Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting sociologie van de sociale problemen €8,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting sociologie van de sociale problemen

 13 vues  1 fois vendu

Samenvatting van alle leerstof voor het vak, dus ook de bijlagen. Exlcusief samenvatting van het boek Boudry.

Aperçu 4 sur 46  pages

  • 16 janvier 2023
  • 46
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
jeannettevanengelenhoven
Algemene samenvatting sociologie van de sociale problemen

Inleiding
Marginaal = ondergeschikt, in maatschappelijk opzicht onbelangrijk geacht

Marginaliteit in de sociologische literatuur
Marginaliteit = situatie waarin mensen zitten die tegelijkertijd tot verschillende groepen
horen waarvan de normen tegenstrijdig of uiteenlopend zijn. Marginal man = mensen die
als vreemdeling tot een groep toetreden  denk aan Europese Joden die zijn geworteld in
twee groepen zonder tot één ervan volledig te horen. Hun zelfbeeld is inconsistent en
ambivalent. Voordelen van deze dubbele positie is een wijdere horizon, scherpere
intelligentie en objectievere kijk op dingen.

Eerst werd marginaliteit vooral vanuit migratie beschreven, later ook vanuit de
sociologische studie aandacht voor  men gaat problemen benaderen vanuit de
begrippen sociaal probleem en afwijkend gedrag. Vandaag denkt men meer in de richting
van uitsluiting, marginalisering is dan  proces van duurzame uitsluiting van deelname
aan het maatschappelijk bestaan.

Kruithof stelt dat marginaliteit tweeledig is:
1. Gedomineerde marginalen = categorieën die vanuit de sociale orde waarin zij
leven als bedreiging worden gezien)
2. Dominerende marginalen = de elite, degenen die het systeem beheersen

Een rondleiding in de sociologische perspectieven

De sociale probleembenadering
In navolging van Lafaille  wordt uitgegaan van de relatieve eenheid van sociale
problemen, afwijkend gedrag/deviantie omdat:
1. Deze drie zaken overlappen elkaar (ten dele) in veel gevallen
2. Ze beïnvloeden elkaar
3. Meerdere auteurs hebben zich met deze zaken bezig gehouden dus de theorie
hierover speelt van het ene terrein naar het andere

De theoretische perspectieven waarmee er gekeken wordt naar deze drie zaken:
1. De sociale pathologie: sociale problemen zijn ziektes van de samenleving
(armoede en verpaupering)
2. De sociale desorganisatie: sociale problemen zijn het gevolg van het feit dat
bestaande normen hun geldigheid hebben verloren en daarom falen om gedrag te
reguleren. Een speciale plek in deze theorie is voor de cultural lag (immigratie,
verstedelijking)  een voorbeeld hiervan is een abortus aanvraag van gehuwde
vrouwen bij wie anticonceptie heeft gefaald
3. Het waardenconflict: sociale problemen zijn het gevolg van strijd tussen
tegengestelde waarden en belangen (minderheidsgroepen) b
4. Het socialisatieperspectief: afwijkend gedrag is aangeleerd en een defect in de
socialisatie (criminaliteit)
5. Anomietheorie: samenhang tussen afwijkend gedrag en de culturele en
normatieve desintegratie van de samenleving/anomie (criminaliteit)
6. Etiketteringtheorie: wijze waarop de samenleving reageert op overtreden van de
normen, vaak self-fulfilling prophecy waardoor de samenleving vaak zelf oorzaak
wordt van nieuwe normovertredingen (psychosociale dimensie)

Er zijn drie belangrijke evoluties:
1. Van een normatieve naar een positief-wetenschappelijke benadering  vroeger
vooral gebrek aan wilskracht/verwijzing naar de natuur/god en nu meer
wetenschappelijk verklaren
2. Van sociale problemen in de ruime zin naar afwijkend gedrag  vernauwing van
het gezichtspunt treedt met de tijd op
3. Toenemend inzicht in het sociaal karakter van sociale problemen en afwijkend
gedrag

,Behalve de etiketteringtheorie gaan alle theorieën uit van het bestaan van sociale
problemen, afwijkend gedrag en deviantie als feit. Maar naast dit feit moeten we ook het
sociale karakter ervan zien, het zijn slechts producten van een bepaalde samenleving en
komen tot stand door een proces van collectieve definiëring.

Voor de etiketteringtheorie vooral gezocht naar verklaringen voor het voorkomen van
normovertredingen, in de etiketteringtheorie wordt de reáctie van de samenleving op de
normovertredingen bestudeerd. Dit zien we ook bij de sociale problemen  er wordt
meer gekeken naar het verloop van de problemen dan naar kenmerken (de natural
history hypothese).

Sociale problemen
Mensen hebben problemen, groepen mensen die met hun problemen blijven zitten
noemen we al snel probleemgroepen en een probleem dat een heleboel mensen tegelijk
treft = een sociaal probleem.

Onderscheid tussen individuele en sociale kwesties
Mills:
- Moeilijkheden doen zich voor in de persoonlijkheid en binnen directie relaties, de
waarden die je zelf in ere houdt worden bedreigd
- Vraagstukken overschrijden de beperkte omgeving en innerlijke beleving, het is
een algemene aangelegenheid, men voelt dat een waarde die door groepen
mensen in ere wordt gehouden wordt bedreigd
Voorbeeld: in een huwelijk kan je moeilijkheden hebben maar als heel veel huwelijken
eindigen in een scheiding kan het een sociaal probleem worden. Maar zijn er meer
elementen die van iets een sociaal probleem maken dan enkel dat veel mensen ermee
geconfronteerd worden?

Wat is het sociale van een sociaal probleem?
De wetenschappelijke definitie bestaat uit twee tradities:
1. De objectieve benadering = vanuit de problemen na de IR, er was noodzaak aan
publieke aandacht zoals de NSK. Het probleem vraagt om een gemeenschappelijk
en georganiseerd optreden omdat het veel mensen treft. Een andere definitie stelt
dat een sociaal probleem de discrepantie is tussen gedeelde sociale waarden en
feitelijke condities in het leven. Het gaat ervanuit dat sociale problemen bestaan
zodra een significant aantal personen negatief erdoor wordt beïnvloed zelfs als
niemand dit als zodanig (h)erkent. Deze benadering heeft een radicaal standpunt,
namelijk dat sommige problemen zo ver af staan van de meerderheid van de
bevolking dat de erkenning uitblijft.
Kritiek = sociale problemen moeten gedefinieerd worden door de groepen die er
door getroffen worden, als je een wetenschappelijke definitie kiest herkennen
groepen wellicht het probleem niet en dus ook de oplossing niet, je hebt altijd
beleid waardoor een socioloog beïnvloedt wordt, door je te richten op 1 sociaal
probleem laat je de mogelijkheid onbenut om situaties vergelijkbaar te maken.
2. Subjectieve/constructivistische benadering = ontstaan op de emancipatiegolven
van de jaren 70 een radicaal andere benadering. Het stelt dat het problematische
karakter een kwestie is van subjectieve beoordeling. Sociale problemen zijn een
product van een collectieve definitie volgens Blumer. De kracht van deze
benadering is het ontrafelen van stilzwijgende waardeoordelen die liggen
opgesloten in vanzelfsprekendheden. Als kritiek wordt gewezen op het gevaar dat
de werkelijkheid enkel nog gezien wordt als een vrij te construeren ruimte. Noem
hiervan een concreet voorbeeld op het examen =

Objectieve benadering heeft het meeste risico op paternalisme en de subjectieve het
meest op verwaarlozing.

, Dit schema kunnen
invullen

Hoe wordt een probleem
erkend als een sociaal
probleem?
Richard Hensel: drie
voorwaarden en twaalf
factoren. Hensel meent
dat een probleem
sociaal is:
1. Naar zijn oorsprong of ontstaansgrond
2. Per definitie, dat wil zeggen naar de aard van de relaties
3. Naar zijn behandelingswijze of interventie
 Belangrijkste is de opvatting dat er sociale factoren in het spel moeten zijn.

Lafaille wijst erop dat voorzichtigheid geboden is. Sociale factoren zijn namelijk in zekere
mate socio-cultureel bepaald en er is dus gevaar voor reïficatie  het niet willen
erkennen van bepaalde oorzaken als sociale factoren, het kan dan een middel zijn om de
bestaande situatie onveranderd te laten.

Hensel noemt 12 factoren:
1. Aantal betrokkenen
2. Ernst van het probleem
3. Onrechtvaardigheid van het probleem
4. Vraag of het opzettelijk door groepen geschapen is of in stand wordt gehouden
5. Welke groepen het probleem het eerst als zodanig definieerden: zwakke of sterke
groepen
6. Welke groepen het inzicht dat iets een sociaal probleem is overnemen of
verspreiden
7. De publiciteit die eraan wordt gegeven
8. De toegang tot publieke middelen
9. De toegang tot de machtigste groepen/personen
10. De ideologische/culturele gretigheid van de samenleving om iets als sociaal
probleem op te nemen
11. De sterkte van de groepen die moeten inleveren of die door het probleem geraakt
worden
12. De graad van gevaar dat deze groepen opleveren voor de machterigere groepen

Voorbeeld: langdurige werkloosheid  grote omvang, hardnekkig, problematisch voor de
werklozen zelf omdat het onrust, schulden, klachten meebrengt, etc. Oorzaak is niet an
sich het ontbreken van werk maar het onvrijwillig niet werken van personen van wie dat
wel verwacht wordt (huisvrouwen is iets anders bijvoorbeeld). Er wordt een relativerende
kanttekening geplaatst: NL is prima in staat (geweest) dit op te vangen, er is geen sociale
onrust en ook financieel is het goed gegaan, het problematische ligt vooral in het feit dan
een grote groep is uitgesloten van betaalde arbeid en daardoor geen perspectief op
positieverbetering heeft.

De benadering van sociale problemen heeft aanleiding gegeven tot de onderzoekstraditie
van de natural history hypothese  benadrukt het procesmatig karakter van sociale
problemen en neemt aan dat de ontwikkeling van sociale problemen volgens een
sociologische wetmatigheid verloopt. Deze wetmatigheid wordt benaderd door middel
van een ideaaltypisch ontwikkelings- of fasen model. Klassiek is de formulering van Fuller
en Meyers  drie fasen in het ontstaan van SP:
1. Bewustwording van het feit dat een situatie in strijd is met de door een groepering
aanvaarde waarden. Men denkt: er moet iets gedaan worden aan deze situatie
maar er zijn nog geen alternatieven bedacht

, 2. Uitstippelen van een beleidslijn: er komt discussie omtrent het te voeren beleid,
doelen en middelen worden gewogen, er komen belangenconflicten
3. Hervorming: laatste fase in de groei van een sociaal probleem, nadruk ligt op de
uitvoerende instanties die het beleid verwezenlijken. Je kan hier spreken van de
institutionele fase van het SP.

Blumer erkent vijf fasen:
1. Ontstaan van een SP als resultaat van een definiëringsproces waarbij één conditie
wordt gedefinieerd als SP, meerdere factoren spelen een rol
2. De legitimatie, dat het probleem op het maatschappelijk toneel komt en blijft
3. Mobiliseren van actie: discussie, onenigheid, voorstellen en eisen
4. Vorming van een officieel plan: door de wetgevende instanties
5. Uitvoering van het officiële plan: in deze fase is er sprake van collectieve
definiëring

De historische en maatschappelijke bepaaldheid van het begrip sociaal probleem
De term sociaal is uit de 18e eeuw, daarvoor was alles omtrent de samenleving ‘politiek’.
SP is waarschijnlijk ontstaan bij de sociale kwestie. Het begrip SP is een uitvloeisel van
het proces van antropocentrisme (mens = het middelpunt). Het antropocentrisme bevat
2 deelprocessen:
- Individualiseringsproces: de waarde van de mens als individueel persoon, minder
invloed van God
- Vermaatschappelijkingsproces: bewustwording van de collectieve dimensie van de
mens en zijn bestaan en de wijze waarop je eigen leven en dat van je
medemensen wordt beïnvloedt

Het is logisch dat een SP slechts tot ontwikkeling kan komen in een samenleving waar de
cultuur 2 elementen erkent (die als culturele ontstaansvoorwaarden van een SP kunnen
worden aangemerkt):
1. Idee van veranderbaarheid van de werkelijkheid
2. Idee van de effectiviteit van collectieve actie

Het bewustzijn ontstond dus dat er iets aan de sociale kwestie gedaan moest worden en
dat de oorzaken in de SL lagen. Maar niet enkel hebben we een verklaring voor het
ontstaan van het begrip SP maar ook voor de toename van het aantal SP sinds de SK.
Deze toename kan volgens Lafaille verklaard worden via een ideaaltypisch
ontwikkelingsmodel van SP. Hij noemt het de hypothese van de toenemende
differentiatie van SP  hiermee wordt bedoeld dat de meeste SP vanuit de SK zich
hebben ontwikkeld. Het begrip SP ontstond ten tijde van de sociale kwestie en werd
gezien als een geheel maar het omvatte toch wel verschillende kenmerken.
- Primaire kenmerken: armoede, slechte werkomstandigheden
- Secundaire kenmerken: alcoholisme, analfabetisme, verwaarlozing

Door de strijd van de arbeiders kwam de samenleving in beweging en greep de overheid
in waarbij vooral de primaire kenmerken aandacht kregen waardoor de situatie verbetert.
De secundaire kenmerken kregen slechts zijdelings aandacht en ontwikkelden zich
autonoom. De oorspronkelijke band met de SK werd steeds minder gevoeld en
waargenomen.

Doordat de SP verzelfstandigden konden ze toegepast worden op situaties die niets meer
te maken hadden met de aanvankelijke toestand van de arbeiders. Sociaal probleem is
dus geen a-historisch begrip maar is ontstaan binnen een bepaalde sociale en culturele
context.
Afwijkend gedrag en deviantie

Afwijkend gedrag in de sociologische literatuur
- Statisch criterium: gedrag dat afwijkt van het meest voorkomende gedrag in een
bepaalde situatie
- Pathologisch criterium: afwijkend gedrag is uitdrukking van een ziektetoestand
- Functionalistisch criterium: het gedrag bedreigt de stabiliteit van de SL

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jeannettevanengelenhoven. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté