte van politieke analyses hebben
beperkt.
o Terug naar normatief denken

Rationele-keuzetheorie
● Leunt zwaar op het voorbeeld van de economische theorie bij het opbouwen van modellen
over procedure regels, meestal over het rationele eigenbelang van de betrokken individuen.
● Inzichten in handelen van kiezers, lobbyisten, bureaucraten en politici.

● Constructivisme: benadering van analyse die gebaseerd is op de overtuiging dat er geen
objectieve sociale of politieke werkelijkheid bestaan, onafhankelijk van ons begrip ervan.

Tot 1950 » traditioneel institutionalisme, bekeek regels, procedures en formele organisaties.
1980 » nieuw institutionalisme: ons begrip wat een instelling is, is herzien.

Sinds 1980 kritische benaderingen
● Marxisme » politiek beschrijven in wetenschappelijke termen.

● Nieuwe stromingen

● Postmodernisme: term die eerst werd gebruikt om experimentele bewegingen in de westerse
culturele ontwikkeling in het algemeen te beschrijven. Verschoven naar steeds meer
gefragmenteerde en pluralistische informatiemaatschappijen. Daarin worden individuen
getransformeerd van producenten tot consumenten. Het idee van absolute en universele
waarheid moet worde verworpen.

Post-positivisme: een benadering van kennis die het idee van een objectieve werkelijkheid in twijfel
trekt, en in plaats daarvan de nadruk legt op de mate waarin mensen de wereld waarin zij leven
opvatten, of construeren.

Problemen met concepten:
− De politieke realiteit verandert voortdurend en is complex.
o Max Weber probeerde dit probleem te ondervangen door
bepaalde concepten te herkennen als ideaaltypen.
− Ze zijn vaak onderwerp van diepgaande ideologische controverses.
Woorden als vrijheid, democratie en rechtvaardigheid hebben voor
verschillende mensen andere betekenissen.
o Dergelijke concepten kunnen het best worden beschouwd als
"essentieel betwiste" concepten = Een concept waarover de
controverse zo groot is dat er nooit een vaste of neutrale definitie kan worden
ontwikkeld.

Transnationaal = Configuratie, die van toepassing kan zijn op gebeurtenissen,
mensen, groepen of organisaties, die weinig of geen rekening houdt met
nationale regeringen of staatsgrenzen.

Hoofdstuk 2
Marx: ideologieën zijn ideeën van de heersende klasse. Ideeën die het klassensysteem in stand
houden en de uitbuiting bestendigen.

,Voor liberalen is ideologie een instrument van sociale controle om naleving en ondergeschiktheid te
verzekeren.
Voor conservatieven zijn het abstracte denksystemen, dat wil zeggen als reeksen ideeën die de
politieke werkelijkheid vertekenen omdat zij beweren te verklaren wat eerlijk gezegd onbegrijpelijk is.

Rationalisme: de rede gebruiken om de wereld te begrijpen.


Liberalisme
● Kernprincipe: individualisme

● Doel: het opbouwen van een samenleving waarin individuen zich kunnen ontplooien en
ontwikkelen, waarbij ieder naar beste vermogen het goede nastreeft zoals hij dat definieert.
● Kernwaarde: vrijheid » bepleiten ‘vrijheid onder de wet’

● Geloven in een rationele structuur die blootgelegd wordt door de menselijke rede en kritisch
onderzoek.
● Gelijkheid » meritocratie: heerschappij door getalenteerde.

● Tolerantie als garantie voor individuele vrijheid

● Gezag en sociale verhoudingen moeten altijd gebaseerd zijn op instemming

● Beperkte overheid, een systeem van checks en balances en een gecodificeerde grondwet.

● John Locke

Klassiek liberalisme: negatieve vrijheid, niet-inmenging of de afwezigheid van externe beperkingen
voor het individu. Een onsympathieke houding tegenover de staat en overheidsbemoeienis.
Atomistische kijk = het geloof dat de samenleving bestaat uit een verzameling grotendeels
zelfvoorzienende individuen die elkaar weinig of niets verschuldigd zijn.

Economisch liberalisme: een geloof in de markt als een zelfregulerend mechanisme dat van nature
leidt tot algemene welvaart en kansen voor iedereen.

Modern liberalisme: vrijheid gekoppeld aan persoonlijke ontwikkeling en de bloei van het individu.
● Sociaal liberalisme: erkenning van staatsinterventie, vooral in de vorm van sociale
voorzieningen, de vrijheid kan worden vergroot door individuen te beschermen tegen het
sociale kwaad.

Conservatisme
● Traditie

● Pragmatisme: de overtuiging dat actie moet worden gevormd door praktische
omstandigheden en praktische doelen, dat wat ‘werkt’.
● Menselijke onvolmaaktheid » sterke staat, handhaving van strenge wetten en strenge straffen.

● Organicisme: de samenleving is gestructureerd door natuurlijke noodzaak.

● Hiërarchie: gradaties van sociale positie en status zijn natuurlijk en onvermijdelijk in een
organische samenleving.
● Gezag » geeft sociale cohesie. Vrijheid moet samengaan met verantwoordelijkheid, het
aanvaarden van verplichtingen en plichten.
● Eigendom » geeft mensen zekerheid en onafhankelijkheid van de overheid en zorgt dat zij
eigendommen van anderen respecteren. Geeft de persoonlijkheid weer.

, ● Edmund Burke

Paternalisme: een houding of beleid waaruit zorg blijkt voor degenen die niet in staat zijn zichzelf the
helpen.
→ Paternalistisch conservatisme: plicht is de prijs van privilege, de machtigen en rijken erven
een verantwoordelijkheid om voor de minder bedeelden te zorgen.

Het Tory-standpunt: een ideologische stellingname binnen het conservatisme gekenmerkt door geloof
in hiërarchie, nadruk op traditie en steun voor plicht en organicisme.

Christendemocratie: ideologische stroming binnen het Europese conservatisme, gekenmerkt door
toewijding aan sociaal-marktprincipes en gekwalificeerd interventionisme.

Nieuw Rechts (New Right): een afwijking in het conservatisme-denken die neerkwam op een soort
contrarevolutie tegen zowel de drang naar staatsinterventie na 1945 als de verspreiding van liberale of
progressieve sociale waarden.
− Friedrich von Hayek

Neoliberalisme: de markt en het individu staan centraal. Belangrijkste doel is de grenzen van de staat
verleggen, in de overtuiging dat ongereguleerd marktkapitalisme zal leiden tot welvaart. Zelfhulp,
individuele verantwoordelijkheid en ondernemerschap.

Neoconservatisme: herstel van gezag en terugkeer naar traditionele waarden, met name die welke
verband houden met het gezin, de godsdienst en de natie. Gezag is garantie voor sociale stabiliteit.
Gedeelde waarden geven een gemeenschappelijke cultuur en sociale cohesie. Multiculturalisme is
conflictrijk en instabiel.

Socialisme
● Gemeenschap » opvoeding boven natuur, individueel gedrag verklaren door sociale factoren.

● Broederschap » samenwerken boven concurrentie

● Centrale waarde: sociale gelijkheid

● Materiële voordelen verdeeld op basis van behoeften.

● Sociale klasse » maar doel is uitroeiing van economische en sociale ongelijkheid.

● Gemeenschappelijk eigendom

Leninisme: met name bijdrage met zijn geloof in de noodzaak van een ‘voorhoedepartij’ om het
proletariaat tot klassenbewustzijn te brengen.
Stalinisme: met name een centraal geplaatste economie gekoppeld aan systematische en brute
politieke onderdrukking.

Klassiek Marxisme » historisch materialisme: de marxistische theorie die stelt dat economische
omstandigheden uiteindelijk structuur geven aan recht, politiek, cultuur en andere aspecten van het
maatschappelijk bestaan.
Onvermijdelijke proletarische revolutie

Orthodox communisme: socialisme in de USSR van de 20e eeuw.

Neomarxisme: de mens werd gezien als maker van de geschiedenis, en niet slechts als marionet.
Ontwikkeld in West-Europa.

Socialistische beweging verdeeld:
● Revolutionaire socialisten (communisten)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annyckbentvelsen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€11,79  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter