Literatuur en Diversiteit: begrippenlijst
ab ovo Een verhaal beginnen bij het begin.
“(Terug) naar de bronnen”: in de renaissance gingen ze dus terug naar de Griekse teksten
ad fontes
en ook de bijbelse, Hebreeuwse teksten.
Gedeelte van een geschreven of gedrukte tekst, bestaande uit een beperkt aantal
(vol)zinnen die inhoudelijk nauw met elkaar samenhangen of anderszins een geheel
alinea
vormen. Een nieuwe alinea is herkenbaar aan het gegeven dat er op een nieuwe regel
begonnen wordt terwijl de vorige regel nog niet vol is.
Een allegorie in de literatuur is een gedicht of verhaal dat in zijn geheel symbool staat
allegorie voor iets anders. Het is een omvangrijke, uitgewerkte metafoor. Het verhaal, gedicht of
toneelstuk is een beeld voor iets anders.
Jambische zesvoeter, met een pauze in het midden. Vooral in 17de eeuwse Nederlandse
alexandrijn
sonnetten en gedichten.
Alliteratie, ook stafrijm of letterrijm genoemd, is het herhaald gebruik van gelijke
alliteratie beginmedeklinkers in twee of meer beklemtoonde lettergrepen of woorden binnen een
uitdrukking, prozazin of vers. Zoals pestende perziken.
Een allusie, toespeling of zinspeling is een stijl guur waarbij naar een algemeen feit, een
allusie bekende persoon, een bekende gebeurtenis, een bekende tekst enz. wordt verwezen,
met gebruikmaking van indirecte verwijzingen.
Een alter ego is een persoonsbenaming die een tweede of andere ik, ofwel een andere
alter ego
persoonlijkheid van iemand aangeeft.
alwetend
Verhaal geschreven met een alwetende verteller.
perspectief
De auctoriale verteller wordt ook wel de ‘alwetende verteller’ genoemd. Hierbij kijk je als
het ware van bovenaf naar de wereld waar het verhaal zich afspeelt: de verteller overziet
alwetende
alles. Hierbij kun je schrijven vanuit ik, hij of zij, maar vergeleken met de andere
verteller/
vertelperspectieven biedt de alwetende verteller veel meer mogelijkheden wat betreft
vertelinstantie
informatie. De alwetende verteller kan in ieders hoofd kijken en weet wat er bij alle
personages speelt, ook als de hoofdpersoon dit niet weet.
ambigu / Een ambiguïteit of dubbelzinnigheid betreft de mogelijkheid om aan een tekst
ambiguïteit uiteenlopende betekenissen toe te kennen.
anafoor Herhaling aan het begin van een zin. Iemand vraagt me hoe. Iemand vraagt me waarom.
anakoloet Een bewust grammaticale foute zin. Opzettelijk ongrammaticale zinsstructuur.
analyse De ontleding van een literaire tekst.
Een animalisering of animalisatie is een stijl guur waarbij een niet-levend iets wordt
animalisering
voorgesteld als iets levends. Een vorm van personi catie. De tijd vliegt.
antimetrie Term die aanduid dat er een afwijking is van het metrisch (metrum) patroon.
1 of 18
fi fi fi
, Een apostrof (of aanspraak) is een stijl guur waarbij het woord tot een of meer personen
wordt gericht. Vaak tegen een overleden of niet aanwezige persoon, of zelfs een object.
apostrofe
Dit aanspreken van een tweede persoon, "jij" of "u", wordt in retorica's uit de klassieke
oudheid gerekend tot de tropen.
Vorm van halfrijm, ook wel assonance, assonerend rijm of klinkerrijm genoemd, waarbij
assonantie
van de rijmwoorden alleen de klinkers rijmen. Zoals hard, nacht, graven.
asyndetische
Vergelijking met beeld en vergelekene zonder verbindingswoord in de tekst.
vergelijking
auteursportret Een foto van de auteur die ergens op of in het boek staat.
autobiogra e / Een autobiogra e is de beschrijving die iemand geeft van zijn of haar eigen levensloop,
autobiogra sch of van belangrijke periodes daaruit.
autobiogra sch Een afspraak met de lezer dat gebeurtenissen echt zijn gebeurd en betrekking hebben
pact de auteur als persoon.
Een nieuwe richting binnen het autobiogra sche schrijven (zie bekentenisliteratuur)
waarin bewust gestreefd wordt naar het opheffen van de scheidingslijn tussen ctie en
auto ctie
niet- ctie: waar gebeurde feiten uit het leven van de autobiogra sche verteller worden
vermengd met (of verdraaid tot) ctieve gegevens en omgekeerd.
Een object dat op zichzelf staat. Als je de tekst als een autonoom object bekijkt, dan mag
autonoom (object)
je geen rekening houden met de buitenwereld, enkel wat er zich in de tekst afspeelt.
autorepresentatie Eigen houding van de auteur.
Beeldspraak is guurlijk taalgebruik ofwel een stijl guur. De gedachte aan iets bepaalds
(de referent) roept andere zaken (beelden) in de gedachten op die met de referent een
beeldspraak
overeenkomst hebben. Deze cognitief ervaren overeenkomst noemt men associatie.
Beeldspraak is een vorm van associatie.
De belevenissen van de 'belevende ik' spelen zich op dit moment af en zo wordt het ook
belevend ik
vertelt in dit vertelperspectief.
In het geval van bericht worden gebeutenissen in de verhaalde werkelijkheid niet 'direct'
aanwezig gesteld of 'getoond', maar de weergave in de tekst berust op de 'bemiddeling'
bericht
van een 'verteller' die een herkenbare eigen stem kan hebben, details kan weglaten en
vaak zijn toevlucht zal nemen tot samenvatting en dus tijdsverdichting.
Elementen van het beeld worden overgedragen op het vergelekene, vandaar
betekenisproductie
overdrachtelijk: leidt tot extra betekenisproductie.
bewustzijnsreprese
Weergave van taal en denken van personages.
ntatie
binnenrijm Binnenrijm is rijm binnen één versregel of in het midden van een versregel.
Het materiële object (handschrift, manuscript-2, druk) waarin een letterkundig werk is
overgeleverd. Tegenwoordig beschikken wij meestal over de tekst zoals die door de
bron
auteur geschreven, geredigeerd of persklaar gemaakt is. In dat geval is de bron
een autograaf, een typoscript of een door de auteur gecorrigeerde drukproef.
2 of 18
fifi fi fifi fi fi fi fi fi fi
, Een lijs van belangrijke boeken en auteurs. Deze lijst is prescriptief en descriptief: de
canon / literaire boeken en auteurs die erop staan zijn dus vaak diegene die de samenleving (historisch)
canon belangrijk vind (vaak ook teksten die iedereen kent) en diegene die autoriteiten in het
vak vinden dat iedereen moet kennen.
canonisering Selectieproces.
Censuur is het gebruiken van de macht van de staat, een andere controlerende macht,
censuur een bepaalde groepering, of van bepaalde individuen, om informatie achter te houden
of de expressie aan banden te leggen.
Komt van Griekse letter chi (= X). Een chiasme, chiasma of kruisstelling is een stijl guur
chiasme die bestaat uit een herhaling met een omkering. Jouw koelkast is mijn leven. Mijn koelkast
is jouw leven.
Een citaat is een letterlijke uitspraak van iemand, die door iemand anders aangehaald
citaat
wordt.
Zeer nauwkeurig lezen, grotendeels zonder rekening te houden met de buitenwereld
close reading
(tekstintern: de tekst als autonoom object).
Poëtia die historisch (stromingen), cultureel, sociaal en institutioneel (tijdschriften)
collectief (poëtica)
bepaald is.
context De wereld buiten de tekst.
Een schildering van omgeving, dialect, zeden, gewoonten, kleding en
historische setting in een literair werk. Het gaat er daarbij niet om een zo realistisch
couleur locale
mogelijke beschrijving te geven, maar veeleer om het oproepen van sfeer en
achtergronden van het vertelde en het voor de lezer aannemelijk maken daarvan.
cyclus Verschillende gedichten in een bundel die bij elkaar horen.
1. Proces van politiek-historische emancipatie van gekoloniseerde landen.
dekoloniseren
2. Maar nu vooral: identi ceren en ontmantelen van de effecten van het kolonialisme.
Beschrijvend: welke literatuur kent iedereen? Wat maakte een echte impact en heeft nog
descriptief steeds invloed? Dit wordt bepaald vanuit de sociale werkelijkheid. De literaire canon ligt
vaak ergens tussen descriptief en prescriptief.
diachroon (Onderzoek) doorheen de tijd.
Gesprek tussen twee of meer personen over een bepaald onderwerp met een
dialoog afwisseling van argumenten en tegenargumenten. De dialoog staat tegenover de
monoloog of alleenspraak.
Een vaag beeld van waar en wanneer iets is gebeurd. Geen benaming of markering. Er
diffuus (ruimte/tijd)
was een in een land hier ver vandaan.
Letterlijk citaat: letterlijke weergave van de woorden of gedachten van een personage (in
directe rede tegenstelling tot de indirecte rede), meestal voorafgegaan door zinsdelen van het type
‘hij zei’ of ‘zij dacht’. Hoe herken je die? —> “‘Natuurlijk leef ik nog,’ zei Minnie.”
Een term uit de digital humanities waarbij met behulp van computers heel veel werken
distant reading
tegelijk worden ‘gelezen’ en geanalyseerd.
distichon Een distichon is een gedicht of een strofe van een gedicht, bestaande uit twee regels.
3 of 18
fi fi
, Aanduiding voor een sluimerende of gelexicaliseerde metafoor, zoals 'tafelpoot' of 'voet
dode metafoor van de berg'. Ze zijn zo vertrouwd dat we ons niet langer realiseren dat we met een
metafoor te maken hebben.
De uitbeelding van een handeling in de vorm van een dialoog tussen personages. Drama
dramatiek of dramatiek is een literair genre waarbij door middel van woord en gebaar een
con ictsituatie wordt uitgebeeld voor een publiek
Dramatische ironie is een verteltechniek waarbij de toeschouwer meer weet dan een of
dramatische ironie
meer personages in het verhaal, waardoor een spanningseffect ontstaat.
De auteur is expliciet aanwezig in de tekst, maar is niet altijd gelijk te schakelen met de
dramatized author auteur (kan onderdeel zijn van een literair spel). De ‘ik’ is geen personage in het verhaal,
maar presenteert zich als de auteur.
dubbele Geadresseerd aan twee verschillende personen/publieken (twee verschillende
geadresseerdheid geïntendeerde lezers).
editie (Her)uitgave van een oudere tekst.
eenheid van De eenheid van handeling houdt in dat er slechts één handelingsverloop mag zijn dat
handeling niet doorkruist of omlijst wordt door nevenhandelingen. Dus een verhaallijn.
eenheid van plaats De eenheid van plaats bepaalt dat de handeling zich op één plaats moeten afspelen.
De eenheid van tijd bepaalt dat het tijdsverloop van de handeling in het stuk een totaal
eenheid van tijd
van 24 uur niet mag overschrijden.
(Een effect van de werkelijkheid) is in een literaire tekst een element waarvan de functie is
effet du réel
om de lezer de indruk te geven dat de tekst de werkelijke wereld beschrijft.
Geschrift dat behoort tot de autobiogra sche teksten, zoals de brief, het dagboek, de
autobiogra e, de reisbeschrijving en de memoires. Het gaat hierbij steeds om teksten
egodocument
waarin een auteur een zelfbeeld geeft van zijn persoon (karakter, leefwijze,
levensgeschiedenis, levensomstandigheden) en van personen uit zijn omgeving.
eindrijm Eindrijm is rijm op het einde van twee of meer versregels.
elite / elitair Alleen voor de machtigen en rijken.
ellips Een sprong in de tijd, niet beschreven.
engagement / De de nitie van engagement is als volgt: ‘een situatie waar een persoon zich betrokken
geëngageerd bij voelt’. Engagement in literatuur = openlijk, strijdbare ideologie.
Of shakespeariaans sonnet. Bestaat uit 14 versregels verdeelt in 3 kwatrijnen en 1
Engels sonnet distichon. Het metrum is jambische pentameter. Rijmschema abab cdcd efef gg. Volta
bevind zich voor het distichon.
Een enjambement is een stijl guur waarbij de dichter op een niet-natuurlijke plek een
enjambement
regel afbreekt.
Een enumeratie (ook opsomming) is een stijl guur waarbij een opsomming wordt
enumeratio
gebruikt om iets te benadrukken.
Een bericht over een handeling in de vorm van een monoloog van verteller of
vertelinstantie. Epiek is de verzamelnaam voor verhalende producten van de literatuur,
epiek
zowel in poëzie als in proza, waarbij de nadruk ligt op de beschrijving van
gebeurtenissen en handelingen van personages.
4 of 18
fl fi fi fi fi fi
, Vorm van een repetitio of herhaling van een woord of reeks woorden aan het eind van
epifoor
twee of meer opeenvolgende zinnen of zinsdelen.
epiloog Beschouwend, afsluitend deel na eigenlijke tekst.
Een epos of heldendicht is een lang, verhalend gedicht over een belangrijke
epos (meervoud: mythologische of historische persoon en gebeurtenis. Daaronder vallen
epen) ook legendarische gebeurtenissen, zoals beschreven in de Ilias en de Odyssee
van Homerus.
Een essay is een beschouwende prozatekst of een artikel over een w te scha p lijk, cul-
essay t reel of l s sch o de werp, waarin de schrijver zijn persoonlijke visie geeft op
hedendaagse verschijnselen, problemen of ontwikkelingen.
Voor de geest brengend, herinneringen oproepend, beeldend, plastisch (niet verhalend
evocatief
of betogen).
exclamatio Het gaat om een om het effect bedoelde uitroep.
expliciet
Bij expliciete karakterisering worden de uiterlijke en karakter kenmerken beschreven.
(karakterisering)
expliciete
Expliciet verwijzen of refereren naar dingen (met citaat en/of titel).
referentie
expliciete
Wanneer er expliciet naar een ander werk wordt verwezen (citaat en titel).
intertekstualiteit
De gebeurtenissen in logische volgorde. Dus moet niet de gebeurtenissen in de
fabel
volgorde dat het verhaal ze presenteert zijn.
ctie Fictie is een verhaal of tekst, dat niet op de werkelijkheid is gebaseerd.
guurlijk Er wordt iets anders bedoeld dan wat er staat, er wordt dan vaak een beeld gebruikt.
Een aptekst of blurb is de samenvatting van de inhoud van een boek en wordt
aptekst
afgedrukt op de binnenkant (' ap') of achterkant van een boekomslag.
Een gedicht dat is samengesteld uit stukjes tekst die bij toeval zijn gevonden. (Denk aan
arf
voetbal arf op basis van commentaar van WK 2018).
Flashback is een techniek die in de literatuur en in de lm veelvuldig wordt toegepast. De
ashback lezer of kijker wordt tijdens een ashback mee teruggenomen in het verleden, vaak met
het doel de situatie in het heden te verklaren of daar een bepaalde visie op te geven.
Een ashforward (ook anticipatie) is een techniek die in literatuur en lm vaak wordt
toegepast om de lezer/kijker een blik in de (verre) toekomst van een verhaal te geven.
ash forward
Zo'n vooruitwijzing is in principe alleen mogelijk als een auctoriale verteller het verhaal
rapporteert.
at character Statisch personage, simpel, onveranderlijk karakter.
framing Beeldvorming door anderen (heterorepresentatie).
geïntendeerde
De lezer die de auteur voor ogen heeft.
lezer
gekruist rijm Rijmschema (abab) waarbij de versregels om en om rijmen.
5 of 18
fiu fl fl fi o ofi
fl
n r fl fl fi fie n p e